De Tweede Ronde. Jaargang 27
(2006)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 102]
| |
Nabokov's Bleek vuur en de laatste werken van J.S. Bach
| |
[pagina 103]
| |
de deze academische opzet krijgen we erg veel te lezen over de annotator zelf. Vooral de ontsnapping uit zijn kasteel onder het oog van de revolutionairen en de achtervolging door Gradus vormen ongehoord knappe staaltjes van vertelkunst. En dan is er ook het ontroerende relaas in het gedicht van Shade over de zelfmoord van zijn dochter. En zo is er nog veel meer moois.
Het bijzondere van dit boek is dat de enorme verscheidenheid - een gedicht, een wetenschappelijk commentaar, een romantische ontsnapping en een bloeddorstige achtervolging, aangevuld met details van het liefdesleven van de koning - niet tot een dissonante mélange heeft geleid. Integendeel, het boek ademt een unieke eenheid uit. Vele critici hebben daarom gemeend dat het boek de pennevrucht is van een veronderstelde auteur, bijvoorbeeld Shade of Kinbote. Intussen heeft de biograaf van Nabokov, Brian Boyd, in een schitterend exposé, de ware geschiedenis van de dochter van Shade, voor én na haar zelfmoord uit de doeken gedaan. Maar een voor iedereen overtuigende verklaring van de relaties tussen koning, dichter en moordenaar is er, ondanks vele spitsvondige studies, nog steeds niet. En dat die relaties er moeten zijn, is zonneklaar. Waarom zouden anders deze personen zijn samengebracht in deze roman, die door velen als Nabokov's begaafdste werk wordt gezien? En waarom zijn de drie heren actief juist gedurende de tijd dat Shade zijn gedicht schreef, geen dag eerder of later? En waarom zouden ze anders alle drie dezelfde geboortedag hebben, 5 juli? Deze vragen zijn simpel te beantwoorden als we Bleek vuur zien als een driestemmige fuga. Met name fuga's van Bach vertonen een patroon dat in veel opzichten identiek is met dat van Bleek vuur. Dit toe te lichten is de taak van het vervolg van dit artikel. Maar eerst wordt ingegaan op een ogenschijnlijk obstakel voor zo'n uitleg en dat is dat Nabokov helemaal niet van muziek hield. Zowel in Geheugen, spreek, zijn autobiografie, als in interviews heeft hij menigmaal betoogd dat muziek hem niet vermag te boeien. Maar dit kan nauwelijks als contra-argument gelden voor een contrapuntische uideg van Bleek vuur. Om een vergelijking te maken met de schilderkunst, er is in Nabokov and the Art of Painting, dat ik samen met D. Barton Johnson schreef, op gewezen dat er bij Nabokov zeer vele referenties zijn naar de Christelijke religie, terwijl hij zeer uitdruk- | |
[pagina 104]
| |
kelijk en herhaaldelijk heeft verklaard geen enkele boodschap te hebben aan welke religie dan ook.
Muziek was een constante factor in Nabokov's leven. Zijn ouders waren fervente muziekliefhebbers. Op hun huisconcerten traden beroemde musici op, zoals Sjaljapin, de Russische Caruso. Zijn broer, Serge, speelde urenlang piano. Muziek was een gespreksonderwerp in zijn ouderlijk huis, zeker gedurende de jaren dat zijn neef, de componist Nicolas Nabokov, er woonde. Als hij de bekendste figuren uit zijn stamboom bespreekt voor zijn autobiografie Geheugen, spreek, krijgt Karl Heinrich Graun de nodige aandacht. Graun was componist aan het hof van Frederik de Grote en een goede bekende van Bach, zodat het onvermijdelijk is dat in zijn naspeuringen naar Graun Nabokov diens veel beroemdere tijdgenoot is tegengekomen. Maar ook in zijn literaire kritieken speelt muziek een belangrijke rol. De wijze waarop Haubert in Madame Bovary de gedachtegangen van diverse personen los- en vastkoppelt, duidt hij aan met de ‘contrapuntische methode.’ En hij citeert met instemming Haubert als die schrijft dat op zo'n manier de kwaliteiten van een symfonie worden overgeheveld naar de literatuur. Ook in Joyce's Ulysses noteert Nabokov de toepassing van deze contrapuntische methode. In zijn vroegste verhalen heeft Nabokov al geprobeerd deze methode toe te passen. In het verhaal ‘Geluiden’ dat opent met een dame die Bach speelt, schrijft hij hoe de hoofdpersoon ervaart dat alles wat hem omringt, samenkomt in een ‘nieuw akkoord’. Het verhaal ‘Bachmann,’ een directere toespeling op Bach is nauwelijks voorhanden, handelt over een geniale pianist die ook componeert. Vooral Bachmann's ‘Triple Fugue’ is onnavolgbaar knap. Evenals de naam verwijst ook deze compositie naar Bach. De ‘Triple Fugue’ immers is de beroemde driedelige fuga uit Bach's meestbesproken werk, de ‘Fuga a 3 soggetti’ uit de Kunst der Fuge. Volgens Bach's zoon, Carl Philipp Emanuel, bleef deze fuga onvoltooid, omdat Bach's overlijden de voltooiing verhinderde. Zo ook vergaat het Shade's gedicht waarvan de laatste regel door zijn dood ontbreekt. De meest cruciale regels uit Shade's gedicht, en wellicht ook die van de roman zelf, luiden: | |
[pagina 105]
| |
.....Plotseling
Drong het toen tot mij door dat dit was waar
't Om ging, als contrapunt. Dit: geen tekst, maar
Textuur; ... (regels 806-809)
Het woord ‘contrapunt’ is dus waar het allemaal om draait. De etymologie van het woord (iets waar Nabokov zeer goed van op de hoogte was, alle connotaties telden voor hem tot en met de vorm van de letters waaruit woorden bestaan) heeft een exclusief muzikale aard. Contrapunt betreft de kunst om onafhankelijke delen te laten harmoniëren. Een fuga levert, in de handen van Bach, de fraaist denkbare contrapunten op. Wat is een fuga? Een fuga is een muziekstuk dat uit ‘fugale textuur’ is opgebouwd. Hoe gaat dat in zijn werk? Wanneer men een muzikaal thema met enige vertraging herhaalt, veelal in een andere toonsoort, heeft men een fuga. ‘Vader Jacob,’ gezonden door meerdere stemmen, geeft een goede indruk van dit concept. In plaats van één thema kan men in een muziekstuk ook diverse thema's verwerken. Er ontstaat dan een meerdelige fuga. Het bijzondere van Bach is dat hij de thema's alvorens ze te herhalen, bewerkte. Hierbij zijn er een viertal hoofdvarianten te onderscheiden. De herhaalde thema's kunnen worden versneld of verlengd, maar ook gespiegeld of omgekeerd. Bij een gespiegeld thema worden tonen in plaats van bijvoorbeeld hoger, lager. Bij omkering ontstaat een zogenaamde crab-canon, waarbij het thema achterstevoren wordt herhaald. Bach was en is de onbetwiste meester van het contrapunt, en componeerde zelfs zesdelige fuga's. Omdat de verminderde of vermeerderde, gespiegelde of gekeerde thema's moeten harmoniëren met de andere stemmen die ook dit thema spelen, terwijl ook de wisseling van thema's op een harmonische wijze moet verlopen, is het componeren van zo'n fuga van een onvoorstelbare moeilijkheid. Een zesdelige fuga is vergeleken met blind simultaanschaken op zestig borden en dan ook nog alle partijen winnen. Apart van het ‘contrapunt’ uit regel 808 zijn er in Bleek vuur meer verwijzingen naar Bach. De naam van de moordenaar, Gradus, verwijst volgens de Webster naar Gradus ad Pamassum. Diverse referenties in Bleek vuur verwijzen naar de Parnassus, de berg waar Apollo en de Muzen uit de Griekse mythologie verblijven. Gradus ad | |
[pagina 106]
| |
Pamassum is de titel van een leerboek van Johann Fux over contrapunt. Een exemplaar van dit boek behoorde tot Bach's bibliotheek en is het enige boek dat overgebleven is met Bach's signatuur. Er is in Bleek vuur een hofdame die een viola bespeelt, en die we vervolgens met twee fluiten aantreffen. Deze vervanging van een viola door twee fluiten treffen we ook aan in de twee uitvoeringen van Bach's Sonate in G-majeur (BWV 1027 en 1039). En voorts treffen we de koning aan terwijl hij 's nachts zijn slapeloosheid probeert te verdrijven door naar muziek te luisteren, een verwijzing naar Bach's Goldberg Variaties die voor hetzelfde doel werden geschreven voor de Russische ambassadeur, Keyserling. Maar de duidelijkste verwijzing naar Bach betreft de passage waarin de componist op de meest karakteristieke wijze wordt opgevoerd, namelijk wanneer de koning zegt dat ‘de Reformatie verliep bij ons onder leiding van een geniaal componist.’ Er is geen componist zozeer vereenzelvigd met de Reformatie als Bach, wiens genialiteit al evenzeer onomstreden is. Sedert de Zweedse aartsbisschop Söderblom Bach doopte tot de ‘vijfde evangelist’ is deze benaming een gevleugeld begrip geworden voor deze door en door religieuze componist.
De koning hoopt dat zijn buurman zijn belevenissen, ‘zijn thema,’ tot onderwerp van zijn gedicht wil maken. Gedurende het schrijven van dat gedicht verkeert de koning in een staat van uiterste opwinding, maar het resultaat stelt hem (aanvankelijk) teleur en lijkt evenmin op het thema als Bach's Musikalisches Opfer lijkt op het thema dat de koning van Pruisen hem gaf om uit te werken, het ‘Thema Regium.’ De fugale opbouw van Bleek vuur wordt meteen al helder op de wijze waarop de drie stemmen, die van de koning, de dichter en de moordenaar, achtereenvolgens inzetten. De dichter begint zijn gedicht op 2 juli, de koning hoort ervan op 3 juli en blijft vanaf dat moment de dichter achtervolgen met zijn ‘thema,’ terwijl de moordenaar zijn jacht op de koning inzet op 5 juli. Het woord ‘fuga’ komt van het Latijnse woord vlucht, de eerste stem dreigt telkens te worden ingehaald door de volgende stemmen. In ‘Bachmann’ vergelijkt Nabokov een fuga met een ‘kat-en-muis-spel.’ Natuurlijk vereist de harmonie dat de verschillende stemmen mooi accorderen en aan het slot in een fraai akkoord samenkomen. Zo | |
[pagina 107]
| |
ook in Bleek vuur waar de drie ‘karakters’ of stemmen samenkomen op het moment dat de dichter zijn werk heeft voltooid, welk slotakkoord tevens het einde van de roman vormt. Zoals zo vaak in Bach's fuga's gebeurt, wordt ook in Bleek vuur de tweede stem gespiegeld. Brian Boyd beschrijft hoe de koning het spiegelbeeld is van de dichter: de dichter is een gelukkig getrouwd man; de koning een steeds weer teleurgestelde homoseksueel; de dichter woont in zijn ouderlijk huis; de koning is een banneling; de dichter is gladgeschoren, de koning heeft een baard; de koning is linkshandig en vegetarisch, de ander niet en zo voort. Bij de moordenaar zien we een toepassing van de krabvariant. Gradus wordt ook met een ‘krab’ vergeleken. Een krabvariant eindigt met het begin van de voorafgaande melodie. Het belangrijkste evenement uit het leven van de koning is zijn ontsnapping uit zijn kasteel. Deze ontsnapping vormt de eerste fase van zijn ballingschap. Deze gebeurtenis correspondeert en détail met de laatste fase van Gradus' achtervolging, zijn ‘ontsnapping’ uit de universiteitsbibliotheek waar hij volledig is verdwaald. De omkering wordt hier gecombineerd met een spiegeling: de koning begint zijn tocht vanuit de ‘zuidwesttoren,’ de moordenaar vanuit de ‘noordwestvleugel.’ De koning ontsnapt door een onderaardse tunnel, de moordenaar vervolgt zijn weg via een galerij op de eerste verdieping. Dan stuiten beiden op een deur in beide gevallen voorzien van een ‘draperie.’ Beiden passeren buizen die water afvoeren, en voor beiden staat een auto te wachten als ze eindelijk hun doolhoven achter zich hebben gelaten, en zo verder.
Tot zover over de stemmen van de fuga die deze drie karakters vormen. Maar hoe zit het met de textuur, die belangrijker zou zijn dan de tekst zoals blijkt uit de hierboven geciteerde dichtregels? Laten we aan de hand van enkele voorbeelden kijken hoe de verschillende motieven zich bij elk van de stemmen ontwikkelen. Het gedicht van Shade begint met de beroemde regels: Ik was de schaduw van de zijdestaart,
Door 't vals azuur van 't venster in zijn vaart
Geveld.....
| |
[pagina 108]
| |
In zijn commentaar geeft de koning de belangrijkste kenmerken van deze vogel, ‘de wasrode strepen waarmee de grijsbruine vleugels gesierd zijn,’ en vertelt dat deze zich voedt met jeneverbessen. Zijde, de kleuren: bruin met rode strepen en de bessen komen allemaal terug tijdens de laatste episode van de tocht van Gradus, gekleed met een das van ‘imitatiezijde, chocoladebruin van kleur met rode strepen’ terwijl zijn ingewanden met ‘moerbeipaars’ worden omschreven. Ook bij de dichter vinden we, vlak voor zijn dood, deze kleurencombinatie omdat de rode bandana zakdoek uit de zak van zijn khakibroek hangt. Nog verrassender is de ornamentele wijze waarop het thema van een pijl is uitgewerkt. In regel 23 wordt het spoor van een fazant in de sneeuw vergeleken met een pijl. De vorm van de kop van een pijl, een tweelobbige driehoek met een punt, is gelijk aan die van een lans en van een schop, als we denken aan het symbool voor ‘schoppen’ uit een kaartspel. Gradus wordt door het trekken van een schoppenaas uitverkoren om de koning te vermoorden. De dichter's naam, Shade, wordt ook in het Frans gegeven: ombre. Maar ‘ombre’ is ook de naam van een kaartspel waarbij schoppenaas (de ‘spadille’) altijd de winnende kaart is. Alexander Pope, de favoriete dichter van Shade, beschrijft in zijn Rape of the Lock in het derde canto een geheel kaartspel van ‘ombre.’ De lansen komen voor als wapens van de soldaten die de koning in zijn kasteel moeten bewaken, een taak die zij verlichten met een kaartspel ‘lansquenet.’ En tenslotte is het een schop waarmee de moordenaar wordt uitgeschakeld. Gedurende de gehele roman zijn er ook voortdurend metaalachtige melodieën te horen, onder meer door het getik van metselaars met hun troffels, die ook een langwerpige driehoekige vorm hebben met een punt. We geven hier alleen maar kort de gedaanteverwisselingen weer die de pijl via lans, troffel en schop ondergaat, maar de thema's zijn op een veel hechtere manier met de lotgevallen van de drie karakters vervlochten. De kunstzinnige wijze waarop dat gebeurt, vormt het ware genoegen van Bleek vuur. Het is zoals met de muziek van Bach, men kan de ongelooflijk knappe constructies proberen bloot te leggen, maar het is de schoonheid van de muziek waar het uiteindelijk om draait. | |
[pagina 109]
| |
Bach's fuga's hebben al veel vaker schrijvers geïnspireerd. In hetzelfde jaar dat Nabokov ‘Bachmann’ publiceerde, verscheen ook Osbert Sitwell's ‘Triple Fugue’, een verhaal over drie personen die ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar bestaan maar, letterlijk genomen, uit hetzelfde hout zijn gesneden. Ook Aldous Huxley's Point Counter Point en Les Faux-monnayeurs van André Gide vormen pogingen om Bach's fuga's een literaire uitdrukking te geven. Maar het meest besproken voorbeeld is wel het hoofdstuk over de sirenen uit Ulysses van James Joyce.
Bij Nabokov heeft de fugale structuur echter een veel verstrekkender betekenis. Het componeren van een fuga kan leiden tot een groots kunstwerk terwijl de basis een korte melodie kan vormen. Zo vormt de naam van Bach, waarvan de letters (vanwege een gelukkige coïncidentie want er zijn 23 letters in het alfabet maar slechts 7 noten in een notenbalk) corresponderen met vier noten, de basis van de driedelige fuga uit Die Kunst der Fuge. Deze autobiografische herkomst vormt ook de sleutel tot de diepere betekenis van Bleek vuur. Het geboortejaar van de dochter van de dichter is hetzelfde jaar als waarin Nabokov's zoon werd geboren. En de dag waarop de dichter wordt doodgeschoten is dezelfde dag waarop Nabokov's vader, door eenzelfde misverstand (de kogel was immers voor een ander bedoeld) werd doodgeschoten. Nabokov is zelf ook aanwezig via de patroonheilige van zijn geboortedag, St. Joris. St. Joris vormt heel frequent de representant van Nabokov in zijn werk. Een lans is het attribuut van St.Joris, maar de belangrijkste lijn loopt langs de schilderijen van Davis Teniers, zoals ik in het eerder genoemde boek heb besproken. Bleek vuur is een autobiographie à clef waarbij Nabokov het thema van zijn levensloop aan drie stemmen heeft gegeven. De dichter Shade vertegenwoordigt zijn ambitie om een succesvol Amerikaans schrijver te worden. De koning geeft uitdrukking aan zijn verbanning uit Rusland en uit zijn moedertaal waarin hij voor zijn vertrek naar Amerika zulke grote successen had geboekt. En de moordenaar vertegenwoordigt het heimwee dat hem zijn gehele leven heeft achtervolgd. In een interview uit 1967 heeft Nabokov al een aanzet gegeven | |
[pagina 110]
| |
voor het autobiografische element in Bleek vuur. Hij verwijst naar een passage uit een brief van Flaubert waarin deze de moeilijkheid van zijn schrijverschap vergelijkt met die van een schilder die ‘kleur op kleur’ aanbrengt. Daar bedoelt Flaubert dat hij verschillen wilde aanbrengen op één grondpatroon. Dit is in wezen ook wat een fuga doet. ‘Dit,’ schrijft Nabokov vervolgens, ‘is op een bepaalde manier wat ik heb proberen te doen in het vervormen van mijn eigen ervaring toen ik [de koning] Kinbote uitvond.’ |
|