De Tweede Ronde. Jaargang 25(2004)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Light Verse [pagina 59] [p. 59] Drie gedichten Inge Boulonois Nee, niet weer! Stupide voorjaar, kolderiek geluid! Het onkruid schiet gemeen de aarde uit, mijn grote rozenbed schreeuwt om zijn snoei en overal drenst speenkruid, schel in bloei. Het hoge grasveld kijkt mij tergend aan. Een mol is sarrend door het perk gegaan, terrassen zitten onder kwelziek mos en vogels krijsen al mijn weerzin los, dus van mijn huis met tuin heb ik veel spijt. In maart reeds baal ik van de wrange plicht de klussen weer alleen te moeten klaren en sinds het tieren van de grijze haren heb ik rond half april steeds spit, wellicht vandaar dat men ook spreekt van passietijd. [pagina 60] [p. 60] Ganzenmeer Een popelend toneel: een open plek, klein meertje, blauwe lucht met grijze vlek en faungroen gras, een stronk in mezzotint. Ik zit allang voordat de act begint. Daar zijn ze! Wiebelend met verenkroon, witte tutu, een pas de Basque. Hoe schoon! Ik hou mij stil, al jeukt mijn keelgat stug. Wel foei: hij knalt er loeihard uit, de kuch. De prima ballerina schrikt en vlucht met rappe port de bras in ijle lucht en in haar kielzog heel het corps. Ik klap, sta op, waarna ik uit de wegberm stap. [pagina 61] [p. 61] 09-02-2004 8:04 uur Een maandagmorgen start, de zon logt gelend in op het systeem van god. Een spin deleet een mot die hackend in zijn netwerk ragt en zacht piept streaming audio die oude background vogel-sound. Reset ik mij naast bed, de slaap is snel gewist: ik klik hem weg. Mijn wizard rolt zich op zijn buik; hij droomt zich vast de grootste host van uitgeslapen Nederland. Een nerd mailt post en spam traag rond. Wat mieren browsen in een struik; ze pieren vroeg op groene luis. De kat speelt klauwend muizen plat als ik mijn talig maatwerk pak: ik dicht en hoop maar dat ik blijf omdat ik nog met vulpen schrijf. Vorige Volgende