‘Weg daar jullie!’ sist hij.
De dames giechelen nog harder en verplaatsen zich hoogstens een halve meter.
‘Natuurlijk zijn uitzonderingen mogelijk,’ gaat de koning verder. ‘Vooral als het buitenlandse dames betreft. Zijn jullie getrouwd?’
Mijn vriendin werpt me een veelbetekenende blik toe en ik lieg:
‘O ja, absoluut.’
‘Hoeveel kinderen?’ wil de koning weten.
‘Niet een. Wij haten kinderen,’ antwoordt zij met een uitgestreken gezicht. Geschokt deinst de Raja opzij, bij haar vandaan.
‘Hoeveel kinderen heeft u?’ vraag ik.
‘Ik heb één zoon. Wij zijn westers georienteerd.’
‘Wij zijn oosters geoccidenteerd,’ probeer ik een grapje. Hij vat het niet en er dreigt een communicatiestoornis. Gelukkig verschijnt op dat moment de koningin. Ze is tweemaal zo omvangrijk als haar echtgenoot en draagt een indrukwekkende uitstalling aan sieraden op haar traditionele sari. Ze bijt de bediendes iets toe, die zich meteen weer in de keuken storten en voortgaan met kwasi-bezigheden als het wegpoetsen van vlekken die toch nooit meer verdwijnen. Tegenover ons is ze intens beminnelijk en ze staat genadiglijk toe dat ik haar hand kus.
‘Mijn man en ik zijn dol op westerse gebuiken,’ zegt ze kirrend.
‘Ja, dat zijn we,’ bevestigt de koning.
‘Wij eten alleen westers voedsel weet u. Honigsoepen uit uw land, het koninkrijk der Nederlanden.’ Hij trekt een grote kast open, die tot onze verbazing is volgestouwd met honderden pakjes Honigsoep!
‘Uw koningin stuurt ons elk jaar duzend pakjes Honigsoep,’ legt de koning uit.
‘Die komen aan in Calcutta, waar ik ze laat ophalen door mijn bediende. Kom.’ Hij opent de deur naar een andere ruimte, die inderdaad vol staat met lege kisten met Nederlandse opdruk.
‘Mijn vrouw en ik eten elke dag twee pakjes Honigsoep. Wat we niet opeten, geven we aan mijn broer, de Maharaja van Rambha. Als we daar gaan logeren, nemen we altijd soep mee. Hij is heel rijk, weet u, want hij heeft zijn water verpacht aan garnalenkwekers. Als we bij hem logeren eten we kilo's en kilo's garnalen met Honigsoep. Ik heb vier smaken, ziet u wel?’
Met enige moeite leest hij voor: ‘Gro-ente-soep, kip-pe-soep, os-se-staart-soep, championsoep.’