De Tweede Ronde. Jaargang 27
(2006)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
Twee gedichten
| |
[pagina 64]
| |
Als ergens ver weg een oorlog woedtAls ergens ver weg een oorlog woedt - zal ik me doof houden,
of me oprichten en beschaamd toehoren?
Zal ik mijn neus dichthouden, of diep
de smerige rook inademen?
Zal ik luisteren
naar jouw liefdeskreten, of naar granaten
die hun waarheid bepleiten?
Leuzen, medailles, bevoorradingen -
kunnen zij de onverzadigbare dood bevredigen?
Als ver weg een oorlog een volk kwelt
strijdwagens meedogenloos de lentegrond doorploegen
en een kind jammert bij zijn moeders lijk
jammert om een blinde, stomme toekomst.
Als een non zich in brand steekt
haar verhongerd vlees de wanhoop schroeit
en verwrongen ledematen het nirvana omhelzen
in een zinloos gebaar. Als wij
in bed liggen, en zij op het slagveld
vrede brengen in rollen van prikkeldraad -
zal ik bang zijn, of verheugd
verheugd dat ik liefheb, en niet vecht
dat ik jou, naakt, in mijn armen houd, en niet de vijand?
Als ergens ver weg een oorlog woedt, en wij daar zijn -
Jij, een engel der genade, in smetteloos wit.
Je buigt je over het bed, het bed waarin ik lig,
zonder handen, zonder voeten, geslachtloos
in een veldhospitaal dat stinkt naar bloed.
Als ergens ver weg een oorlog, ja, zo'n oorlog woedt -
Mijn lief, als wij daar zouden zijn.
1972
|
|