De Tweede Ronde. Jaargang 25
(2004)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Aantekeningen van een psychopaat
| |
[pagina 102]
| |
In april werd zijn broer gearresteerd. In april werd bij zijn vader een dodelijke ziekte geconstateerd. Mei was heet en putte Jerofeëvs krachten uit. Hij had graag een touw willen vinden waaraan zestig kilo vlees kon hangen. Anderzijds dompelde de hitte hem in een gezegende toestand van inertie en ontnam hem de lust op zoek te gaan naar touw. Het tempo waarin hij langs het bovengenoemde hellend vlak afgleed, werd al met al trager. Zomerhitte was voor een genie een te laf argument om zich gewonnen te geven, vondjerofeëv in juni. Bovendien bleken zowel externe als interne gebeurtenissen als ventilator te fungeren. Begin juni werd zijn broer tot zeven jaar veroordeeld. Midden juni overleed zijn vader. Vermoedelijk was er sprake van nog een ander hoogst onaangenaam voorval. Vanaf de tweede helft van juni totdat hij wegging op zomervakantie duikelde Jerofeëv verticaal naar beneden, waarbij hij grote rookwolken uitblies en jongleerde met kwartliterflesjes. Hij zakte voor zijn tentamens. In juli bevond hij zich opeens in de verrukkelijke schoot van de Chibinheuvels, die hem zo dierbaar waren. Wat Jerofeëv in juli en augustus deed in die schoot, bleef buiten het blikveld van de commentator. In september drong Jerofeëv het grondgebied van de hoofdstad binnen. Nadat hij het heelal uitvoerig had vervloekt, ging hij naar bed. Daar bleef hij de hele maand liggen, vrijwel roerloos, hoewel hij ondertussen zijn jaargenoten voor rotte vis uitmaakte en zelf zwelgde in zijn neergang. Deze kwam hem in oktober minder diep voor, alleen al omdat hij fysiek niet in staat was tot onder zijn bed te geraken. In oktober begon Jerofeëv zich zeer verdacht te gedragen, terwijl hij met prijzenswaardige koelbloedigheid wachtte op het moment dat hij uit de wieg van zijn degeneratie zou worden gestoten. Eind oktober begroef hij zijn broer en kwam hij even uit bed, om als een gek over straat te gaan zwerven en 's nachts onder schuttingen te zoeken naar de geest van het heelal. De novemberkou koelde zijn verhit gemoed af en dwong hem ertoe zich wederom uit te strekken in zijn warme bed, waar hij zijn dromerij over krankzinnigheid kon omhelzen. |
|