De Tweede Ronde. Jaargang 28



[pagina 31]
Twee gedichten Kees Hermis Buitengebied 1 Het was zo'n avond die wel kwam maar niet op gang wilde komen alsof de tijd bleef hangen in een soort wachten dat niet weet waarop iemand vroeg of je er nog was en of je wist dat het geregend had je keek, zag onder bomen door een tuimelende verte alles was onbegrijpelijk waar voltrok zich in een waas van ongeschreven wetten, toen een vleug wind je schouder schampte en je werd aangeraakt door bodemloosheid onder dit bestaan

[pagina 32]
Buitengebied 2 Er doemden woorden op als dwaas, bizar, je zocht zoals op water een vlonder, kade, trap omhoog, een vaste wal die niet bewoog massieve grond onder je voeten, geen schommelende horizon geleidelijk aan keerde je terug in je met nacht doorvloeide tuin je zat daar nog, hoorde een egel tussen verdorde bladeren snuiven zag hoe de maan zich spiegelde in het verstilde vijverwater en onverwacht was daar de geur van kamperfoelie ja, de aarde was er nog en goed