| |
| |
| |
Dubbele moraal
Jaap van den Born
Er is maar één God
Eén God bestaat maar echt, dient u te weten
Eén God, die alles doet en alles ziet
En anderen die kunt u dus vergeten
Die Zeus en Thor of hoe ze mogen heten
Dat zijn niet meer dan enkel loze kreten
De bijbel zegt het en die liegt toch niet?
Kor. 8:4: ‘...wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar één God is.’
| |
Er bestaan veel goden
Er zijn meer goden laat de bijbel weten
Ze zijn reëel hoewel je ze niet ziet
De meesten zijn we nu dan wel vergeten
(We weten vaak niet eens meer hoe ze heten)
Maar ook al slaakt u nu ontstelde kreten
Ze zijn er echt, ontkennen kan dus niet
Ps. 50:1: ‘De God der goden, de HEER, gaat spreken.’
Ps. 82:1: ‘God staat op in de hemelse raad, hij spreekt recht in de kring van de goden.’
Ps. 89:7,8: ‘Want wie daar boven kan de HEER evenaren, wie van de goden zich meten met de HEER, met God, zeer geducht in de raad van de hemelingen.’
| |
| |
| |
God is Liefde
Gods Liefde is het die ons laat gedijen
Doet daarvan niet de ganse schepping kond?
De leeuwerik, het zoemend lied der bijen
Doet ieder kind oprecht van vreugde schreien
En huppelen in opgewekte rijen
Vanaf de allervroegste morgenstond
Ps. 103:8: ‘Liefdevol en genadig is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.’
| |
Heb uw vijanden lief
God laat zijn tegenstanders niet gedijen
Het volk van Gath zat Hij achter hun kont:
Veroorzaakt door heel akelige beien
Klonk luid geweeklaag en een bitter schreien
Je zag ze tegen scherpe stenen rijen
En zitten was iets dat hen tegenstond
Sam. 5:12: ‘God pakte de inwoners hard aan. Wie niet stierf, werd geplaagd door aambeien; het gekerm van de stad steeg op naar de hemel.’
| |
| |
| |
Jezus stopt met de drank
‘Geen druppel wijn zal ik meer tot mij nemen!
Voorgoed voorbij en afgelopen! Uit!
De drank brengt slechts ellende en problemen
Ik kick niet af met moeilijke systemen:
Als God mag ik karaktersterkte claimen
Dus stop gewoon. Een kloek en ferm besluit!’
Matth. 26:29: ‘Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’
| |
Jezus heeft een terugval
Zal ik er op de valreep eentje nemen?
Dat ene slokje maakt toch niks meer uit?
Ik heb nu wel wat grotere problemen
Als prooi van de gevestigde systemen
Alleen daar ik mijn titel wilde claimen
Zodat ik nu mijn loopbaan hier besluit
Lucas 23:36: ‘Ook de soldaten dreven de spot met hem, ze gingen voor hem staan en boden hem zure wijn aan, terwijl ze zeiden: “Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan!”’
| |
| |
| |
De republiek Israël
Ik zou toch wel eens even willen weten
Had God niet ooit aan David dit beloofd:
‘Jouw troon wordt eeuwig in jouw naam bezeten
En enkel door jouw nageslacht versleten?’
Heeft die belofte Hem alsnog gespeten
Of heeft Hij David toen een kool gestoofd?
Sam. 7:16: ‘Jouw stel ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.’
| |
Eigen schuld
‘Waarom wil toch geen mens meer van Mij weten?
Ondanks het prachtigs dat Ik heb beloofd?
Een kerkbank wordt nog nauwelijks bezeten
Mijn aanhang wordt totaal voor gek versleten
En kerkbezoek heeft menigeen gespeten
Ze worden liever in de hel gestoofd’
Sam. 7:25: ‘Welnu, HEER, mijn God, houd u dan ook aan de belofte die u aan mij en mijn koningshuis hebt gedaan en doe uw woord voor altijd gestand. Dan zal uw naam voor altijd in ere worden gehouden.’
| |
| |
| |
Jezus voer op ten hemel!
De Heiland moest zwaar voor mijn zonden boeten
Toen steeg Hij naar de hemel op, Gods Zoon
Het laatste zag men Zijn doorboorde voeten
Dus bid en dank en zeg je weesgegroeten
We zullen allen dankbaar knielen moeten:
Hij waste onze zonden weer brandschoon
| |
Jezus zit in de hel
‘Eén misstap! Moet Ik daar zo zwaar voor boeten?
Ik ben verdomme wél Zijn Eigen Zoon!
De Hel! Ik kom dus nooit op vrije voeten
Al bid Ik honderdduizend weesgegroeten!
Waarom die regels zo dogmatisch moeten?
Zelf is Hij nou ook niet bepaald brandschoon’
Matth. 5:22 (Jezus tot zijn discipelen): ‘Wie “Dwaas!” zegt zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.’ [In de Nieuwe Bijbelvertaling heet de hel Gehenna.]
Matth. 23:17 (Jezus tot de farizeeën): ‘Dwaas zijn jullie en blind.’
| |
| |
| |
Onze God kan alles!
God geeft de vijand stevig op zijn donder
Hij slaat ze met de pest, hij maakt ze ziek
Met hagelstenen krijgt Hij ze er onder
Steeds komt Hij met een wonderbaarlijk wonder
Dat maakt nou onze Here zo bijzonder:
Voor elke vijand heeft Hij een techniek!
Hab. 3:4,5: ‘Stralen komen uit zijn hand, waarin zijn kracht verborgen is. Voor hem uit gaat de pest, de koorts volgt hem op de voet.’
Ps. 50:3: ‘Laaiend vuur raast voor hem uit, rondom hem wervelt een storm.’
Joz. 10:11: ‘Toen hun vijanden de pas van Bet-Cheron afvluchtten, wierp de HEER vanuit de hemel grote hagelstenen op hen, tot aan Azeka toe.’
| |
Machteloze woede
‘Wat is dat nou voor nieuwerwets gedonder?
Kijk, daarvan word Ik nou als God goed ziek!
Ik hou Mijn volk met machtsvertoon eronder
En draai Mijn hand niet om voor weer een wonder
Maar heb, en ja dat ergert Me bijzonder
Geen middel tegen kennis en techniek’
Recht. 1:19: ‘Met de hulp van de HEER maakte Juda zich meester van het bergland, maar het lukte niet om de bewoners van de laagvlakte te verdrijven, want die beschikten over ijzeren strijdwagens.’
| |
| |
| |
Duidelijk
‘Nou ja, wie zou zoiets nou niet geloven
Als je het met je eigen ogen ziet?
De wolken werden uit elkaar geschoven
Een donderstem die bulderde van boven!
Als onze God Zich zo loopt uit te sloven
Met zo'n vertoning, wie gelooft dan niet?’
Joh. 1: 29-35: De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want hij was er vóór mij.”... En Johannes getuigde: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en hij bleef op hem rusten... hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” En dat heb ik gezien, en ik getuig dat hij de Zoon van God is.’
| |
Vaag
‘Je weet nooit zeker wat je moet geloven
Omdat je zoveel volksbedriegers ziet
Wanneer zo een naar voren wordt geschoven
Dan komt er nooit bevestiging van boven
Nou loopt die Jezus zich weer uit te sloven
Ik vraag me af: is hij het nou of niet?’
Matth.11:2: ‘Toen Johannes in de gevangenis over het optreden van de messias hoorde, stuurde hij enkele van zijn leerlingen naar hem toe met de vraag: “Bent u degene die komen zou of moeten wij een andere verwachten?”’
| |
| |
| |
Onzichtbaar
O lieve God! Ik wil slechts voor U leven
Ik bid en bid maar er valt niks te zien
Graag wil ik U persoonlijk aandacht geven
Vindt U die schuwheid Zelf niet overdreven?
Ik wil U zien, al is het maar heel even;
Een stukje van Uw achterwerk misschien?
Joh. 1:18: ‘Niemand heeft ooit God gezien.’
1 Tim. 6:16: ‘geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien.’
Exod. 33:22: ‘Als ik mijn hand weghaal, zul je mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.’
| |
Een fraai gezicht!
‘Is dat Hem nou? Wel heb ik van mijn leven!
Zo'n uitzicht is niet dagelijks te zien!
Kun jij me nog zo'n lekker broodje geven?
Nou Mozes, je hebt echt niet overdreven
Echt schitterend! Aäron, wil jij even
De kip doorgeven en wat sla misschien?’
Exod. 24:9: ‘Hierna ging Mozes de berg op, samen met Aaron, Nadab en Abihu en zeventig van Israëls oudsten van het volk, en zij zagen de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf. Deze vooraanstaande Israëlieten werden niet door God gedood: zij zagen hem, en zij aten en zij dronken.’
| |
| |
| |
Vroeg uit de veren
Ik ga eruit. Ik kan niet langer wachten
Mijn hart bonkt ongeduldig in mijn borst
Die rustkuur bracht me weer geheel op krachten
Ik ben het zat onthouding te betrachten
Ik lig gewoon naar alcohol te smachten
Ik hunker naar een beaujolais! Mij dorst!
Matth. 12:40: ‘Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven.’
Marc. 15:25,42, 16:1, 16:9: ‘Het was in het derde uur na zonsondergang dat ze hem kruisigden... dat wil zeggen de dag voor sabbat... Toen de sabbat voorbij was ... op de eerste dag van de week, gingen ze heel vroeg in de ochtend naar het graf... Toen hij vroeg op de eerste dag van de week uit de dood was opgestaan.’ (na twee dagen dus)
| |
Waar wachten we eigenlijk op?
Waarom we in die graven moeten wachten?
Ik klop nog maar wat pieren van mijn borst
Er werken hier mysterieuze krachten
We moeten blijkbaar nog geduld betrachten
Wat is het punt ons hier te laten smachten?
We liggen hier te sterven van de dorst!
Matth. 27:50-54: ‘Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus' opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen.’
|
|