P. Boddaert Med. Dr. Urbis Vlissingae Exconsilarii, variarum Societatum Scientiarum Socii, Elenchus Animalium. Vol. I. Sistens quadrupedia huc usque nota, eorumque varietates. Ad ductum Naturae, quantum sieri potuit disposita. Roterodami apud C.R. Hake 1784. Absque praecedd. 174 pp. in octavo, m.f.
Hiermede maakt de Heer Boddaert een aanvang van eene nieuwe rangschikkende opgave en beschryving van het Ryk der Dieren, waarin hy zig voorstelt het geleide der Natuur, zo veel mogelyk te volgen. Zyn Ed. beschouwt zyne Voorgangers in deezen arbeid, en bovenal den grooten Linnaeus, met een oog van hoogagting. Dan, daar de beoefening der Natuurlyke Historie, nog in deeze laatere dagen, eene by uitstek heerschende liefhebbery gebleeven is; daar men, uit dien hoofde, van tyd tot tyd, veele byzonderheden met eene steeds meerdere opmerkzaamheid gadegeslaagen, en haar door verscheiden nieuwe ontdekkingen deswegens gedaan heeft, zo is men ongetwyfeld in staat gesteld, om dit onderwerp verder uit te breiden en te beschaaven. Hier aan de hand te leenen is het oogmerk van den Heer Boddaert in deezen. ----- 'Er is, gelyk hy in zyne Voorreden opmerkt, agtervolgens de steeds voortgaande waarneemingen in de Natuurlyke Historie, zekerlyk eene onafgebroken keten van Weezens in de drie Ryken der Natuure, in ieder derzelver afzonderlyk, en zo ook in het Ryk der dieren, dat het voornaame onderwerp zyner tegenwoordige naspooring is. Maar de bepaaldheid onzer kundigheden, en 't mangel aan eene genoegzaame uitgebreidheid van ondervinding, laat ons juist niet toe door te dringen, tot de allerfynste aaneenschakeling; egter is 't 'er, niet tegenstaande dit menschlyk onvermogen, zo mede gelegen, dat aanhoudende waarneemingen het steeds verder gebragt hebben, om ons gelegenheid te geeven tot het vormen van een min of meer wel geregeld Samenstel. Zulks is door veelen, op meer dan eenerleie wyze, reeds geschied, en men mag onder deezen den kundigen Linnaeus, op goeden grond, den voornaamsten noemen. Dan, met dit alles, ook hy was een mensch, bepaald in zyne kennis, beperkt in zyne ondervinding, gelyk ook in die zyner Voorgangeren, en laatere ontdekkingen, hebben nog zeer veel aan de
hand gegegeeven, dat voorheen verborgen of minder bekend was.