De Tweede Ronde. Jaargang 25
(2004)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Vertaald proza | |
[pagina 142]
| |
Vier (ultra) korte verhalen
| |
[pagina 143]
| |
waarna de Iotyn vrijkwam in zijn oorspronkelijke, lichaamloze gedaante. Het tastbare universum was een revolutionaire ervaring en het werd populair om zich in aardse organismen te nestelen. Een miljoen jaar geleden vond er nog een sprong in hun geschiedenis plaats, toen twee Iotynen gelijktijdig een eitje binnengingen en samen in hun gastheer verbleven, en er bij diens dood geen twee Iotynen opvlogen maar slechts één. Hun bewustzijn was vanaf dat moment verdubbeld in diepte en intensiteit, maar niet in zijn wezen. De samensmeltingen escaleerden, waarna de fusie van meer dan twee om zich heen begon te grijpen, drie, vier en meer Iotynen smolten samen tot een bewustzijn van duizelingwekkende dimensie. Deze ontwikkeling ging door tot het absolute eindpunt: de oorspronkelijk drie miljoen Iotynen zijn nu verenigd in één reusachtig bewustzijn dat zich op dit moment in een ruwharige teckel uit Neder-Saksen bevindt. | |
Madeleine
| |
[pagina 144]
| |
waarschijnlijkheid aan syfilis leed en een hersenbeschadiging had door de verslaving van de moeder. Madeleine werd psychotisch toen ze het krakende geluid hoorde. Ze belandde in een gekkenhuis en dáár lag ze, vastgebonden, gedesinfecteerd met carbolwater en zo goed als gelukkig. | |
Het moorddadige verhaal over Ingolf ZilverfluitHet verhaal over een man met de bijzondere naam Ingolf Zilverfluit was in 1985 de oorzaak van de moord op een leerling-secretaresse uit Brøndbyøster die Karen Skjødt Larsen heette. De laatste persoon die Karen levend had gezien, de vermoedelijke moordenaar, was een jonge dichter die Asger Nygaard heette; op het tijdstip van de moord ingezetene van een vochtige kelderruimte in Vesterbro. Karen had het verhaal van Ingolf Zilverfluit in één ruk geschreven tijdens een winterse nacht, toen ze door een hypnotiseur in een tv-programma in een toestand van diepe trance was geraakt. Een paar dagen later stuurde ze het in het net geschreven verhaal naar een damesblad, dat het retourneerde met de opmerking dat de novelle boeiend was, maar niet in hun interessesfeer lag, en ze adviseerden haar om het naar een ‘literair tijdschrift’ te sturen. Zulke tijdschriften kende Karen niet, dus ging ze naar de bibliotheek en kreeg op haar aanvraag een heus boekwerkje aangereikt: Smart en Samenleving, Tijdschrift voor literatuur. Het leek het juiste tijdschrift. Karen stopte het verhaal over Ingolf Zilverfluit in een envelop en gooide die in de brievenbus. Er verstreken twee maanden zonder dat ze iets hoorde, maar op een avond werd er ineens op de deur geklopt. Het was een jonge man met een zenuwachtige uitstraling en vet haar, die zich voorstelde als Asger Nygaard, redacteur van Smart en Samenleving. Karen nodigde hem ontredderd binnen en vroeg of hij een kopje koffie wilde, maar hij antwoordde kortaf dat hij liever iets met alcohol erin wilde en toevallig had ze nog een halfvolle fles Cubaanse rum. Ze schonk twee kleine glaasjes in, vooral voor de gezelligheid. Zonder een woord te zeggen en met een nurks gebaar haalde hij het verhaal over Ingolf Zilverfluit uit zijn binnenzak en smeet het op tafel. Daarna leegde hij in één keer zijn glaasje, schonk zonder te vragen nog eens in, dronk ook dat leeg en schonk toen een derde | |
[pagina 145]
| |
in. Karen bevond zich zo langzamerhand op de grens van paniek. Pas toen keek hij op en siste: ‘Het verhaal over Ingolf Zilverfluit heb ík verdomme geschreven! Ik! Van begin tot eind! Hoe kom je er in godsnaam aan, vervloekte heks?!’ Wat er daarna is gebeurd, is onbekend. | |
Bij de sluis van HøjerIn Højer, het sluisdorpje in het zuidwesten van het Jutse drasland, stond, juist op het moment dat de zee door de dijken brak tijdens de stormvloed van 1976, waarbij honderden schapen verdronken, een Zuidjutse jongeman genaamd Alfred Erling Larsen, bij de oven in de bakkerij waar hij als leerling was aangesteld, op het punt zich te verhangen. De bijzondere reden om heer en meester te spelen over zijn eigen lot was een klein voorval: zijn verloofde, Karen Margrethe Nielsen, de dochter van de bakker, had diezelfde middag een tafeltennisballetje ingeslikt, waarin ze was gestikt. Hij legde de strop om zijn nek en rechtte zijn rug om een paar laatste, weloverwogen woorden te zeggen, maar hij kon niets bedenken, hij dacht lang na, maar geen enkel woord leek hem waardig genoeg om zijn laatste te worden. Dit geaarzel gaf het water in de bakkerij de tijd om te stijgen en aldus zijn leven te redden. |
|