De Tweede Ronde. Jaargang 26(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Drie gedichten Thom Schrijer [Gezien hoe de man aankwam in de overvloedige] Gezien hoe de man aankwam in de overvloedige middag, hoe hij zijn fiets tegen de muur van het bruidshuis smeet en bleef wachten, hoe hij zijn hand keer op keer onder het zadel legde en zich bewoog alsof hij daar niet blijven kon, hoe hij bleef en hardop dezelfde woorden herhaalde, luider steeds, verschraalde vloeken leken het wel, zodat de kleinstedelijk in het rond sprekende vrouwen een stap achteruit deden. Hoe de bruid in de deuropening verscheen in de verwarde windsels van haar bezwangering en hoe de man verstilde, opstapte en langdurig begon weg te fietsen. [pagina 44] [p. 44] [Gezien hoe de in rubber afgegoten] Gezien hoe de in rubber afgegoten plankzeiler overliep van belangstelling voor de dag waarin hij zich staande hield, hoe hij zijn kleuren naar de hemel richtte, zich boog en strekte, de tekens las en zich met hand en pijn en voeten schikte naar wat wind beweegt en water, zijn rakken schreef in snelle halen tussen kant en overkant en staande op water vechten bleef met taai, gevestigd ongeloof. [Gezien hoe de postbode knielde] Gezien hoe de postbode knielde op de trappen van de kathedraal en na een diepe buiging zijn tas begon leeg te maken, de stukken op grootte sorteerde en stapel voor stapel in brand stak, hoe hij opstond en in meer dan één taal begon te spreken, hoe enkele kerkgangers de man vervloekten en een gebedsboek naar zijn hoofd smeten en hoe hij later huilde van wat leek op een onnavolgbaar groot geluk. Vorige Volgende