van af. Even jammerlijk is het lot van Albinus, de hoofdpersoon uit Laughter in the Dark van Vladimir Nabokov. Ofschoon sensualiteit nooit ver uit de buurt is, geldt ook voor het werk van Nabokov dat echte liefde beter floreert als de lust niet domineert. De mooie liefdesgeschiedenissen uit Glory, The Gift, en Pale Fire kennen nauwelijks een fysieke dimensie.
Maar hoe staat het met het meest wellustige liefdespaar dat de literatuur heeft voortgebracht en waarover Nabokov zijn langste roman schreef, Ada? Vanaf zeer jeugdige leeftijd copuleren Van en Ada zich door de pagina's heen en alleen een hoge leeftijd is in staat hun appetijt te stillen. Maar hoe onbekommerd is hun geluk eigenlijk? Zolang hun zinnen Van en Ada tot elkaar brengen, lijkt hun relatie zorgeloos, maar dat is schijn want achteraf realiseren zij zich dat de absolute absorptie door elkaar hun halfzusje Lucette had buitengesloten, wat uiteindelijk Lucettes zelfmoord tot gevolg had. En als hun lusten zo toenemen dat ze aan elkaar niet meer genoeg hebben, is het gedaan met het onbekommerde geluk en doen afgunst, achterdocht, geweld en ongeluk hun intrede.
Het loopt met wellustigen dus slecht af in de literatuur, al zijn er uitzonderingen. Het verhaal ‘De dame met het hondje’ van Tsjechov is zo'n uitzondering. En hetzelfde geldt voor Nabokovs door dit verhaal geïnspireerde Spring in Fialta. Dit is een moeilijk te doorgronden verhaal over onder meer een rondtrekkend circus en treinen die af en aan rijden. Er staat een zin in die 349 woorden telt, genoeg dus om een pagina mee te vullen. Maar wie de moeite neemt het vaak genoeg te lezen (éénmaal herlezen is niet voldoende), wordt beloond met een prachtige geschiedenis. Het gaat om Victor en Nina. Ze ontmoeten elkaar als ze beiden zeventien zijn en hun eerste contact, nog voor ze eikaars namen kennen, bestaat uit hartstochtelijk gezoen. Nina is een adembenemende schoonheid, maar het probleem is dat het gemak waarmee zij Victor haar gunsten aanbiedt, ook geldt voor anderen. Haar willigheid is zo groot dat het lijkt of ze daar haar levensbestemming in ziet. Niet in staat tot andere vormen van liefde krijgt ze iets onbereikbaars. Ze kent geen enkele trouw, noch aan haar echtgenoot noch aan haar minnaars, en haar vanzelfsprekende meegaandheid en rusteloosheid geven haar ook iets onschuldigs. Ondanks haar aangeboren promiscuïteit, waardoor zij nooit iemands partner kan zijn, ontstaat er bij Victor genegenheid voor Nina die haar persoon en niet haar fysiek betreft. Onnavolgbaar beschrijft Nabokov deze ontwikkeling.