Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 298]
| |
Nieuwe Aardryksbeschryving voor de Nederlandsche Jeugd, door den Heer W.E. de Perponcher, tot gebruik zyner Kinderen opgesteld. IIde Deel. Te Utrecht, by de Wed. J.v. Schoonhoven, 1785. Behalven het Voorbericht, 428 bladz. in octavo.Het geen wy, op de melding van 't eerste Deel deezer Aardryksbeschryvinge, ten aanzien der uitvoeringe van dit Geschrift gezegd hebbenGa naar voetnoot(*), is in alle opzigten ook tot dit tweede Deel over te brengen; nadien de kundige Perponcher daarin op dezelfde leerzaame wyze voortgaat. Zyn Ed. geeft hier een geregeld en naauwkeurig verslag van 't merkwaardigste, betreffende het Duitsche Ryk, Deenemarken, Zweeden, Rusland, Poolen, Hongarye, Europisch Turkye, Italie, Zwitserland, Spanje en Portugal. Aan deeze beschryving der Gewesten van Europa hegt hy voorts die van Asia, en begint met eene beschryving van Groot-Tartarye, zo als het gewoonlyk verdeeld wordt, in 't Russisch - Chineesch - en 't Onafhangelyke Tartarye; naar welke verdeeling dit uitgestrekte Gewest hier, in deszelfs voornaamste byzonderheden, ontvouwd wordt. ----- Daar wy in ons voorige berigt van dit Werk gewag gemaakt hebben, van des Autheurs gedagten over de verschillende regeeringsvormen, zo is 't ons niet oneigen voorgekomen, tot een nieuw staal in deezen, zyn berigt van de Venetiaansche Regeering mede te deelen, waarvan hy ons het volgende verslag geeft. ‘Het Gemeenebest van Venetie staat onder een Aristocratisch bestier, en nergens misschien straalen de gebreken deezer regeerinsvorm, wanneer dezelve zuiver, en door geen genoegzaam tegenwigt getemperd is, zoo sterk door als in deezen Staat. Wel is waar, dezelve heeft zig sedert reeds 1300 jaaren staande gehouden, dan de Aristocratie was niet altoos zoo onbepaald als zy tegenwoordig is. ----- De Edellieden, die, terstond by hunne geboorte, opgeschreeven worden in een boek, 't gouden boek genaamd, hebben 'er al 't gezag in handen. Aan de oudste huizen van den eersten rang komt de voorkeur, tot de groote ampten, toe. Onder de overige Edelen zyn 'er veelen zo arm, dat zy gezegd worden hunne | |
[pagina 299]
| |
stemmen te verkoopen. Anders zyn te Venetien de wetten streng, en voor allen onverbidlyk. De eerste waardigheid van den Staat bekleedt een Doge voor 't leven. By zyn afsterven komt de gantsche adel by een, en uit denzelven worden, by trekking van vergulde en verzilverde ballen, 30 edellieden uitgeloot, die allen van verschillende geslachten moeten zyn. Deeze 30, door eene nieuwe uitlooting, op 9 gebragt, benoemen 'er 40 anderen, uit andere geslachten, daar zy zelfs egter kunnen onder zyn. Deeze 40 wederom, op dezelfde wyze als vooren, op 12 gebragt, benoemen 'er 25. Deeze 25 op 9 gebragt benoemen 'er 45. De 45 op 11 gebragt benoemen 'er 41; en deezen eindelyk worden, in eene kamer, opgeslooten, tot dat zy eenen nieuwen Doge benoemd hebben. ----- Ondertusschen wordt deeze amptenaar te regt beschreeven, in kleeding en statie, een Koning in gezag, een Raadsheer in de stad, een gevangene, en, buiten dezelve, een amptloos edelman te zyn: Zyn naam wordt geplaatst, op de munten en in 't hoofd der geloofsbrieven, aan gezanten meêgegeeven. De missiven van deeze gezanten of van de vreemde mogendheeden aan de Republiek worden aan hem geadresseert, schoon hy ze egter niet, buiten tegenwoordigheid van eenige Raadsleeden, openen mag. Hy is 't hoofd van alle de Raadsvergaderingen; vergeeft de preuven van de Kerk van St. Markus, dewelke ook, alleen onder zyn regtsgebied, staat; en heeft nog eenige andere voorregten, die hem veel luister, maar weinig magt, by zetten. Zyne kinderen en broeders mogen, geduurende zyn leeven, tot geene hooge ampten, verheeven worden. Zonder verlof van den grooten Raad mag hy niet, uit de stad, gaan; en ook niet trouwen, met eene zuster of nabestaande van eenig aanzienlyk Heer. Hy mag zyne waardigheid nooit neerleggen, gelyk hy, verkoozen zynde, die ook niet weigeren mag; doch men kan hem wel afzetten. In Staatszaaken kan hy niets doen zonder Raad. By zyn leeven is hy onderworpen aan 't opzigt der Tienen en der Inquisiteurs van Staat, die altoos, in zyne geheimste vertrekken, mogen komen, en dezelven doorzoeken; gelyk ook de overige Staatsleeden aan dit onderzoek onderworpen zyn Na zynen dood wordt 'er een onderzoek, na zyne verrigtingen, gedaan, en, by bevonden wangedrag, worden zyne erfgenaamen, in eene boete, verweezen. Zyne inkomsten zyn niet toereikende, tot den Staat, dien hy voeren | |
[pagina 300]
| |
moet; en niettegenstaande dit alles, maaken de eer en luister, aan dit ampt gehegt, dat het nog gezogt wordt. In den Grooten Raad, die alle Zon-en Feestdagen vergadert, komen alle de Edelen boven, sommigen zelfs beneden, de 25 jaaren byeen, in alles wel een getal van 2000 uitmaakende. De Senaat of Pregadi, (gebeedenen, verzogten,) uit en door den Grooten Raad gekoozen, hebben de geheimste en gewigtigste zaaken in handen; zoo dat zy, over vreede, oorlog en verbonden, besluiten, gezanten zenden, munt doen slaan, en belastingen opleggen. In deeze vergadering hebben ook de zoo straks te beschryven Collegien zitting, en brengen dezelve op een getal van omtrent 300 leden. Het Collegium, 't welk aan de Gezanten van vreemde Mogendheden gehoor geeft, en veele gewigtige zaaken behandelt, bestaat uit den Doge, zyne zes Raaden, de drie Capi della Quarantia Criminale, of Presidenten der Veertigen van 't Crimineel Gericht, de zes Savi Grandi (wyze) of groote Staatsdienaars, de Savi di terra firma of krygsministers enz. La Signoria of 't Consiglietto, bestaande uit den Doge en zyne zes Raden, zitten, in deeze drie Raadsvergaderingen, voor; beraamen wat 'er zal voorgedraagen worden, doen deezen voordragt, openen de brieven aan den Doge of de Republiek geadresseerd enz. Zy veranderen alle jaar. De negen Procuratoren van St. Marcus, die, voor 't leeven, zitten, hebben 't opzigt, over de Kerk en Bibliotheek van dien naam, als mede over de Archiven der Republiek, 't arme weezen, de zaaken van Voogden, Testamenten enz. Zy zyn in groot aanzien, en de Doge wordt veeltyds uit hun midden genomen. De Raad der Tienen is 't opperst crimineel Gericht, byzonder in mis laaden van Staat, en 'er valt geen beroep van. Het bestaat uit tien Raaden, den Doge, die 'er in voorzit, en zyne zes Raaden. De strengheid van dit Collegie wordt zeer gevreesd, en het dient te gelyker tyd, om 't Aristocratisch gezag der Edelen te handhaaven, en de ingezetenen tegen de misbruiken deszelven te dekken. Uit hun midden worden jaarlyks drie Inquisiteurs van Staat benoemd, met zulk eene onbepaalde magt, dat zy zelfs den Doge kunnen afzetten, en, zonder beroep, over 't leven van elk burger en edel nan van Venetie beslissing doen. Hunne waakzaame en steeds argwaanende oplettendheid op alles | |
[pagina 301]
| |
wat den Staat betreft, maakt de zorgvuldigste, ja byna slaafsche vrees noodwendig, om niet, door eenig woord of daad, in verdenking te geraaken, van zig, tegen den Staat, misgreepen te hebben, als waarop de onmiddelykste en zwaarste straffen volgen. Behalven dat zy verspieders mogen gebruiken, kan ook een ieder, (en, zo hy wil, onder inwagting van belooning,) door 't gooien van een naamloos briefje, in zeker kasje, daar zy den sleutel van hebben, alle de berigten geeven, die 't hem goeddunkt; en 't hangt van hun doorzigt af, te beoordeelen, in hoe verre zulke berichten te vertrouwen zyn. De straffen kunnen zy, op enkel vermoeden, en in 't geheim, doen uitvoeren; en met het uiteinde van hun ampt zyn zy, voor niets, verantwoordlyk. Quarantia Criminale is een laager Crimineel Gericht, het welk over de gemeene Burgers, zoo als de Raad der Tienen, over den Adel, waakt. Uit de burgery worden de Staatscancesier en de Secretarissen der hier vooren beschreeven Collegien gekoozen: zy trekken groote jaarwedden, hebben de geheimen in handen; en daar zy aanblyven, terwyl in de meeste dier Collegien de leden geduurig veranderen, is de loop der zaaken hun alleen bekend, dus zy geduurig moeten worden geraadpleegd, en daardoor meer invloed krygen, dan de leden zelven. Uit dit alles ziet men nu, hoe, in deeze regeeringsvorm, daar een klein getal bevoorregte geslachten het gantsche lichaam der maatschappy, onder hunnen scepter, gebukt houdt, de jaloersheid van 't gezag; de nayver wegens 't aandeel in 't zelve, aan de amptenaars, schoon onder eene menigte voorbehoedselen, vergund; de geduurige vrees, voor aanslagen, tegen de gevestigde heerschappy; de even sterke vrees, voor 't misbruiken derzelve; een algemeen, onder en tegen allen, heerschend mistrouwen, met één woord alle de gebreken der zuivere Aristocratie ten sterksten heerschen. Zoo dat de overheerschte ingezeetenen leeven, in eene slaafsche vrees; de overheerschende, bykans in denzelfden staat, als geweldenaars en dwingelanden, dewelken de handhaving van hun gezag, door de vrees, die hen beknelt, door de argwaan, die hen knaagt, en door duizend henzelven kwellende voorbehoedselen, waaraan zy zig onderwerpen moeten, duur genoeg betaalen’ By dit zyn berigt van de Aristocratische Regeering te Venetie, voege men nog de aanmerkingen van den Heer | |
[pagina 302]
| |
de Perponcher, wegens de Democratische Regeering, zo als die in eenige Zwitzersche Cantons zuiver plaats heeft. ----- ‘Hier regeert, zegt hy, de vryheid in haaren uitgestrektsten zin; doch even daardoor toont zy ook het sterkst die misbruiken, welke zy, al te onbepaald zynde, na zig sleept. De partyschappen, die 'er zig niet zelden opdoen, maaken de Volksvergaderingen somtyds vry onrustig, en hebben ze wel eens, met bloed, bezoedelt. By sommigen worden de landvoogdyen, over de onderhoorige landen, ten profyte van alle de leeden der Volksvergaderinge, verkogt, en dan moet natuurlykerwys de koopprys, op de ingezeetenen dier landen, worden verhaald. Ook is 't koopen en verkoopen der stemmen 'er gansch niet onbekend. De boetens worden, door de leeden zelfs der vergadering, die ze oplegt, onder hen verdeeld; dus de Regter, in die gevallen, by 't veroordeelen, zyn voordeel vindt. Ja zelfs heeft men wel eens gezien, dat een Ingezeeten, ryk genoeg geworden, om, voor 't overwigt zyns invloeds, te doen vreezen, zonder anderen grond, door zulk eene vergadering, veroordeeld werdt, om de helft zyner goederen, aan dezelve, af te staan, ten einde die, tusschen alle de leeden, te verdeelen. De vryheid dus, ter haarer beveiliging, zelf de grootste inbreuk, op de vryheid en eerste rechten der ingezeetenen, maakende. Een nieuw bewys, dat het geen men de zuivere Regeeringsvormen noemt, zelden de besten zyn; maar eene wel bereekende mengeling der drie magten het beste is geschikt, zoo om de waare vryheid der ingezeetenen te beveiligen, als om 't meeste welzyn van 't geheel te bevorderen. In Zwitserland ondertusschen brengen de eenvoudigheid der zeeden en leevenswys, het gebrek aan rykdom, en de weinige gemeenschap, met de nabuurige Mogendheden, te weeg, dat het bestier gemaklyker en eenvoudiger, gelyk mede de te verhandelen belangen, waarover geschil ontstaan kan, minder in getal en geringer in waarde zynde, ook veel geringer beweeging en driften veroorzaaken; en dit komt nog veele misbruiken voor, waaraan anders de Democratische Regeeringsvormen onderheevig zyn. Terwyl 't gebrek aan staande krygsbenden, en de algemeene wapening van alle de ingezeetenen aan de Aristocratische Regenten het sterkst middel beneemen, om hunne medeburgers, onder een drukkend juk van slaverny, te brengen, af te houden.’ ----- Daar by komt, | |
[pagina 303]
| |
met betrekking tot het Aristocratische, dat in andere Zwitschersche Cantons gevonden wordt, het Volkscharacter. ----- Zo is, by voorbeeld, te Bern, gelyk onze Schryver opmerkt, de Regeeringsvorm zo sterk Aristocratisch, dat 'er, in de Staatsgesteltenis zelve, niets zy, dat het Aristocratische deezer Regeeringe beteugelt; verstrekkende alleen de nationaale Geest van Vryheid aan het zelve ten tegenwigt. ‘Dan daar toe, (vervolgt hy,) werkt deeze geest van vryheid ook sterk genoeg, om, uit deeze Regeering, die misbruiken te weeren, die, te Venetie, by 't volk, eene zoo slaafagtige onderwerping, en by de Edelen, eene zoo steeds bevreesde, steeds argwaanende, overheersching te weeg brengen. Men ziet hier derhalven, dat het Volkscharacter, wanneer het, gelyk by de Zwitsers, zeer sterk en diep ingeprent is, zoo veel invloed op de Regeering, als de aart der Regeering op 't Volkscharacter, heeft. Ja dat dit laatste wel eens het eerste overweegen, en deszelfs gebreeken vergoeden kan. Alles werkt hier weerkeerig, en 't sterkste overwint.’ |
|