De Tweede Ronde. Jaargang 30
(2009)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 142]
| |
Sara & Dara -
| |
[pagina 143]
| |
liefdesverhaal schrijven. De liefdesgeschiedenis over een meisje dat de man die al een jaar verliefd op haar is nog nooit heeft gezien en van wie zij heel veel houdt. Een verhaal met een einde dat een poort naar het licht vormt. Een verhaal dat, hoewel het geen happy end heeft zoals romantische Hollywoodfilms, toch een einde heeft dat mijn lezer niet zal afschrikken om verliefd te worden. En natuurlijk een verhaal dat niet als een politiek verhaal bestempeld kan worden. Ik sta voor het dilemma dat ik mijn liefdesverhaal in mijn vaderland wil publiceren... Anders dan in vele landen over de hele wereld is het schrijven en publiceren van een liefdesgeschiedenis in mijn dierbare Iran geen eenvoudige opgave. Na de overwinning van een van onze laatste revoluties - toen onze schreeuw om vrijheid, met de steun van de westerse media, het universum overstemde -, waarbij we korte metten maakten met vijfentwintighonderd jaar dictatoriale heerschappij door koningen, werd er een islamitische grondwet geschreven. Deze nieuwe grondwet staat het drukken en uitgeven van alle boeken en kranten toe, en verbiedt iedere vorm van censuur en controle. Helaas vermeldt onze grondwet niet of deze boeken en publicaties ook in alle vrijheid mogen worden gedistribueerd. In de dagen vlak na de revolutie moest een uitgever, nadat een boek was gedrukt, drie exemplaren ervan aan het ministerie van Cultuur en Islamitische Begeleiding overhandigen teneinde een vergunning te verkrijgen, zodat het de drukkerij uit mocht en verspreid kon worden. Indien het ministerie echter van mening was dat het boek verderfelijk was, bleven de gedrukte exemplaren gevangen in de donkere opslagruimte van de drukkerij en moest de uitgever behalve de drukkosten ook nog eens de opslagkosten betalen, of de boeken tot karton laten recyclen. Dit systeem had veel uitgevers op de rand van bankroet gebracht. Om het financiële risico te beperken en om te voorkomen dat boeken, wachtend op een vergunning tot verspreiding, jarenlang in een opslagruimte liggen te schimmelen, levert een onafhankelijke Iraanse uitgever de laatste jaren - alvorens tot het drukken van het boek over te gaan, en op basis van een vage mondelinge, vage officieuze afspraak - vrijwillig en in eigen persoon, bij het ministerie van Cultuur en Islamitische Begeleiding drie exemplaren van het manuscript af, opgemaakt met de modernste software op gebied van typografie en pagina- | |
[pagina 144]
| |
ontwerp, om toestemming te krijgen voordat het boek feitelijk wordt gedrukt. Op een bepaalde afdeling van dit ministerie werkt een man met het alias Porfiry Petrovitsj (ja, de rechercheur die belast was met het oplossen van de moorden die door Raskolnikov waren begaan), die verantwoordelijk is voor het zorgvuldig lezen van boeken, met name romans en verhalenbundels, en in het bijzonder liefdesverhalen. Hij onderstreept ieder woord, iedere zin, iedere alinea of zelfs iedere pagina die aanstootgevend is en de publieke moraal en traditionele waarden van de samenleving in gevaar brengt. Als er te veel onderstrepingen in staan wordt het boek waarschijnlijk onwaardig geacht om gedrukt te worden, als er niet zo heel veel in staan, worden de uitgever en de schrijver ervan op de hoogte gesteld dat ze alleen bepaalde woorden of zinnen moeten herzien. Voor meneer Petrovitsj is dit werk niet zomaar een roeping: het is een morele en religieuze verantwoordelijkheid. Het is, met andere woorden, een heilig beroep. Hij kan niet toestaan dat eenvoudige en onschuldige mensen, met name de jonge mensen, immorele en verloederende woorden en zinnen onder ogen krijgen, die hun pure geest bezoedelen. Soms zegt hij zelfs tegen zichzelf: ‘Luister eens even, man! Als er ook maar één woord of zin aan jouw pen ontsnapt en een jong mens provoceert, zul jij in zijn zonde delen, of erger nog, dan ben jij net zo schuldig als die ontaarde mensen die pornografische films en foto's maken en die illegaal onder het publiek verspreiden.’ In zijn optiek zijn schrijvers over het algemeen sluwe, immorele en ongelovige mensen, van wie sommige direct of indirect agenten van het zionisme en het Amerikaanse imperialisme zijn, en die hem met hun trucs en listen om de tuin proberen te leiden. Aangezien hij zich ten zeerste verantwoordelijk voelt, gaat het hart van meneer Petrovitsj tijdens het lezen van het opgemaakte manuscript wild kloppen. Terwijl hij pagina na pagina vordert, beginnen de woorden langzaam vreemde bewegingen voor zijn ogen te maken. Te midden van de nagalmende woorden hoort hij in zijn hoofd mysterieuze fluisteringen die hem op zijn hoede doen zijn. Achterdochtig geworden bladert hij een paar bladzijden terug en leest hij nog zorgvuldiger. Zijn gezicht begint te zweten en zijn vingers gaan trillen, terwijl ze de bladzijden omslaan. Hoe aandachtiger hij leest, des te sluwer lijken de criminele woorden te worden. Ze zijn voortdurend in beweging; de zinnen | |
[pagina 145]
| |
strengelen zich ineen. Impliciete uitdrukkingen, expliciete uitdrukkingen, toespelingen en connotaties verborgen in schaduwen, paraderen in zijn hoofd rond en veroorzaken daar een enorme opschudding. Hij ziet dat sommige van die rottige woorden letters aan elkaar lenen om smerige woorden of obscene beelden te creëren. Het geluid van de bladzijden die worden omgeslagen lijkt op dat van een vallend guillotinemes. Meneer Petrovitsj hoort het luide gekrijs van de woorden in zijn oren exploderen. Hij schreeuwt: ‘Hou godverdomme je kop!’ Hij brengt zijn pen naar het papier om het woord ‘dans’ te onderstrepen maar realiseert zich dat de schrijver zelf in plaats daarvan de uitdrukking ‘ritmische beweging’ heeft gebruikt. Hij slaat met zijn vuist op de bladzijde. Enkele van de meer lafhartige en conservatieve woorden zwijgen, maar vanuit het kabaal van de andere woorden klinkt een sarcastisch gelach op. Verslagen staat meneer Petrovitsj op van achter zijn bureau. Vanwege deze emotionele kwellingen kan het grondig doornemen van een boek soms wel een jaar, of vijf jaar, of zelfs vijfentwintig jaar in beslag nemen. Zo komt het dat veel verhalen, en in het bijzonder liefdesverhalen, op hun moeizame reis door het ministerie van Cultuur en Islamitische Begeleiding, hetzij gewond raken, bepaalde ledematen verliezen of definitief ter dood worden gebracht. In het liefdesverhaal dat ik wil schrijven, kom ik niet in de problemen zolang ik in de openingszinnen maar een beschrijving geef van de schoonheid van lentebloesems, de zoetgeurende bries en de stralende zon in de blauwe hemel. Maar zodra ik over de man en de vrouw in het verhaal begin te schrijven, over hun handelingen en gesprekken, verschijnt het bezwete, toornige en afkeurende gezicht van meneer Petrovitsj voor mijn geestesoog. Als u vraagt: Wat bedoelt u daarmee? Dan zal ik antwoorden: In dit liefdesverhaal moet ik een vrouwelijke protagonist en een mannelijke antagonist of vice versa opvoeren. Nu zult u natuurlijk met de ondraaglijke lichtheid van de nieuwsgierigheid willen vragen: Horen er dan niet een man en een vrouw in een Iraans liefdesverhaal voor te komen? | |
[pagina 146]
| |
Vraag het en ik zal antwoorden: Het zit zo: in Iran gaat men van de politiek-religieuze veronderstelling uit dat als mannen en vrouwen die niet getrouwd zijn en niet met elkaar verwant zijn, bij elkaar in de buurt komen of met elkaar praten, dit de inleiding tot een doodzonde vormt. Degenen die een dergelijke inleiding op schrift stellen, en met die tekst tot zonde aanzetten, zullen behalve de vergelding die hen in het hiernamaals staat te wachten, ook in deze wereld door een islamitische rechtbank veroordeeld worden tot straffen als gevangenschap, geseling, en zelfs de dood. Om dit soort inleidingen en doodzonden te voorkomen, worden in Iran mannen en vrouwen in scholen, fabrieken, kantoren, bussen en bij bruiloften van elkaar gescheiden gehouden. Ze worden met andere woorden tegen elkaar beschermd. Een aantal zeer gerespecteerde geestelijken is de mening toegedaan dat het voetgangersverkeer op de trottoirs ook gescheiden moet worden. Ze weten dat ze in de moderne wereld plannen moeten voorleggen die wetenschappelijk onderbouwd zijn, en dus hebben zij, gebaseerd op de bevindingen van hun deskundigen, het volgende plan ontvouwd: 's morgens mogen de mannen bijvoorbeeld over het trottoir aan de rechterkant van de straten lopen en 's middags de vrouwen. Omgekeerd mogen vrouwen 's morgens over de trottoirs aan de linkerkant van de straten lopen, en mogen de mannen daar 's middags komen en gaan. Daardoor hebben beide geslachten dus toegang tot de winkels aan beide kanten van de straten. Sommigen van deze geestelijken hebben zelfs bezwaar tegen en kritiek op films die door het ministerie van Cultuur en Islamitische Begeleiding zijn goedgekeurd, omdat in uitzonderlijk zeldzame scènes de acteur en actrice die spelen dat ze getrouwd zijn, of broer en zus zijn, met elkaar alleen in de keuken of in de zitkamer worden gefilmd. Deze heren betogen dat een man en een vrouw die niet mahram zijn - dat wil zeggen niet getrouwd of niet nauw met elkaar verwant - zich nooit met elkaar alleen in een kamer of andere afgesloten ruimte mogen bevinden. In antwoord op deze kritiek hebben talloze deskundigen en ministers van het ministerie van Cultuur en Islamitische Begeleiding, en ook filmregisseurs, cameramannen en andere mensen die zich met het produceren van films bezighouden, veelvuldig en in ellenlange artikelen en interviews uitgelegd: ‘Heren! Maakt u zich geen zorgen. In scènes waarin het lijkt alsof een acteur en een actrice met elkaar alleen zijn, staan in werkelijkheid, achter de schermen, dat wil zeggen uit het | |
[pagina 147]
| |
zicht van de camera, tientallen filmmensen - met inbegrip van de regisseur, de regieassistent, de set-assistant, de cameraman en zijn assistenten, de belichtingstechnici, en...’ In weerwil van die explicaties hebben enkele van die klagende heren geopperd: ‘Laten we aannemen dat dat zo is. Maar het publiek ziet slechts een man en een vrouw die met elkaar alleen in een kamer zijn. En het feit dat een man en een vrouw alleen in een kamer zijn, zal de verbeelding van het publiek tot duizend zonden verleiden.’ Ik hoop dat deze inleiding u heeft helpen begrijpen waarom het uitgeven van een liefdesverhaal in Iran geen gemakkelijke onderneming is... Vraag me nu hoe ik een liefdesverhaal hoop te kunnen schrijven en publiceren, zodat ik het kan uitleggen: Ik denk dat ik, omdat ik een ervaren schrijver ben, mijn verhaal op zo'n manier kan schrijven dat het het mes van de censuur zal overleven. In mijn bestaan als schrijver heb ik de Iraanse en islamitische symbolen en metaforen zeer goed leren kennen. Ik beschik ook nog over een heleboel andere trucs die ik niet uit de doeken zal doen. De waarheid is dat ik lange tijd nooit echt van plan ben geweest een liefdesverhaal te schrijven. Maar die jongen en dat meisje die elkaar bij de hoofdingang van de universiteit van Teheran ontmoeten en elkaar in de chaos van een politieke demonstratie vervuld van liefde in de ogen kijken, hebben me overgehaald om hun verhaal op te schrijven. Ze kennen elkaar nu ongeveer een jaar en hebben al heel veel woorden en zinnen met elkaar gedeeld. Maar pas op deze lentedag richt het meisje haar ogen voor het eerst op het gezicht van de jongen... Wees niet verbaasd over de tegenstrijdigheid in mijn twee laatste zinnen. Iran is een land van tegenstrijdigheden... Als u vraagt: Hebben ze elkaar op een datingsite ontmoet? Antwoord ik nadrukkelijk: Nee! En met nog meer nadruk zal ik aanvoeren dat deze twee personages veel te onschuldig en fictief zijn om elkaar op een datingsite te ontmoeten of op een site waar men op zoek is naar een sekspartner... Sterker nog, zulke sites zijn in Iran verboden. Maar sta me toe mijn verhaal te doen. Zoals u begrepen heeft heet het meisje Sara. En de jongen heet Dara. U hoeft de vraag niet te stellen, ik zal het bekennen: de namen | |
[pagina 148]
| |
zijn pseudoniemen. Ik wil niet dat de echte personages problemen krijgen vanwege de zonden of onwettige handelingen die ze misschien in de loop van mijn verhaal zullen begaan... De keuze voor Sara en Dara als pseudoniemen uit duizenden Iraanse namen heeft natuurlijk zijn eigen verhaal, dat ik hier moet vertellen. Ooit, heel lang geleden toen ik nog op school zat, waren Sara en Dara twee personages in ons leerboek van de eerste klas. Sara introduceerde de letter S en Dara de letter D... Lang geleden werd Iran niet door een islamitisch, maar door een monarchistisch regime bestuurd. Vanuit het perspectief van dat regime was er niets mis mee dat Sara en Dara, nadat ze aan de schoolkinderen waren voorgesteld, in een andere les met elkaar alleen in een kamer waren om, bijvoorbeeld, over een papegaai te praten zodat de letter P kon worden geleerd. In die tijden van weleer werd Sara afgebeeld met lang zwart haar en een fleurig bloesje, rokje en sokken, en Dara droeg op de plaatjes een overhemd en een broek. Ze zagen er prachtig uit, maar wij schoolkinderen gaven Sara altijd een snor en Dara een baard... Jaren later, dat wil zeggen toen ik aan de umversiteit van Teheran studeerde, kregen wij Iraniërs genoeg van het monarchistische regime en begonnen we een revolutie. We werden wakker geschud toen de sjah, op advies van de Amerikaanse president Jimmy Carter, beweerde dat hij het Iraanse volk politieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting wilde geven, en om te laten zien hoe goed hij het meende hief hij de Rastakhiz-partij op - de enige politieke partij in het land, die door hemzelf in het leven was geroepen. Wij schreeuwden ‘Vrijheid’... We schreeuwden ‘Onafhankelijkheid’ ... En enkele maanden na het begin van onze revolutie voegden we ‘Islamitische Republiek’ aan onze slogans toe... Overal in het land staken we banken in brand omdat, volgens de heimelijke en openlijke propaganda van de communisten, banken symbool stonden voor het bloeddorstige regime van de bourgeois collaborateurs. We staken bioscopen in brand omdat, volgens de heimelijke en openlijke propaganda van de intellectuelen, bioscopen de oorzaak waren van het culturele verval, de verwestersing en de toenemende invloed van de Amerikaanse Hollywoodcultuur. We brandden cabarets, bars en bordelen tot de grond toe af omdat, volgens de heimelijke en openlijke propaganda van de godvruchtigen, dit haarden van verloedering waren die tot doodzonden aanzetten... Goed, een paar jaar na de overwinning van de revolutie werd in het leerboek voor de eerste klas Sara's zwarte | |
[pagina 149]
| |
haar bedekt met een hoofddoek en werden haar fleurige kleren bedekt door een lange zwarte mantel. Dara was nog niet oud genoeg om een baard te hebben, en daarom liet zijn vader er maar een staan. Volgens onze religieuze leer moet een moslimman een baard dragen en mag hij geen scheermes ter hand nemen om zijn gezichtsbeharing in toom te houden omdat hij anders op een vrouw lijkt. Als ik het me goed herinner, zijn Sara en Dara een paar jaar later helemaal uit het leerboek verdwenen en werden ze vervangen door een andere jongen en meisje - een broer en een zus die geen herinneringen hadden aan het corrupte en tirannieke regime van de sjah... Ik denk dat u ondertussen wel begrepen zult hebben dat de keuze voor de namen Sara en Dara een trucje is in de Iraanse verteltechniek, omdat ze, zonder meneer Petrovitsj een excuus te geven om me te kunnen straffen, de Iraanse lezer indirect zullen herinneren aan de verschijning en daaropvolgende verdwijning van Sara en Dara uit de leerboeken; je zou het kunnen vergelijken met meneer Clementis, een persona non grata die door de censuurambtenaren uit het Sovjettijdperk uit een foto werd weggeretoucheerd, maar wiens hoed, die hij had geleend aan de communistische partijleider die samen met hem op de foto stond, op het hoofd van de man bleef staan. Rond de tijd dat Sara en Dara hun transformatie ondergingen zat mijn dochter in de eerste klas en waren er avonden waarop mijn talent me in de steek liet en ik geen nieuw verhaal wist te verzinnen om haar te vertellen. Ik had daarom boeken voor haar gekocht met verhalen die beter waren dan de mijne omdat er plaatjes in stonden. Op een avond, toen ik Sneeuwwitje en de zeven dwergen opensloeg om aan haar voor te lezen, zag ik tot mijn afgrijzen dat Sneeuwwitje een hoofddoek droeg en dat er twee dikke zwarte strepen over haar blote armen liepen. Mijn dochtertje vroeg: ‘Waarom ga je niet voorlezen?’ Ik deed het boek dicht en zei: ‘Vanavond is er geen verhaal. Ga slapen zodat je een mooie droom krijgt, mijn meisje... Slaap, Bārān.’ Thuis noemden we onze dochter Bārān. Maar de naam die op haar geboortebewijs staat is een naam die noch ik noch haar moeder aan onze dochter had willen geven. Vandaar dat de naam Bārān ook een geschiedenis heeft die ik u op een andere avond zal vertellen. Nu wil ik, als u het mij toestaat, weer terugkeren naar mijn liefdesverhaal. | |
[pagina 150]
| |
Vraag me, in aanmerking genomen dat een ontmoeting tussen een man en een vrouw in Iran zo onwaarschijnlijk is: hoe ontmoeten Sara en Dara elkaar? Zoals ik al heb gezegd zijn Sara en Dara, hoewel ze elkaar pas voor het eerst zien daar in de marge van die studentendemonstratie, in feite al een jaar eerder begonnen met het schrijven van hun liefdesverhaal. En dat is het verhaal dat ik u nu ga vertellen: |
|