De Tweede Ronde. Jaargang 29
(2008)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 186]
| |
Het nieuwe Israëlitische ziekenhuis in Hamburg
| |
Das Neue Israelitische Hospital zu HamburgEin Hospital für arme, kranke Juden,
Für Menschenkinder, welche dreifach elend,
Behaftet mit den bösen drei Gebresten,
Mit Armut, Körperschmerz und Judentume.
Das schlimmste von den dreien is das letzte,
Das tausendjährige Familienübel,
Die aus dem Nil-Tal mitgeschleppte Plage,
Der altägyptisch ungesunde Glauben.
| |
[pagina 187]
| |
[Vervolg Nederlands]Een ongeneeslijk lijden! Daarbij helpen
Geen stoombad, stortbad of de scherpe tangen
Der chirurgie, noch alle therapieën
Die dit tehuis zijn zieke gasten aanbiedt.
Verhelpt ooit Kronos, de aloude godheid,
Dit donker leed dat wordt vererfd van vader
Op zoon, en zal dan ooit misschien de kleinzoon
Genezen, wijzer zijn en zelfs gelukkig?
Ik weet het niet, maar laat ons ondertussen
Het wijze hart lof brengen dat vol liefde
Verzachten wilde wat zich liet verzachten
Door tijdelijk balsem in de wond te gieten.
Kranige man! Hij bouwde hier een wijkplaats
Voor lijden dat door kunst van de doktoren
(Of door de dood!) geneeslijk is; hij zorgde
Voor peluws, tonicums, hulp en verpleging.
| |
[Vervolg Duits]Unheilbar tiefes Leid! Dagegen helfen
Nicht Dampfbad, Dusche, nicht die Apparate
Des Chirurgie, noch al die Arzeneien,
Die dieses Haus den siechen Gäste bietet.
Wird einst die Zeit, die ewge Göttin, tilgen
Das dunkle Weh, das sich vererbt vom Vater
Herunter auf dem Sohn, - wird einst der Enkel
Genesen und vernünftig sein und glücklich?
Ich weiss es nicht! Doch mittlerweile wollen
Wir preisen jenes Herz, das klug und liebreich
Zu lindern suchte, was der Lindrung fähig,
Zeitlichen Balsam träufelnd in die Wunden.
Der teure Mann! Er baute hier ein Obdach
Für Leiden, welche heilbar durch die Künste
Des Artztes, (oder auch des Todes!) sorgte
Für Polster, Labetrank, Wartung und Pflege -
| |
[pagina 188]
| |
[Vervolg Nederlands]Man van de daad die deed wat hem te doen stond,
Die in zijn levensavond zo menslievend
Zijn dagloon aan liefdadigheid besteedde,
Door weldoen zich herstellend van de arbeid.
Hij schonk royaal, maar een nog rijker gave
Ontwelde aan zijn ogen vaak, de tranen,
De kostbaar mooie tranen die hij weende
Om 't ongeneeslijk lijden van zijn broeders.
| |
[Vervolg Duits]Ein Mann der Tat, tat er was eben Tunlich;
Für gute Werke gab er hin den Taglohn
Am Abend seines Lebens, menschenfreundlich,
Durch Wohltun sich erholend von den Arbeit.
Er gab mit reicher Hand - doch reichre Spende
Entrollte manchmal seinem Aug, die Träne,
Die kostbar schöne Träne, die er weinte
Ob der unheilbar grossen Brüderkrankheit.
|
|