Hij trakteerde haar op een kopje koffie met soesjes bij het Gouden Hoofd. Een tafeltje aan het raam, zodat ze naar buiten konden kijken, naar andere stellen van in de zeventig die voor de etalages draalden. Zou een van die vrouwen hetzelfde doormaken als zij?
Thuis ging ze, om haar vermoeide lijf wat rust te gunnen, een uurtje op de bank liggen. Hij maakte een cryptogram in zijn stoel naast de kachel, nippend aan een glaasje martini. Drink nooit vermout als je vermoedt dat je ver moet, schoot het door haar heen. Een trieste glimlach speelde om haar lippen, ze had nooit iets vermoed.
Het echtpaar aan de bar kende hem en groette vriendelijk. Bedeesd knikte hij terug. Aan de zijkant van de tap klom hij op een kruk, dan kon hij het hele café overzien. Aan twee tafeltjes zaten mensen te eten, verder was er niemand. Anja zette een groot glas bier voor hem neer en kneep even in zijn hand. Ze wist dat hij het moeilijk had, dat wist de hele buurt. Hij staarde voor zich uit en probeerde op te gaan in de smartlap die door de luidsprekers klonk. Lange uithalen en trillende slotnoten, binnensmonds neuriede hij mee.
Bij het tweede biertje klemde hij een sigaret tussen zijn lippen, alleen hier rookte hij, zijn vrouw had er een hekel aan. Sjors en Govert kwamen binnen, een homostel dat bij hen aan de overkant woonde. Ze gaven hem een vette knipoog en een brede glimlach, zijn wangen gloeiden van verlegenheid.
Het café stroomde vol, aan alle tafeltjes zaten nu mensen, sommigen om te kaarten, anderen om de verhalen van de dag met elkaar te delen. Aan de bar hingen drie eenzame types. Ze zwegen, dronken en staarden. Net als hij.
De donkerbruine wanden, het gedempte licht van de spotjes boven de bar, het getinkel van de glazen die Anja spoelde, dat alles stelde hem op zijn gemak. Hier kon hij het leven aan. De eerste keer had hij onwennig in een hoekje gezeten, maar sinds een aantal maanden was dit zijn vaste plek aan de bar.
‘Dag schatje,’ zei Sjors die een barkruk naast de zijne sleepte en erop kroop. Aan zijn andere zijde leunde Govert tegen de bar. Ze hadden al aardig wat op. Anja zette drie biertjes voor hen neer.
Hij voelde zich altijd een beetje opgelaten als anderen zo dichtbij hem kwamen. Govert sloeg een arm om zijn schouders. ‘En hoe is het nou, meid? Heb je nieuwe kleren gekocht, dat rood staat je goed