De Tweede Ronde. Jaargang 26(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Drie gedichten Jean Pierre Rawie Sterrenwacht Wij staarden duizend eeuwen naar de gesternten en het sterrenstof, alsof zij een geheim bewaarden dat ons onmetelijk betrof, en legden lichtjaar achter lichtjaar, oneindig verre verten in, maar allengs helderder wordt zichtbaar: wij staan nog slechts aan het begin. Met steeds verfijnder apparaten ontginnen wij de eeuwigheid, steeds ongeduldiger naarmate de einders blijken uitgedijd, en blijven hopen eenmaal in de gebieden achter zon en maan, achter de sterren te hervinden wat ons op aarde was ontgaan. [pagina 76] [p. 76] Marktcafé Hier, aan het raam, na een doorleefde nacht, met koffie en een broodje ham, te zien hoe wakker wordend Amsterdam zich in zijn dag te wurmen tracht. Je kleren voelen tweedehands en klam, het regent vanzelfsprekend zacht. Het is niet alles wat het leven bracht bij alles wat het leven nam. Je wordt nog wat weerspiegeld door de ruit, al zoveel jaar dezelfde kop. De markt is aan en maakt diffuus geluid en overstemt je harteklop. Straks gaan de eerste straatlantarens uit, en los je in het daglicht op. [pagina 77] [p. 77] Reiziger (t.g.v. het 100-jarig bestaan van het Nederlands Instituut te Rome) De stad bezwijkt welhaast onder de last van alles wat er over is geschreven. Het feit dat er gewone mensen leven komt als een schok voor menig gymnasiast. Wat op de zeven heuvels werd bedreven ligt overal nog tastbaar opgetast; wij zijn bij de geschiedenis te gast en onze broosheid wordt ons ingewreven. Wie toog niet vol van voorkennis op pad, tot hij bij aankomst wat hij had gelezen als ontoereikend wegdeed en vergat? Zo'n reiziger zij dan de weg gewezen hier naar het Istituto Olandese, een eeuw reeds in de eeuwenoude Stad. Vorige Volgende