gerefereerd als men in de bijbel sporadisch een veroordeling tegenkomt van genotvol leven. Er zijn wel teksten in het Nieuwe Testament die enige twijfel zaaien, zoals Lukas 6: 20-26 of Mattheus 5: 3-12, de ‘zaligsprekingen’. De voorspelling van Christus dat op het aardse lijden een aan wellust grenzend hemels leven zal volgen, wekt de indruk dat dit lijden een voorwaarde vormt van de te verwachten wellust. Toch lijkt die interpretatie onjuist. Zijn eigen levenswijze immers suggereert dat een aangenaam leven op aarde een mooie toekomst in het hiernamaals niet uitsluit. Neem bijvoorbeeld Zijn eerste wonderdoening ter gelegenheid van de bruiloft te Kana Johannes 2: 1-11): toen aldaar de wijn op was, veranderde hij water in wijn van zo superieure kwaliteit dat het iedereen opviel. Dat wijst op een hedonistische leefwijze.
Een aparte vorm van wellust die nergens in de bijbelse context wordt genoemd, is die van de workaholic. Zelf lijd ik alleen bij uitzondering aan deze aandoening. Het meest recente geval van extreem presteren en daarvan wellustig genieten vond plaats in de periode dat dit stukje ontstond. Zoals zo velen hebben wij ons een eenvoudig onderkomen in Frankrijk veroorloofd. De behoefte ontstond het geval wat leefbaarder te maken door een nieuwe woonkeuken te installeren. Daartoe moesten muurtjes worden gesloopt. Met spiritueel slopen heb ik in de afgelopen zeventig jaar genoeg ervaring opgedaan, maar ik heb twee linkerhanden als het gaat om muurtjes die buitengewoon degelijk gebouwd en dus moeilijk af te breken zijn. Met bezwaard gemoed begon ik aan de klus, te meer daar ik wilde voorkomen dat het huis onder mijn slopershamer in elkaar zou storten. Dit laatste is niet gebeurd en zelf heb ik geen ernstig letsel opgelopen, al stortte een stuk muur rakelings langs mijn broze schedel en zette ik mijzelf nu en dan even onder stroom. Steeds wellustiger ramde ik met de voorhamer in de weerbarstige muren. De wellust van het kapotmaken verschafte mij reuzenkrachten. Vooral topsporters zullen deze vorm van wellust waarschijnlijk vaak beleven. Maar nu ik op de autobiografische toer ben gegaan, kan ik nog een heel andere vorm van wellust behandelen.
Kort geleden ging ik voor de derde maal in korte tijd in retraite, gedurende zes dagen. Het was een retraite met een overmaat aan eucharistie- en andere vieringen, veel gebed, aanbidding van het Heilig Sacrament, ruimte voor christelijke meditatie en wat niet al meer. Zes dagen wentelde ik mij wellustig in deze toffelemoonse parafernalia. Het was weer niet de wellust waaraan de bedenkers