Over Ramon Llull
Bob de Nijs
Ramon Llull werd geboren te Palma de Mallorca tussen 1232 en 1235. Dit was kort na de verovering van het eiland door Jacob de Veroveraar, waarbij de plaatselijke Arabische heerser werd verslagen. De jonge Ramon kreeg een plaats toegewezen aan het hof en werd later opvoeder van de prins, die bij de opdeling van de Catalaans-Aragonese confederatie de titel van koning van Mallorca zou voeren - een kortstondig koninkrijk waartoe ook Noord-Catalonië behoorde, met Perpignan als hoofdstad.
Na een vrij losbandig leven kwam Ramon Llull op dertigjarige leeftijd tot inkeer en besloot hij zich te wijden aan de bekering van de mohammedanen. Tot dan toe had hij alleen poëzie geschreven onder invloed van de troubadourstraditie.
Met dezelfde mateloosheid wierp hij zich op zijn nieuwe taak. Hij liet vrouw en kinderen achter, maakte een reis naar het Heilige Land en bij zijn terugkeer trok hij zich terug in het cisterciënzerklooster ‘La Real’ op Mallorca, waar hij zowel Latijn als Arabisch (inbegrepen de Koran) bestudeerde.
Hij begon ook aan de redactie van zijn Ars Magna, waarin hij zijn filosofische systeem opbouwde. Hij ondernam tal van reizen om te trachten invloed uit te oefenen op kerkelijke en politieke machthebbers van zijn tijd met de bedoeling die warm te maken voor zijn bekeringsplannen. Hij vond echter geen gehoor - de tijden waren veranderd sinds de eerste kruistochten. Meer succes had hij met zijn anti-Averroïsche campagne en later kreeg hij toch gedaan dat zijn doctrines werden aanvaard aan de Parijse Sorbonne.
Tussendoor ondernam hij ook nog reizen naar Noord-Afrika, bezeten als hij was door zijn bekeringsijver, die hij, wegens gebrek aan belangstelling in Europa, op eigen houtje probeerde te realiseren. Volgens de legende zou hij tijdens zijn laatste reis in Bougia gestenigd zijn en zwaar gekwetst naar Mallorca overgebracht, waar hij rond 1316 overleed.
Ondanks al die mobiliteit die zijn leven beheerste, slaagde Ramon Llull er toch in om bijna 250 werken na te laten. Hij schreef zowel in het Arabisch, het Latijn als in het Catalaans. Dit laatste is erg belangrijk, want hierdoor is hij ook de schepper geworden van het Standaardcatalaans, en dit in een tijd dat de cultuurtaal rond dit gedeelte van de Middellandse