[Nummer 2]
Voorwoord
Dit Zomernummer verschilt van vorige ‘vrije’ Zomernummers, waarin doorgaans, zonder thema, literaire verrassingen en curiosa bijeen werden gebracht. Die rol zal worden overgenomen door het Winternummer.
Dit eerste Zomernummer-nieuwe stijl komt ook in de boekhandel als ‘Zomerboek’ voor de vakantiekoffer, en bevat alleen verhalen en Light Verse, om de commerciële potentie van het blad beter te kunnen benutten. Het omslag van het Zomerboek staat verkleind op de tijdschriftversie.
Voor deze uitgave is een verzameling van achttien korte verhalen bijeengebracht, vertalingen van grootheden als Capote, Hemingway, Hrabal en Tsjechov, maar ook van minder bekende talenten uit Australië, China, Duitsland, Finland, Griekenland en Rusland; daarnaast nieuw eigen werk van Maarten 't Hart, Monika Sauwer en Lodewijk Wiener, maar ook van Noud Bles, Guido Golüke, Monse Weijers en twee debutanten die wij met trots presenteren, Rudy Römer en Philip Snijder.
Behalve verhalen vindt u Light Verse van tien coryfeeën in het genre, onder wie vijf winnaars van de Kees Stip-bokaal (Jan Boerstoel, Kees Jiskoot, Drs. P, Frank van Pamelen en Patty Scholten), plus een postume bijdrage van Kees Stip zelf, en als extra: Erich Kastner en Tom Lehrer in vertaling.
Wij wensen u veel leesplezier,
Redactie