Ze giechelde van plezier toen het rood aangelopen gezicht van Martha voor de patrijspoort verscheen. Een sensatie die nog het meeste leek op ‘net goed’ ging door haar heen en vervolgens zakte ze weg in een van die korte slaapjes die haar sedert de hersenbloeding regelmatig overvielen. Toen ze weer wakker werd, duurde het lang voor ze besefte waar ze was, maar het rode hoofd van Martha bracht haar langzaam terug tot de werkelijkheid. Tussen de schimmige gedachten die door haar heen gingen was er één die steeds vastere vorm begon aan te nemen: ‘Nu zij toch binnen was kon Martha net zo goed een stoombad nemen.’ Het viel niet mee om de rolstoel tot bij de thermostaat aan de muur te manoeuvreren en het was nog veel moeilijker om met die onwillige arm het geribde tandwieltje te bereiken. Twee keer hield ze op omdat ze niet meer wist waar ze mee bezig was, maar de derde keer draaide ze het wieltje helemaal door tot op de hoogste stand. Daarna viel ze, achterover leunend in de rolstoel, in een lange, ontspannen slaap.
Uren later werd ze gevonden. Men was gaan zoeken omdat ze niet in de eetzaal was verschenen. Toen men de deur van het stoombad had geopend en, na een periode van afkoeling, naar binnen kon, trof men daar zuster Martha aan. Zij was tot op het bot gaar.
Later, toen er rechercheurs kwamen om enige klaarheid in de zaak te brengen, keek zij de mannen bij hun vragen verwezen aan. Het enige waar ze aan kon denken was dat ze haar meest geliefde uurtje van de week had gemist.
‘Wat verwachten jullie nou voor antwoorden van zo'n dement mensje?’ had de directrice gezegd. Maar iets in haar ogen na deze opmerking maakte dat één van de politiemannen haar lang en aandachtig bleef aankijken om tenslotte toch schouderophalend weg te lopen.
Nog later, in de ontspanningsruimte, schilderde ze met grote letters en in vele kleuren op grote vellen papier: hond, hond, hond, hond. Ook stootte zij een stroom luide, onsamenhangende klanken uit, die door de omstanders goedmoedig werden aangehoord. De dokter die eruit zag als Gods zoon, tenminste zoals zij zich hem voorstelde, sloeg haar bezorgd gade. Slechts haar bezoekende kleinkinderen keken alsof ze alles begrepen.