De Tweede Ronde. Jaargang 26
(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
Twee gedichten
| |
Prélude (1)Oui je suis un nègre-tempête
Un nègre racine-d'arc-en-ciel
Mon coeur se serre comme un poing
Pour frapper au visage les faux dieux
Au bout de ma tristesse
I y a des griffes qui poussent
Je fais sauter mes ténèbres
En mille matins de lions.
La foudre sur vos toits, c'est moi!
Le vent qui brise tout, c'est moi!
Le virus qui ne pardonne pas, c'est moi!
Les désastres à la Bourse, c'est moi!
De bon coeur mon sopleil signe tous vos fléaux!
Je suis une petite fille
Qui traverse un torrent de fiel
Chaque matin pour se rendre à l'école!
Et tel le pasteur noir qui remue
Les cendres encore vives de son église
| |
[pagina 155]
| |
[Vervolg Nederlands]Roer ik in de legendes van mijn leven
Ik zal geen nieuwe tempel bouwen
Ik blaas mijn angst op
Ik laat mijn biologie exploderen
Tot een regen van sterren op jullie hoofden
Ik ben gekomen om jullie honden op te zetten
Ik ben gekomen om jullie wrede wetten op te zetten
Ik ga jullie gebeden jullie trucs jullie taboes
Jullie blankemannenleugens op alcohol zetten!
En de doornenkroon waar jullie zo trots op zijn
Zet ik op de kop van mijn gedresseerde beer
Beiden zullen wij in het volgende vliegtuig stappen
Naar Londen Parijs Rome Madrid Lissabon Brussel
Toronto Los Angeles Miami Kaapstad Sidney
De wereld zal zien wat jullie hebben gedaan
Met de man die weende onder de olijfbomen!
| |
[Vervolg Frans]Je remue les légendes de ma vie
Je ne bâtirai pas de nouveau temple
Je fais sauter ma peur
Je fais exploser ma biologie
En pluie d'étoiles sur vos têtes
Vos chiens je suis venu les empailler
Je suis venu empailler vos lois féroces
Je fais garder dans l'alcool vos prières
Vos ruses vos tabous vos histoires de blancs!
Et la couronne d'épines dont vous êtes si fiers
Je la pose sur la tête de mon ours savant
Tous les deux nous monterons
Dansleprochain avion pour Londres
Paris Rome Madrid Lissabon Bruxelles
Toronto Los Angeles Miami Le Cap Sydney
Le monde verra ce que vous avez fait
De l'homme qui pleurait sous les oliviers!
| |
[pagina 156]
| |
Zwarte grondstofToen het zweet van de Indiaan plots opdroogde door de zon
Toen de goudkoorts de laatste druppel Indiaans bloed naar de
markt liet lekken
Tot er geen enkele Indiaan meer overbleef in de buurt van de
goudmijnen
Richtte men zich naar de spierenstroom van Afrika
Voor de aflossing van de wanhoop
Toen begon de rush naar de onuitputtelijke
Schatkist van het zwarte vlees
Toen begon de onstuitbare drang
Naar het stralende zuiden van het zwarte lichaam
En heel de aarde weerklonk van het gedreun van de houwelen
In het dikke zwarte erts
En het scheelde niet veel of de scheikundigen zochten enkel nog
Naar middelen om een hoogwaardige legering te verkrijgen
Met het zwarte metaal; of de dames droomden enkel nog
Van keukengerei van Senegalese neger
Van een theeservies
In massief Antilliaans negertje
Niet veel of de een of andere pastoor beloofde
Zijn parochie een in de welluidendheid
Van zwart bloed gegoten klok
| |
Minerai noirQuand la sueur de l'indien se trouva brusquement tarie par le soleil
Quand la frénésie de l'or draina au marché la dernière goutte de sang indien
De sorte qu'il ne resta plus un seul indien aux alentours des mines d'or
On se tourna vers le fleuve musculaire de l'Afrique
Pour assurer la relève du désespoir
Alors commença la ruée vers l'inépuisable
Trésorerie dela chair noire
Alors commença la bousculade échevelée
Vers le rayonnant midi du corps noir
Et toute la terre retentit du vacarme des pioches
Dans l'épaisseur du minerai noir
Et tout juste si des chimistes ne pensèrent
Aux moyens d'obtenir quelque alliage précieux
Avec le métal noir tout juste si des dames ne
Rêvèrent d'une batterie de cuisine
En nègre de Sénégal d'un service à thé
En massif négrillon des Antilles
Tout juste si quelque curé
Ne promit à sa paroisse
Une cloche coulée dans la sonorité du sang noir
| |
[pagina 157]
| |
[Vervolg Nederlands]Of een brave Kerstman
Dacht voor zijn jaarlijks bezoek
Alleen maar aan soldaatjes van zwart lood
Of een dappere kapitein scherpte
Zijn zwaard in mineraal ebbenhout
De hele aarde weerklonk van het schokken van de boormachines
In de ingewanden van mijn ras
In de gespierde bedding van de zwarte man
Eeuwen lang al duurt de ontginning
Van de wonderen van dit ras
O metaallagen van mijn volk
Onuitputtelijke grondstof van menselijke dauw
Hoeveel piraten hebben met hun wapens
De donkere diepten van jouw vlees verkend
Hoeveel boekaniers hebben zich een weg gebaand
Door de begroeide schoonheid van jouw helder lichaam
Je levensjaren bedelvend onder dode stengels
En poelen van tranen
Beroofd volk, als een omgeploegd land
Geheel en al binnenstebuiten gekeerd volk
Voor de verrijking van de grote wereldbeurzen
Ontgonnen volk
Bereid je mijngas in het geheim van je lijfelijke nacht
Niemand zal het nog wagen kanonnen en goudstukken te gieten
In het zwarte metaal van je wassende woede
| |
[Vervolg Frans]Ou encore si un brave Père Noël ne songea
Pour sa visite annuelle
À des petits soldats de plomb noir
Ou si quelque vaillant capitaine
Ne tailla son épée dans l'ébène mineral
Toute la terre retentit de la secousse des foreuses
Dans les entrailles de ma race
Dans le gisement musculaire de l'homme noir
Voilà de nombreux siècles que dure l'extraction
Des merveilles de cette race
O couches métalliques de mon peuple
Minerai inépuisable de rosée humaine
Combien de pirates ont exploré de leurs armes
Les profondeurs obscures de ta chair
Combien de flibustiers se sont frayés leur chemin
À travers la riche végétation de clartés de ton corps
Jonchant tes années de tiges mortes
Et de flaques de larmes
Peuple dévalisé peuple de fond en comble retourné
Comme une terre en labours
Peuple defriché pour l'enrichissement
Des grandes foires du monde
Mûris ton grisou dans le secret de ta nuit corporelle
Nul n'osera plus couler des canons et des pièces d'or
Dans le noir métal de ta colère en crues
|
|