Er gingen nog twee dagen voorbij. De doodsangst werd geleidelijk aan wat minder. Honger en dorst werden de grootste vijanden.
Er gingen nog vier dagen voorbij. Nu hadden de man en vrouw alle belangstelling voor leven of dood verloren. Ze kwamen uit hun schuilplaats te voorschijn.
De man probeerde de aandacht van zijn buren te trekken door hard te roepen: ‘We geven ons over - maak er maar een eind aan.’
De aangeroepenen kwamen voor een verschrikkelijke keus te staan: ‘Onze geloofsovertuiging verbiedt het ons te doden.’
Het waren Jains. Na lang beraad en veel onderlinge discussie besloten ze om het echtpaar door te sturen naar een andere buurt, waar de juiste handelwijze kon worden gevolgd.