De Tweede Ronde. Jaargang 27

[p. 93]

Twee gedichten
Yi Sha^*
(Vertaling Lena Scheen)

Trein over de gele rivier

toen de trein over de Gele Rivier reed
stond ik net te plassen op de wc
ik wist dat dit niet goed was
ik zou achter het raam moeten zitten
of bij de treindeur moeten staan
linkerhand in mijn zij
rechterhand boven mijn ogen
en de verte in turen als een groot man
op z'n minst als een dichter
wat peinzen over de rivier
of oude rekeningen uit de geschiedenis
iedereen tuurde op dat moment
alleen ik was op de wc
eindeloos lang
de tijd behoorde nu aan mij
ik wachtte een dag en een nacht
het duurde maar één plasje
of de Gele Rivier stroomde alweer verder

* Yi Sha (1966), half Chinees half Kazach, was eind jaren tachtig redacteur van het in de provincie Sichuan uitgegeven tijdschrift Niet-Niet, de spil van het meest levendige alternatieve poëziecircuit buiten de hoofdstad Peking. In zijn poëzie zegt hij ogenschijnlijk triviale onderwerpen te verkennen in een zo naakt en objectief mogelijke taal.

[p. 94]

Buren

naast me woont
een lesbisch stel
de vrije geest van ons land
beschermt hen
vergeleken met de klaploper die ik ben
zijn zij eerlijk en oprecht
intens gelukkig
hun overdreven gelach dag en nacht
maakt mij het leven zuur
in een
tijd van meer wolven dan schapen
zou het werkelijk verspilling zijn
die prima meisjes zomaar aan hun lot over te laten
ik heb ze vaak willen redden
klopte aan voor sojasaus zogenaamd
maar werd al geweigerd bij de deur
hun stemmen in koor: ‘hebben we niet!’
ik luisterde eens stiekem naar hun geklets
het was volkomen hopeloos ze
hadden het over mannen
gebruikten het woord ‘vies’
en de metafoor ‘vuilnis’