De Tweede Ronde. Jaargang 30(2009)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 187] [p. 187] Gedicht Osip Mandelstam (Vertaling Margriet Berg & Marja Wiebes) [Nederlands] Omdat ik jouw handen niet in die van mij houden kon, omdat ik jouw zilte en tedere mond heb verraden, moet ik in de akropolis wachten op 't licht van de zon - ik haat de doordringende geur van dit houten geraamte! In 't donker voltooien Achaeïsche mannen het paard, ze bijten met tandige zagen zich vast in de wanden, en niets dat het koortsige razen van 't bloed nog bedaart, van jou is geen afbeelding, klank of benaming voorhanden. Dat jij weer terugkwam, waarom heb ik dat toch gedacht? Ik heb mij te vroeg van jou losgerukt. Hoe kon ik 't wagen? En nog heeft de haan niet gekraaid, heerst de donkere nacht, en nog is de gloeiende bijl niet in 't houtwerk geslagen. [Russisch] За то, что я руки твои не сумел удержать, За то, что я предал соленые нежные губы, Я должен рассвета в дремучем акрополе ждать. Как я ненавижу пахучие, древние срубы! Ахейские мужи во тьме снаряжают коня, Зубчатыми пилами в стены вгрызаются крепко, Никак не уляжется крови сухая возня, И нет для тебя ни названья, ни звука, ни слепка. Как мог я подумать, что ты возвратишься, как смел? Зачем преждевременно я от тебя отовался? Еще не рассеялся мрак и петух непропел, Еще в древесину горячий топор не врезался. [pagina 188] [p. 188] [Vervolg Nederlands] En over de wanden droop hars, een doorzichtige traan, de stad voelt haar ribben van hout, maar het bloed kwam in stromen, het vloog naar de ladders, om daarna ten aanval te gaan, driemaal zagen mannen 't verleidelijk beeld in hun dromen. Waar is 't dierbaar Troje, waar 't huis van de maagd, van de heer? Verwoest wordt straks Priamus' spreeuwenpot, hoog en verheven. Een pijlenzwerm daalt als een dor houten regenbui neer, en sommige komen als hazelaars ooit weer tot leven. De steek van de laatste der sterren wordt pijnloos gedoofd, de morgen tikt grijs als een zwaluwtje tegen de ruiten, de dag rekt zich uit als een os die ontwaakt in het stro; op pleinen, nog ruw van de slaap, treedt het licht weer naarbuiten. 1920 [Vervolg Russisch] Прозрачной слезой на стенах проступила смола, И чувствует город свои деревянные ребра, Но хлынула к лестницам кровь и на приступ пошла, И трижды приснился мужам соблазнительный образ. Г де милая Т роя? Г де царский, где девичий дом? Он будет разрушен, высокий Приамов скворешник. И падают стрелы сухим деревянным дождем, И стрелы другие растут на земле, как орешник. Последней звезды безболезненно гаснет укол, И серою ласточкой утро в окно постучится, И медленный день, как в соломе проснувшийся вол, На стогнах, шершавых от долгого сна, шевелится. Осип Мандельштам Vorige Volgende