De Tweede Ronde. Jaargang 27
(2006)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Verkeerd verbonden
| |
[pagina 15]
| |
van de bushalte. Toen hij net bij de halte stond, kwam er met idiote snelheid een bus aan scheuren. De buschauffeur leek de macht over het stuur verloren. De bus knalde recht op de halte en reed Chen Xi en een oude vrouw die daar met een klein meisje stond tot moes. | |
2Toen de telefoon ging, lag Chen Xi op bed naar het plafond te staren. Het was Wu Lichang die belde. Ze stelde voor om naar de filmvoorstelling van half zes in het Lee Theater te gaan. Hij was meteen in een opgewekte stemming. Vlot schoor hij zich, kamde zijn haar en deed andere kleren aan. Terwijl hij zich omkleedde, floot hij een oud nationalistisch lied, ‘De dappere Chinees’. Nadat hij was aangekleed, bekeek hij zichzelf nauwkeurig in de spiegel van de klerenkast en vond dat hij nodig een nieuw merkshirt moest aanschaffen. Hij hield van Lichang en zij ook van hem. Zodra hij een baan vond, konden ze in ondertrouw gaan. Hij was net terug uit Amerika en al had hij zijn diploma op zak, het vinden van een baan lag voor een deel in handen van de goden. Met een beetje geluk vond hij snel een baan; als hij pech had zou het nog een poos duren. Hij had al een aantal sollicitatiebrieven verstuurd en verwachtte een dezer dagen antwoord. Daarom was hij steeds thuis gebleven, mocht een van die bedrijven bellen. Hij ging niet naar buiten als het niet nodig was. Maar naar de film met Lichang was iets dat hij beslist niet wilde missen. Inmiddels was het al tien voor vijf en hij moest zich haasten om op tijd in het Lee Theater te komen. Als hij te laat zou zijn werd Lichang boos. Daarom liep hij met grote stappen naar de deur, opende de voordeur en... De telefoon ging weer. In de veronderstelling dat het een van die bedrijven was, draaide hij zich om en rende naar de telefoon. Er klonk een vrouwenstem in de hoorn. ‘Mag ik oom spreken?’ ‘Wie?’ ‘Oom.’ ‘Die woont hier niet.’ ‘Is tante er dan?’ ‘Welk nummer moet je hebben?’ | |
[pagina 16]
| |
‘3-975...’ ‘Dat is in Kowloon.’ ‘Ja.’ ‘Dan heb je verkeerd gedraaid! Dit is Hong Kong Island!’ Geërgerd gooide Chen Xi de hoorn op de haak, liep met grote stappen naar de voordeur, opende het traliehek en stapte naar buiten. Hij draaide zich om, sloot de voordeur en daarna het traliehek. Hij ging met de lift naar beneden, liep het gebouw uit en wandelde met een ontspannen gevoel in de richting van de bushalte. Toen hij ongeveer vijftig meter van de bushalte vandaan was, zag hij tot zijn verbazing een bus op de halte af scheuren, alsof de chauffeur de macht over het stuur had verloren. De bus reed een oude vrouw die daar met een klein meisje stond tot moes.
1983 |
|