De Tweede Ronde. Jaargang 27

[p. 178]

Nederlandse poëzie

[p. 179]

Twee gedichten
Job Degenaar

Vergezicht met waterval

Alles in dit dal beheerst hij:
de wandelaars, terrassen
de jonge rekruten op de brug
onwennig lachend voor de camera
het weerbarstige strijkje met
Wiener Walz, applaus
dat snel vervliegt

cultuur hapert
bij het pathos van de waterval
tongval van de toppen

En hij zal blijven
in ons ruisen

wij verstuiven

[p. 180]

Wat avond met een haven doet

Gewichtloos glinsterwater
de havenlichten wiegen
vissersboten liggen
in blauw verankerd

Een man, roerloze reiger
zit in brons gegoten
in z'n hand een schepnet
waaruit geolied daglicht lekt

hij verroert, slaat toe
een plons, maar niets
dan zijn silhouet met net
en het fronsen van de rivier

Zo leeg is het geworden
dat iemand sterren strooit
en het intiem rumoer me wenkt
dat bij vlagen klinkt uit verre bars