De Tweede Ronde. Jaargang 23
(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
De wandeling
| |
La passeggiataVoi non m'amate ed io non vi amo. Pure
qualche dolcezza è ne la nostra vita
da ieri: una dolcezza infinita
che vela un poco, sembra, le sventure
nostre e le fa, sembra, quasi lontane.
Ben, ieri, mi sembravano lontane
mentre io parlava, mentre io v'ascoltava,
e il mare in calma a pena a pena ansava,
ed eran quei vapori come lane
di agnelli, sparsi in un benigno cielo.
| |
[pagina 171]
| |
[Vervolg Nederlands]Kwam het door u of kwam het door die lucht,
die branding, dat ik alles kon vergeten?
Een ogenblik leek ik van niets te weten
dan schapenwol en, vluchtig als een zucht,
wat schuim in zee dat als een lelie was...
Zo vederlicht toch als dat hijgen was!
En trager, lichter werden ook uw treden.
Waaraan moest ik mijn aandacht toen besteden?
Dat hijgen, of het ritme van uw pas,
uw woorden, of de zorgen die ik had?
Het scheen mij toe dat ik geen zorgen had.
Ik dacht niet, gaf mij over aan mijn wezen.
Maar zeg: mocht u niet van een kwaal genezen
in zo'n gesluierde april? Was dat
langzaam herstellen niet onzegbaar zoet?
Dit tijdelijk soelaas was ook zo zoet;
hoewel wij niet verliefd zijn op elkander,
en ik ‘mevrouw’ zeg als tot ieder ander,
en niet uw naam: die van het Weesgegroet,
een balsem voor de mond van wie hem zegt.
| |
[Vervolg Italiaans]Mi veniva da voi o da quel cielo
e da quel mare l'umile riposo?
Certo, in un punto, io fui quasi oblioso.
Lane di agnelli, gigli senza stelo,
vaghe bianche apparenze, in cielo, in mare...
Come leggero ai lidi ansava il mare!
Il vostro passo diventò più lento.
Come leggero anche! Ed io era attento
più al ritmo di quel passo o a quell'ansare,
o a le vostre parole, o al mio pensiero?
Parea che io non avessi alcun pensiero.
Non pensava. Sentiva, solamente.
Dite: non foste mai convalescente
in un aprile un po' velato? E' vero
che nulla al mondo, nulla è più soave?
Qualche cosa era in me, di quel soave.
Pure, voi non mi amate ed io non vi amo.
Pure, quando vi chiamo, io non vi chiamo
per nome. E il vostro nome è quel de l'Ave:
nome che pare un balsamo alla bocca!
| |
[pagina 172]
| |
[Vervolg Nederlands]Ik kijk niet naar uw mond, als u iets zegt,
of kort maar. Ernstig blijf ik converseren.
Ook zie ik uw gelaat niet reageren,
als ik mijn hand heel even heb gelegd
op uw hand, zij die mij niets toe wil staan.
U bent degeen die mij niets toe wil staan.
Ik vraag niets en ik durf niets te verwachten -
hoewel ik zag dat u een beetje lachte,
alsof u wilde maar zich niet liet gaan.
Maar nee! U was alleen maar zeer vermoeid.
Toch? Gistermiddag was u zeer vermoeid.
Daarom hebt u de bloemen laten vallen,
nietwaar? U liet ze uit uw handen vallen,
uw mooie rozen, want u was vermoeid -
een beeld dat ik vandaag nog steeds aanschouw.
Sta toe dat ik u nog eens zo aanschouw!
Laat ons nog één keer zo tezamenkomen!
Misschien... Maar nee. U glimlacht om mijn dromen.
Wat ik nu zeg is vruchteloos. Mevrouw,
u bent als een besloten tuin voor mij.
| |
[Vervolg Italiaans]Quando parlate, io non guardo la bocca
parlare, o al men non troppo guardo. Ascolto,
comprendo, vi rispondo. Il vostro volto
non muta se la mia mano vi tocca.
La vostra mano è quella che non dona.
Nulla di voi, nulla di voi si dona.
Però, nulla io vi chiedo, nulla attendo,
se bene, debolmente sorridendo
come chi langue e pur non s'abbandona...
Oh, no! Voi eravate, ieri, stanca.
Voi eravate ieri molto stanca,
oh tanto che vi caddero di mano
i fiori. Non è vero che di mano
vi caddero le rose, tanto stanca
eravate? Così vi vedo ancora.
E fate che così vi veda ancora,
un'altra volta, un'altra volta sola.
Forse... Oh no. Sorridete. E' una parola
vana questa che io dico. Voi, signora,
siete per me come un giardino chiuso.
| |
[pagina 173]
| |
[Vervolg Nederlands]U bent als een besloten tuin voor mij
waarin nooit stervelingen welkom waren.
Aan in dat groen verborgen rozelaren
ontstijgt een geur zo goddelijk dat hij
de hoop vernietigt van wie meer verwacht.
Ik weet dat onze ziel niet meer verwacht
dan een berustend, gelijkmatig lijden.
Ik ken het leed dat u het lot bereidde,
en dat, wellicht, is wat mij naderbracht,
meer dan uw lippen en meer dan uw haar,
uw massa weelderig Medusa-haar,
bruin als de bruine, afgestorven blaren,
maar fel en levend als de slangen waren
op dat Gorgonisch hoofd, onhandelbaar
wanneer het oog uw raadselen wil zien.
Ik zal uw raadselen niet mogen zien.
Ze zeggen dat u, onder bruine lagen
verhuld, een lichte haarlok schijnt te dragen,
rood als een vlam. Geeft u dat toe, misschien?
Ik denk daaraan en zie haar rosse schijn.
| |
[Vervolg Italiaans]Siete per me come un giardino chiuso,
dove nessuno è penetrato mai.
Di profondi invisibili rosai
giunge tale un divino odore effuso
che atterra ogni desìo di chi l'aspira.
Non ad altro la nostra anima aspira
che a una tristezza riposata, eguale.
Conosco il vostro portentoso male;
e il dolore ch'è in voi forse m'attira
più della vostra bocca e dei capelli
vostri, dei grandi medusèi capelli
bruni come le brune foglie morte
ma vivi e fieri come l'angui attorte
de la Górgone, io temo, se ribelli,
e pieni del terribile mistero.
Me non avvolgerà tanto mistero.
Dicono che nel folto delle chiome
voi abbiate una ciocca rossa come
una fiamma: nel folto chiusa. E' vero?
Io la penso, e la veggo fiammeggiare.
| |
[pagina 174]
| |
[Vervolg Nederlands]Ik zie haar zonderlinge rosse schijn
als een symbool. O welk een ongewone
hartstocht ontsteekt die vlam! En geen der kronen
op heel de aard kan luisterrijker zijn
dan deze haarlok. U bent een Godin.
U die daar voortgaat, u bent een Godin.
En u gaat zomaar voort langs aardse wegen!
Wie treedt u nader? U bent als een degen
zonder gevest: smetteloos stralend in
een reinheid die men niet bevlekken kon.
Ik weet niet wat mij hiertoe drijven kon!
Hoe heb ik dit gedurfd? Wil hem vergeven,
de man die droomde. Toe, wil hem vergeven.
De zon daalt vlammend naar de horizon,
de vissers zingen, geurig is de zee.
U ziet: het is niet meer dezelfde zee.
U ziet: het is ook niet dezelfde lucht.
Geen schapenwol en, vluchtig als een zucht,
wat schuim dat als een lelie is, in zee:
die dingen spreken onze zielen aan,
| |
[Vervolg Italiaans]La veggo stranamente fiammeggiare
come un segno fatale! - O passione
arsa a quel fuoco! - Tutte le corone
de la terra non possono oscurare
quel segno unico. Voi siete l'Eccelsa.
Voi che passate, voi siete l'Eccelsa.
E passate così, per vie terrene!
Chi osa? Chi vi prende? Chi vi tiene?
Siete come una spada senza l'elsa,
pura e lucente, e non brandita mai...
Oh, dove sono giunto! Perchè mai
vi dico queste cose? Perdonate
chi sogna. Perdonate, perdonate.
Il tramonto è una fiamma, e i marinai
cantano da le navi, e odora il mare.
Voi vedete: non è lo stesso mare
di ieri. Voi vedete: è un altro ciclo.
Lane di agnelli, gigli senza stelo,
vaghe bianche apparenze, in cielo, in mare:
queste cose rispondono meglio a noi,
| |
[pagina 175]
| |
[Vervolg Nederlands]zij spreken onze moede zielen aan.
Wij zijn in ons verlangen heel bescheiden,
met een berustend, gelijkmatig lijden
en een gesluierde april voldaan,
een wolkenlucht, als gisternamiddag,
een kalme zee, als gisternamiddag,
zodat wij langs haar kust, onder de bomen,
tevreden kunnen praten, denken, dromen
- mevrouw wier voornaam ik niet zeggen mag! -
van het soelaas dat dit ons beiden biedt;
want u mint mij niet en ik min u niet.
| |
[Vervolg Italiaans]meglio a le nostre anime stanche. Noi
saremo paghi di qualche dolcezza
mite, noi cercheremo una tristezza
riposata ed eguale. Ed abbia i suoi
cieli velati aprile, come ieri,
i suoi mari quieti, come ieri;
sì che possiamo noi recar lungh'essi
i lidi, o sotto gli alberi, sommessi
colloqui e sogni e taciti pensieri,
- o voi dal dolce nome che non chiamo! -
perchè voi non mi amate ed io non vi amo.
|
|