| |
| |
| |
Vertaalde poëzie
| |
| |
Vijf gedichten
Anna Achmatova
(Vertaling Marja Wiebes en Margriet Berg)
[Ongetwijfeld zijn er vele zaken]
Die nog niet door mij bezongen zijn:
Die nog zonder woorden kreten slaken,
Of die ondergronds gesteente kraken,
Of zich dringen door een rookgordijn.
Heel wat rekeningen heb ik lopen
Met de wind, met water en met vuur...
Daarom word ik als ik slaap bekropen
Door een droom, gaan poorten voor mij open,
Leidend naar de ster van 't morgenuur.
| |
[Многое еще, наверно, хочет]
Многое еще, наверно, хочет
Быть воспетым голосом моим:
То, что, бессловесное, грохочет,
Иль во тьме подземный камень точит,
Или пробивается сквозь дым.
С пламенем, и ветром, и водой...
Оттого-то мне мои дремоты
Вдруг такие распахнут ворота
И ведут за утренней звездой.
| |
| |
| |
Aan de stad van Poesjkin
1
O wee, mijn stad! Men heeft u platgebrand...
O weerzien, dat nog zwaarder valt dan scheiden!..
Hier was ooit een fontein, en lanen leidden
Naar 't oude parkje aan de overkant.
De zon, die hier het vurigst rood verspreidde,
April, de geur van rotting van het land,
| |
Городу Пушкина
1
О, горе мне! Они тебя сожгли...
О, встреча, что разлуки тяжелее!..
Здесь был фонтан, высокие аллеи,
Громада парка древнего вдали,
Заря была себя самой алее,
В апреле запах прели и земли,
| |
| |
2
Al een eeuw is verlopen, het blad van de wilgen verdorde,
Om wel honderdmaal frisser in 't zilveren vers op te gaan.
De verwilderde rozen zijn purperen bottels geworden,
En men heft bij het toasten nog steeds oude schoolhymnen aan.
Vijftig jaar ging voorbij. Door het wondere lot niet vergeten,
Had ik van 't verstrijken der jaren geen enkel idee, -
En ik keer daar niet weer. Maar ik neem zelfs tot achter de Lethe
De contouren van 't park van mijn Tsarendorp nog met me mee.
2
Этой ивы листы в девятнадцатом веке увяли,
Чтобы в строчке стиха серебриться свежее стократ.
Одичалые розы пурпурным шиповником стали,
А лицейские гимны всё так же заздравно звучат.
Полстолетья прошло... Щедро взыскана дивной судьбою,
Я в беспамятстве дней забывала теченье годов, -
И туда не вернусь! Но возьму и за Лету с собою
Очертанья живые моих царскосельских садов.
| |
| |
| |
Echo
't Pad naar vroeger is reeds lang gesloten,
En wat moet ik met dat vroeger aan?
Op de tegels daar is bloed vergoten,
Er zijn deuren die niet opengaan,
Of een echo, die niet kan bedaren,
Die niet zwijgt, hoewel ik het hem vraag...
Deze echo heeft hetzelfde ervaren
Als de echo die ik in mij draag.
| |
Эхо
В прошлое давно пути закрыты,
И на что мне прошлое теперь?
Что там? - окровавленные плиты,
Или эхо, что еще не может
Замолчать, хотя я так прошу...
С этим эхом приключилось то же,
Что и с тем, что в сердце я ношу.
| |
[Ze zullen vergeten? Och heden!]
Ze zullen vergeten? Och heden!
Dat deden ze mij honderd keer.
Al honderd keer ben 'k overleden,
Misschien ben ik dat nu wel weer.
De Muze, die doof is en blind is,
Vergaat in de grond als het graan,
Om dan uit de as als een Feniks
In 't blauw van de lucht op te staan.
| |
[Забудут? - вот чéм удивили!]
Забудут? - вот чéм удивили!
Сто раз я лежала в могиле,
Где, может быть, я и сейчас.
А Муза и глохла и слепла,
В земле истлевала зерном,
Чтоб после, как Феникс из пепла,
В эфире восстать голубом.
| |
| |
| |
Het laatste gedicht
Soms stormt er een binnen met dondrend gedruis,
En brengt zo de adem des levens in huis,
Het wervelt en lacht en maakt grappen,
En staat in zijn handen te klappen.
Een ander, ontstaan in het holst van de nacht,
Komt stil op je aansluipen, heel onverwacht,
En staart uit de spiegel je tegen,
En mompelt iets, kil, ongenegen.
Soms komt er op klaarlichte dag een voorbij,
Haast zonder belangstelling, lijkt het, voor mij,
Om zich op 't papier neer te vlijen
Als 't beekje dat welt in valleien.
| |
Последнее стихотворение
Одно, словно кем-то встревоженный гром,
С дыханием жизни врывается в дом,
Смеется, у горла трепещет,
И кружится, и рукоплещет.
Другое, в полночной родясь тишине,
Не знаю откуда крадется ко мне,
Из зеркала смотрит пустого
И что-то бормочет сурово.
А есть и такие: средь белого дня,
Как будто почти что не видя меня,
Струятся по белой бумаге,
Как чистый источник в овраге.
| |
| |
| |
[En soms zwerft er eentje heel stil om mij heen -]
En soms zwerft er eentje heel stil om mij heen -
Geen kleur en geen klank, geen klank, kleur, niet één,
Het kronkelt en spartelt, blijft hangen,
En laat zich maar niet door mij vangen.
Maar dit!.. Dit dronk druppel voor druppel mijn bloed,
Zoals in de jeugd kwelgeest Liefde dat doet,
En zonder een woord maar te spreken
Is 't zwijgend weer van mij geweken.
En nooit heb ik wredere rampspoed gekend.
Het ging van mij heen; naar het andere end
Van 't wereldruim leiden zijn sporen,
En zonder... ben ik verloren.
| |
[А вот еще: тайное бродит вокруг -]
А вот еще: тайное бродит вокруг -
Не звук и не цвет, не цвет и не звук,
Гранится, меняется, вьется.
А в руки живым не дается.
Но это!.. по капельке выпило кровь,
Как в юности злая девчонка - любовь,
И, мне не сказавши ни слова,
Безмолвием сделалось снова.
И я не знавала жесточе беды.
Ушло, и его протянулись следы
К какому-то крайнему краю,
|
|