De Tweede Ronde. Jaargang 28(2007)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Sterren boven Carnac Jan Boerstoel Ze vallen niet zo op in Amsterdam al kun je daar de sterren ook wel zien, maar alle neon- en lantarenlichten maken ze anders, minder ver misschien. Maar hier, boven de stenen van de doden, Carnac, een naam die knarst tegen je tanden, staan ze als offervuren 's nachts te branden, in vlam voor onverbiddelijke goden. Niets lijkt hun op de wereld te ontgaan, sinds jaar en dag, als het om mensen gaat en wat die welbewust elkander aandoen, met wreedheid als de menselijke maat. Druïden, die in maanbeschenen nachten hun bloederige zwarte kunst bedreven, ridders die heel hun heraldieke leven in dienst stelden om landvolk af te slachten. De Zonnekoning die hen naar de kroon wou steken, maar allang niet langer straalt. Napoleon die ook al niet meer schittert, omdat het donker hem heeft ingehaald. Onschokbaar staan zij nergens van te kijken, terwijl de mensen lijden door de tijden en waar dat lijden aldoor toe blijft leiden: het sneuvelen, het sneven, het bezwijken. [pagina 37] [p. 37] Ze vallen niet zo op in Amsterdam, maar hier staan zij de hele hemel rond en staren maar met witte, hete ogen... Ergens ver weg blaft godzijdank een hond. Vorige Volgende