gieën en een chronische neusholteontsteking. Haar arts had haar een speciaal dieet aangeraden dat vrijwel alles verbood wat enige smaak had, en had verlangd dat ze alleen nog schoenen met leren zolen zou dragen. Haar neus was onder het mes geweest. Ze vereerde hem.
Mijn vriendin stond erop mee te gaan naar mijn afspraak, lopend half Amsterdam door, want door de druk achter haar ogen was haar zicht zo verminderd dat ze niet kon fietsen.
Dr. D. was de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd en noemde alle neuzen snuiten. Hij was klein van stuk, bewoog zich vlug en alert en straalde een aanstekelijk, bemoedigend optimisme uit. Hoewel hij op afspraak werkte, hield hij zich daar nooit aan en liet zijn patiënten soms uren wachten. Het leek niemand iets te kunnen schelen, en sommige ervaren klanten namen zelfs voorraadjes eten en drinken mee. Zijn assistente wond zich vaak op over de vertraging die hij liet ontstaan, maar als reactie op haar boosheid heb ik van hem nooit meer dan een schalks lachje gezien.
Dr. D.'s grootste pre was zijn waarachtigheid. Hij rustte niet voor hij een klacht tot op de bodem had uitgezocht. Hij luisterde. En wat belangrijker was, hij gaf ook uitleg en antwoord. Als hij een gebrek had, dan was het zijn rotsvaste geloof in zijn eigen diagnoses.
‘U hebt een sinusitis,’ zei hij.
‘Net als mijn kennis,’ vulde ik aan.
‘Een operatie is noodzakelijk,’ vervolgde hij alsof hij me niet gehoord had. ‘We moeten die snuit op orde brengen. De bacillen mogen geen broedplaats hebben.’ Zeker, het zou mijn ademhaling ten goede komen, en omdat het tegen het snurken hielp ook mijn nachtrust. Hij was ervan overtuigd dat mijn allergische reacties erdoor zouden afnemen.
Dr. D. had een privékliniek. De ingreep moest poliklinisch en als het op opereren aankwam, was de dokter zo te zien wel op tijd. Er werden nog meer patiënten klaargelegd, en hij werkte ons allemaal af.
Dadelijk na onze operaties lagen we bij elkaar, verenigd in onze misère van geronnen bloed, korsten en pijn - niemand was te herkennen. Een paar uur later werd ik, met zorgvuldig ingepakte snuit, in een taxi gezet en naar huis gestuurd.
Als ik naar de foto's kijk die mijn vrouw van me heeft genomen, liggend in bed, moet ik denken aan mijn regelmatige verzoeken om pijnstillers, de soepjes die ik slurpte, de constante aandacht die ik opeiste - terwijl mijn vrouw eigenlijk naar Spanje moest om haar moe-