De Tweede Ronde. Jaargang 30
(2009)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
Even lachen, graag!
| |
[pagina 140]
| |
De winkelbediende gaf de foto's aan meneer Mokhtari. Meneer Mokhtari staarde enkele seconden naar de foto's. Mevrouw Saburi zei: ‘Ik weet niet wat er in uw doka gebeurt!’ Meneer Mokhtari stond op het punt om wat te zeggen toen mevrouw Saburi zei: ‘Hoe kan zoiets gebeuren?... Hoe is het mogelijk dat de foto's keer op keer hetzelfde probleem hebben?... Vertelt u mij maar eens waar ter wereld iemand drie keer foto's laat maken en elke keer...’ Meneer Mokhtari trok zijn wenkbrauwen op en schudde zijn hoofd uit ongeloof. ‘Kijkt u eens, meneer Mokhtari, u weet hoe belangrijk deze foto's voor mij zijn.’ ‘Ja, ik herinner me dat u zei dat de foto's...’ ‘Ja, ze zijn voor in een tijdschrift.’ ‘Geloof me dat ik mijn uiterste best heb gedaan om uw perfecte lach vast te leggen maar...’ Mevrouw Saburi trok de knoop van haar hoofddoek onder haar kin strakker aan en mompelde minachtend: ‘Mijn perfecte...!’ Meneer Mokhtari streek met zijn hand door het weinige haar op zijn achterhoofd. Peinzend duwde hij de bril op zijn neus omhoog en zei: ‘Het spijt me.’ ‘Dank u, maar uw excuses maken nog niet dat mijn probleem is opgelost. Denkt u alstublieft na over een oplossing!’ Meneer Mokhtari schoof de foto's terug in de envelop. Mevrouw Saburi zei na een korte pauze: ‘Morgen, morgen is de deadline om de foto's naar het tijdschrift op te sturen. Begrijpt u dat.’ ‘Ja. Ja mevrouw Saburi.’ De winkelbediende zat aandachtig luisterend op een leren stoel en staarde naar een punt op de tegels. Langzaam zei meneer Mokhtari: ‘Als u het goed vindt dat ik nog een keer...’ Mevrouw Saburi zuchtte diep en zei: ‘Nog een keer?? Prima, maar ik verzoek u wel om deze keer uw uiterste best te doen.’ Meneer Mokhtari knikte en zei: ‘Ik beloof het.’ Mevrouw Saburi slaakte een zucht van verlichting. Meneer Mokhtari zei: ‘Maakt u zich alstublieft gereed voor het maken van de foto.’ En hij wees naar de naastgelegen kamer. | |
[pagina 141]
| |
Mevrouw Saburi liep de kamer binnen. Ze stond voor de spiegel en trok de knoop van haar hoofddoek onder haar kin wat strakker. Ze schoof enkele haarlokken die over haar voorhoofd hingen onder haar hoofddoek. Ze maakte haar wenkbrauwen in orde en oefende haar lach in de spiegel. Voordat meneer Mokhtari binnenkwam vroeg hij: ‘Bent u zover?’ Mevrouw Saburi liep naar de draaistoel en zei: ‘Ja.’ ‘Gaat u alstublieft recht op de stoel zitten. Uitstekend. Kijkt u deze kant op en... Even lachen, graag!’ Mevrouw Saburi keek recht in de lens van de camera en lachte. Klik! Het was klaar. ‘Dank u. Wanneer kan ik de foto's op komen halen?’ ‘Morgenavond.’
De volgende avond was meneer Mokhtari niet in de winkel. Hij had een briefje bij zijn bediende achtergelaten en hem gevraagd het aan mevrouw Saburi te overhandigen. De jonge bediende gaf haar het briefje. ‘Beste mevrouw Saburi, ik wist niet hoe ik u de foto's persoonlijk zou kunnen overhandigen. Vandaar dat ik heb besloten een berichtje te schrijven en u mijn verontschuldigingen aan te bieden. Ik hoop dat u mij niet verantwoordelijk acht. Geloof me dat ik, net als u, niet weet wat er in die verdomde doka is gebeurd! Met vriendelijke groet, F. Mokhtari’ Alle kleur was uit het gezicht van mevrouw Saburi geweken. De bediende schoof met gebogen hoofd de envelop met foto's richting mevrouw Saburi. Voorzichtig haalde mevrouw Saburi een van de foto's uit de envelop. ‘Nee! Dit is onmogelijk!’ Op de nieuwe foto was ze te zien met tranen die over haar wangen biggelden. |
|