De Tweede Ronde. Jaargang 29
(2008)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
Catalaanse cultuur: een interpretatie
| |
[pagina 85]
| |
koos voor ballingschap. De Catalaanse cultuur ontwikkelde zich als een moderne cultuur en deed dat tweemaal. De tweede keer vanaf 1950, na de moeilijkste jaren van de onderdrukking onder Franco. De wijze waarop de Catalaanse cultuur geworden is tot wat ze vandaag is, dateert van dat moment, omvat alle artistieke disciplines en is nauw verbonden met de politieke oppositie tegen het Franco-regime. Vertalingen van Europese en Amerikaanse romans, een encyclopedie, speurdersromans, theater, avant-garde poëzie, en daarnaast de bijdragen van twee generaties schrijvers: degenen die, gevormd in de culturele omgeving van vóór de oorlog, bekendheid kregen tijdens de Franco-tijd, en degenen die, geboren tijdens de dictatuur, de geest van '68 als uitgangspunt namen en zich van daaruit in verschillende richtingen ontwikkelden. Dit was een heel andere situatie dan in de jaren dertig: het franquisme was overal aanwezig en de Catalaanse cultuur ontwikkelde zich als tegenoffensief, zonder officiële steun, en bediende zich daarbij afwisselend van de typische mechanismen van de culturele sector (die dezelfde was als voor het Spaans) en het maecenaat. In dat klimaat beleefde de Catalaanse cultuur opnieuw een Gouden Eeuw. In de Guia de la fira de Francfort per a catalans no del tot informats (Gids voor de Frankfurter Buchmesse voor Catalanen die niet geheel op de hoogte zijn), schrijft Sergio Vila-Sanjun over de grote angst die de beurs in Frankfurt veroorzaakte bij degenen die er voor het eerst kwamen, iets waar de Catalaanse cultuur voor een deel onder lijdt als gevolg van de veranderingen van de laatste decennia. Vanaf 1975, met de komst van de democratie, veranderen de referentiepunten. De politieke strijd wordt opzij gezet en er komt een periode van institutionele stabiliteit, waarin de Catalaanse uitgeefindustrie zijn positie kan verstevigen. Na dertig jaar politieke autonomie is de culturele productie groter dan ooit, met gevestigde auteurs die in het buitenland bekendheid genieten. Maar tegelijkertijd heeft de culturele sector ook te maken met groeipijnen en is men genoodzaakt te kijken naar de eigen toekomst binnen het kader van de global economy, waarbinnen de meerderheidstalen en hun verspreiding in het voordeel zijn. Deze veranderingen hebben zich zeer snel voltrokken en er zijn nauwelijks argumenten te vinden die dit kunnen verklaren en daarbij op instemming kunnen rekenen van een meerderheid onder degenen die tot de culturele gemeenschap behoren. Op het moment dat men zich in een dergelijk groot forum als de Frankfurter | |
[pagina 86]
| |
Buchmesse publiekelijk moet presenteren, is dit gebrek aan argumenten van doorslaggevend belang. Het huidige culturele panorama is heel weids en wordt gemarkeerd door diverse spanningsvelden. We zullen er een paar nader bekijken. | |
Hogere en populaire cultuurEen van de factoren die de Catalaanse cultuur zo vitaal maken, het vermogen om hogere en populaire cultuur te laten samengaan, lijkt de laatste tijd juist als probleem te worden beschouwd. In de jaren tachtig werd gekozen voor kwantiteit: het doel was zoveel mogelijk lezers te bereiken met gemakkelijk toegankelijke boeken. Op deze manier wilde men de uitgeefsector versterken en tegelijkertijd een bijdrage leveren aan de normalisatie van de taal door het Catalaans te verspreiden onder nieuwe lezers. Volgens sommige kritische stemmen ging deze groei ten koste van de kwaliteitsliteratuur, die daarmee uit het publieke debat verdween. In werkelijkheid produceert de Catalaanse cultuur nog altijd literatuur van hoog niveau (Balthasar Porcell, Julió de Júdar, Robert Saladrigas, Carme Riera, Quim Monzó, Miquel de Palol) naast de nieuwe alternatieven op het gebied van de populaire literatuur (Jaume Cabré, Ferran Torrent, Albert Sanchez Piñol, Manel Zabala). | |
Traditie en avant-gardeTijdens de Franco-periode was het naar voren brengen van de eigen traditie een van de prioriteiten. Deze was immers verstopt geraakt, doordat het Catalaans verboden was geweest. In de eerste plaats gebeurde dit door middel van populaire edities die aansloten bij de uitgeefprojecten van vóór de oorlog. Daarna gebeurde het door uitgaven op taalkundig gebied en door de universiteit. Tegenwoordig maakt een nieuwe generatie kunstenaars gebruik van de traditie (van de romantiek tot de twintigste eeuw) als scheppingsgrond voor hun werk. In plaats van de klassieken te presenteren als een reeks van scholen en stijlen, lezen ze deze in relatie tot de grote creatieve stromingen en het hedendaagse denken. Beeldend kunstenaars als Miquel Barcelú en Perejaume (die behalve kunstenaar ook essayist en dichter is), dichters als Pere Gimferrer, Vincenç Altaió of Enric Cassassas, vertellers als Antoni Pladevall of | |
[pagina 87]
| |
Francesc Serés, hebben de middeleeuwse klassieken geactualiseerd, maar ook de landschappelijke beelden van Jacint Verdaguer en J.V. Foix en zelfs de plattelandsroman. | |
Fictie en non-fictieDe Catalaanse realiteit verandert in duizelingwekkend tempo en niet altijd naar de zin van de schrijvers. De marketingcampagne van Barcelona als internationale ontmoetingsplek en toeristenstad heeft weinig bijval gekregen onder de intellectuele klasse, die geneigd is zich te concentreren op de minder zichtbare aspecten en de verborgen realiteit achter de institutionele beelden. Er heeft zich een vertelkunst ontwikkeld die de stad als thema heeft (Julió de Júdar, Quim Monzó, Joan Rendé, Mercè Ibarz, Marc Romera) en zich kan meten met andere vertelvormen uit de film, het theater en de televisie. Terwijl in de literatuur de fictie overheerst met een licht autobiografische toets, geeft de film de beste afspiegeling van het hedendaagse Catalonië en bedient zich daarbij van een militante documentairestijl. | |
Herinnering en realismeDe jongste lezers hebben de neiging de Catalaanse literatuur te vereenzelvigen met het verleden. De behoefte om te onderzoeken wat de twintigste eeuw voor Catalonië heeft betekend, heeft gezorgd voor een groot aantal prozawerken die spelen in de naoorlogse periode. Enkele daarvan, zoals van Emilie Teixidor en Jaume Cabré, van Vicená Villatoro en Carme Riera, hadden succes bij een groot publiek en zijn alom geprezen. Maar daarnaast is er een literatuur over de hedendaagse eenzaamheid, met Quim Monzó en Sergi Pàmies en Jordi Puntí als protagonisten, die situaties uit het echte leven extrapoleren, maar daarnaast een literatuur die op verschillende aspecten van de actualiteit inspeelt: de bouwspeculatie, het massatoerisme of de ontwikkeling van de Catalaanse maatschappij sinds de jaren zeventig zijn enkele van de onderwerpen die aan de orde worden gesteld in de laatste romans van Baltasar Porcell, Valentí Puig en Lluís M. Todú. | |
[pagina 88]
| |
Amusement en ideeënEen andere schijnbare tweedeling die de laatste tijd voorwerp van polemiek is geweest, stelt amusement en ideeën tegenover elkaar. Gelieerd aan de vernieuwende filosofische beweging van de jaren zeventig is er een meer beschouwende literatuur ontstaan die banden onderhoudt met Europa (Antoni Marí, Narcís Comadira, Francesc Parcerisas). Daarnaast is er de roman die als basismateriaal de cultuurhistorie neemt, met vertegenwoordigers als Joan F. Mira en Miquel de Palol. De mode van de vluchtige boeken heeft ook het Catalaans bereikt, waar de roman nog altijd een goede traditie heeft en ook het respect voor de lezer overeind blijft. Voor een groot deel vormt de amusementsliteratuur - bij voorbeeld de boeken van Xavier Moret of Empar Moliner - een vehikel voor ideeën over de hedendaagse werkelijkheid, net zoals de boeken van Martí Dominguez een hoge amusementswaarde hebben. | |
Centrum en periferieEnkele van de meest vernieuwende stemmen van de hedendaagse Catalaanse literatuur hebben zich ver van Barcelona doen horen. Dat is het geval met Miquel Bauçà en Arnau Pons uit Mallorca, van Albert Roig uit Tortosa, Toni Sala uit de Maresme, en met schrijvers uit Frans Catalonië als Joan-Lluís Lluís of Joan-Daniel Bezsonoff. De in het Catalaans schrijvende auteurs in Mallorca, Valencia of Perpignan betreuren het gebrek aan prestige van Barcelona als culturele hoofdstad, zelfs al zijn de meeste uitgeverijen en culturele instellingen er gevestigd; de stad is niet normbepalend meer. Anderzijds kent het Catalaanse literaire systeem andere centra met een grote creatieve potentie zoals Vic of Gerona. | |
Objectiviteit en subjectiviteitIk-literatuur is in opkomst. Binnen een vijandige werkelijkheid leent de literatuur zich als een schuilplaats, maar ook als een uitkijktoren van waaruit de realiteit wordt geobserveerd en geanalyseerd. Feliu Formosa en Valentí Puig zijn de eersten geweest die verantwoordelijk waren voor de terugkeer van het dagboek, een genre dat een brede schare van beoefenaars kent: Poná Pos, Enric Súria of Jaume Sobirana. | |
[pagina 89]
| |
Territorium en wereldAls kind van de romantiek is de Catalaanse literatuur sinds haar ontstaan verbonden met haar geboortegrond. Vandaag de dag ontstaat er een literatuur met een universeler thematiek, die gelezen kan worden ongeacht de oorsprong ervan (Robert Saladriagas, Jordi Coca, Albert Sanchez Piñol) en die om die reden ook eenvoudig te vertalen is. Tegelijkertijd zijn er auteurs die hun opleiding voor een deel in het buitenland hebben gehad, zoals Imma Monsú (Frankrijk), Monika Zgustova (Tsjechië), Caterina Pascual Söderbaum (Zweden) of Lolita Bosch (Mexico), en die het Catalaans gebruiken als hun lingua franca. De kinderen van de emigranten die in de laatste tien jaar zijn aangekomen en die hun scholing in het Catalaans hebben gehad, zullen in de komende jaren een nieuwe visie meebrengen.Ga naar voetnoot* |
|