De Tweede Ronde. Jaargang 23
(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 128]
| |
Hier heeft u iets om uit te spellen
| |
Vertrouwelijk rapportOp 9 augustus 1943 verlieten mevrouw Olga Martínez de Andrade en haar zesjarige zoon Rafael Andrade Martínez hun huis (Tabasco 106, stadsdeel Roma). Zij zouden gaan lunchen ten huize van mevrouw Caridad Acevedo, weduwe Martínez, in de Gelati 36bis, Tacubaya. De chauffeur had die dag vrij. Het jongetje wilde niet met de taxi: het was voor hem een groot avontuur om de tram en de bus te nemen, zoals de armen. Ze waren wat vroeg voor hun afspraak en mevrouw Olga kwam op het idee een wandeling te gaan maken in het naburige Chapultepec-park. | |
[pagina 129]
| |
Rafael had veel plezier op de schommels en de glijbanen van de Mieren Ranch die ligt achter het presidentiële paleis (Los Pinos). Daarna liepen ze over de verharde paden naar het meer en gingen ze op de berghelling liggen uitrusten. Olga's aandacht werd getrokken door een kleinigheid die tot op de dag van vandaag, zoveel jaren later, door voorbijgangers over het hoofd wordt gezien: de bomen daar op die plek hebben merkwaardige vormen, het is net of er een onzichtbaar gewicht op ze drukt. Dit fenomeen kan niet worden toegeschreven aan het grillige terrein noch aan hun ouderdom. De beheerder van het Park heeft ons meegedeeld dat zij lang niet zo oud zijn als de precolumbiaanse ahuehuetes (ook genaamd Moctezuma-cypressen) die daar in de buurt groeien: ze dateren uit de 19de eeuw. Aartshertog Maximiliaan had, in de tijd dat hij keizer van Mexico was, opdracht gegeven ze daar aan te planten, aangezien het gebied in 1847 veel te lijden had gehad van de strijd in Chapultepec en de bestorming van het kasteelGa naar voetnoot* door Noord-Amerikaanse troepen. Het jongetje was moe en strekte zich op zijn rug op de grond uit. Zijn moeder ging tegen de stam van zo'n boom zitten die ik, als ik zo vrij mag zijn, als bovennatuurlijk zou willen omschrijven. Er verstreken een paar minuten. Olga haalde haar horloge tevoorschijn, bracht het dicht bij haar ogen, zag dat het twee uur was en dat ze naar oma moesten. Rafael smeekte haar of hij nog eventjes mocht blijven liggen. Tegen haar zin stemde de moeder toe, ze was een beetje bezorgd omdat ze onderweg verschillende aspirant-stierenvechters waren tegengekomen, die in die tijd ook al oefenden in een drooggevallen meer aan de voet van de heuvel, vlak bij de plaats die naar men beweert de badkamer van Moctezuma was. Het bos was geheel en al verlaten omdat het etenstijd was. Je hoorde geen lawaai meer van auto's op de verharde paden en ook niet van de vele bootjes op het meer. Rafael zat met een stokje een slak tegen te houden. Op dat moment opende zich een houten luik dat verstopt zat onder het schaarse gras op de helling, en er verscheen een man die tegen Rafael zei: ‘Hou daarmee op. Je moet hem niet plagen. Slakken doen geen kwaad en ze kennen het rijk van de dood.’ Hij kwam uit de ondergrondse gang tevoorschijn, liep naar Olga, reikte haar een opgevouwen krant en een roos met speld | |
[pagina 130]
| |
aan: ‘Hier heeft u iets om uit te spellen. Hier heeft u iets om op te spelden.’ Olga bedankte de man, verbaasd over zijn verschijning en zijn vriendelijke woorden. Ze dacht dat hij een bewaker was, een portier van het kasteel, en het viel haar niet in het bijzonder op hoe hij zich uitdrukte, en ze merkte ook niets van de geur van vocht die zijn lichaam en zijn kleren verspreidden. Intussen was Rafael naar de onbekende toe gegaan en vroeg: ‘Woon je daar?’ ‘Nee, meer naar beneden, dieper.’ ‘En heb je het niet koud?’ ‘De aarde is van binnen warm.’ ‘Mag ik je huis zien? Mammie, mag het?’ ‘Niet zeuren, Rafaelito. Bedank die meneer en dan gaan we. Oma zit al op ons te wachten.’ ‘Laat u hem even kijken, mevrouw. Laat hem zijn nieuwsgierigheid bevredigen.’ ‘Die tunnel is vast heel donker, Rafaelito. Ben je niet bang?’ ‘Nee, mammie.’ Olga knikte berustend. De man nam Rafael bij de hand en voordat ze aan de afdaling begonnen, zei hij: ‘Wij komen terug. Maakt u zich maar geen zorgen. Ik laat hem alleen de ingang van de grot zien.’ ‘Past u alstublieft goed op hem. Ik vertrouw hem aan u toe.’ Volgens haar familieleden en vrienden is Olga altijd al een verstrooid mens geweest. Daarom vond ze de nieuwsgierigheid van haar zoon normaal, hoewel ze zich wel verbaasde over het uiterlijk en de hoffelijkheid van de bewaker. Ze stopte de bloem weg en vouwde de krant open. Ze kon hem niet lezen. Ze was net negenentwintig, maar sinds haar vijftiende gebruikte ze al een leesbril, echter liever niet in het openbaar. Er ging een kwartier voorbij. De jongen kwam niet terug. Olga werd ongerust en liep naar de ingang van de ondergrondse gang. Omdat ze niet naar binnen durfde te gaan schreeuwde ze, in de hoop dat Rafael en de man haar zouden antwoorden. Toen ze echter geen antwoord kreeg, liep ze dodelijk ongerust naar het drooggevallen meer. Twee stierenvechtersleerlingen waren daar aan het trainen. Olga vertelde wat er was gebeurd en vroeg hun om hulp. Ze liepen met haar mee naar de plek met de vreemde bomen. | |
[pagina 131]
| |
De jeugdige stierenvechters wisselden een blik toen ze zagen dat er helemaal geen grot of ingang van een gang was. Op handen en voeten zochten ze naar sporen. Maar in Olga's handen zagen ze de krant, de speld en de roos, en op de grond de slak en het takje. Toen Olga in een echte shock raakte, begrepen de stierenvechtertjes de ernst van de situatie, die ze eerst als een grap of een eventueel avontuurtje hadden beschouwd. Een van hen rende naar een telefooncel op de oever van het meer om alarm te slaan. De ander bleef bij Olga en probeerde haar te kalmeren. Twintig minuten later verscheen ingenieur Andrade, echtgenoot van Olga en vader van Rafael, in Chapultepec. Direct daarna kwamen de boswachters, de politie, de oma, de familieleden, de vrienden en natuurlijk de massa nieuwsgierigen die altijd en overal onzichtbaar op de loer lijkt te liggen en opduikt wanneer er iets ongewoons gebeurt. De ingenieur was een groot zakenvriend van generaal Maximino Ávila Camacho. Van bescheiden specialist in resistente materialen in de tijd dat generaal Lázaro Cárdenas regeerde, was Andrade tijdens het nieuwe regime miljonair geworden dankzij de concessies voor het bouwen van wegen en bruggen die don Maximino hem had verleend. Hij was, zoals u zich misschien herinnert, de broer van president Manuel Ávila Camacho, en als staatssecretaris van verkeer het belangrijkste regeringslid en de meest gevreesde man van Mexico. Eén bevel van hem was voldoende om de helft van alle politieagenten van de hoofdstad op de been te brengen, het park te sluiten en de stierenvechtertjes aan te houden en te ondervragen. Een van zijn adjudanten kwam Palma 10 binnenstormen en bracht mij in een officiële auto naar het Chapultepec-park. Ik liet alles liggen om Avila Camacho's order direct uit te voeren. Ik had net een uiterst delicate zaak voor hem afgehandeld en ik voel mij vereerd dat hij mij zijn vertrouwen schenkt. Toen ik tegen vijf uur 's middags in Chapultepec aankwam, was de zoektocht nog steeds aan de gang en had men nog geen enkel spoor gevonden. De macht van don Maximino was zo groot dat generaal Miguel Z. Martínez, de hoofdstedelijke politiechef, en kolonel José Gómez Anaya, de directeur van de geheime dienst, al op de plaats des onheils waren om het onderzoek te leiden. Politieagenten en de militairen probeerden zoals altijd mijn werk te belemmeren. De adjudant noemde zijn superieuren de | |
[pagina 132]
| |
naam van degene die mij opdracht gaf een parallel onderzoek te verrichten. Toen pas gaven ze mij de gelegenheid vast te stellen dat er op de grond sporen waren van de jongen, maar niet van de man die hem had meegenomen. De beheerder van het park verzekerde ons dat er, voor zover hij wist, geen grotten of gangen waren in Chapultepec. Een groepje mannen ging graven op de plaats waar, zoals Olga ons bezwoer, haar zoon was verdwenen. Ze vonden alleen resten van helmen en heel oude botten. Generaal Martínez verklaarde tegenover de journalisten dat het bestaan van ondergrondse tunnels in Mexico City slechts een van de vele verhalen is die het geheim van de stad verhullen. De stad is op de bodem van een meer gebouwd; in de moerassige ondergrond is zo'n gangenstelsel onmogelijk: als het had bestaan, zou het inmiddels zijn weggezakt. Omdat het donker werd, moest het werk tot de volgende ochtend worden uitgesteld. Terwijl de stierenvechtertjes in de kelders van het politiebureau werden ondervraagd, ging ik met ingenieur Andrade mee naar de Mixcoac, de psychiatrische kliniek waar Olga werd behandeld door artsen die Ávila Camacho had gestuurd. Ik kreeg toestemming om met haar te spreken en het enige dat mij duidelijk werd, is wat ik aan het begin van dit rapport heb geschreven. Vanwege de scheldpartijen aan mijn adres in de pers heb ik geen knipsels bewaard en dat betreur ik nu. Het bericht werd verspreid via de radio, voor de avondbladen kwam het te laat. Maar de ochtendkranten zetten het op de voorpagina, en over acht kolommen heette het sindsdien Het mysterie van Chapultepec. In een niet meer te traceren vlugschrift waagde men het te beweren dat Olga relaties onderhield met de twee stierenvechtertjes. Chapultepec was de plaats waar ze elkaar ontmoetten, het kind was de onschuldige dekmantel die, toen men achter de waarheid kwam, moest verdwijnen. In een andere krant werd beweerd dat ze Olga hadden gehypnotiseerd, zodat ze geloofde dat ze alles had gezien wat ze had verteld. Het kind was eigenlijk het slachtoffer geworden van een bende ‘kinderrovers’. (Deze term, de vertaling van kidnappers, raakte pas in die tijd in zwang als gevolg van het grote aantal ontvoeringen in Mexico tijdens de Tweede Wereldoorlog.) Het zou niet lang duren of de boeven zouden losgeld vragen of Rafael verminken om hem te dwingen voor hen te gaan bedelen. | |
[pagina 133]
| |
Een of ander stinkblaadje bedroog zijn lezers nog schofteriger met de suggestie dat Rafael ontvoerd was door een sekte die goden aanbidt uit de tijd van voor de Spanjaarden en mensenoffers brengt in Chapultepec. (Zoals u weet was Chapultepec het heilige bos van de Azteken.) Volgens de sekteleden vormt de op die plaats verborgen grot een van de navels van de planeet en de toegang tot de onderwereld. Het schijnt dat dit idee is gebaseerd op een film van Cantinflas, Het teken des doods. Maar goed, deze hele toestand bood de mensen tenminste de mogelijkheid even te ontsnappen aan de ellende, de oorlogsspanning, de schaarste, het gebrek, het uitschakelen van de elektriciteit als voorzorgsmaatregel tegen een luchtaanval die gelukkig nooit plaatsvond, de onvrede, de corruptie en de onzekerheid... en een paar weken hielden ze zich hartstochtelijk met de zaak bezig. Daarna is ze voorgoed in het vergeetboek geraakt. Ieder mens denkt anders, elk hoofd is een wereld op zich en niemand is het ooit ergens mee eens. Het was een publiek geheim dat don Maximino graag don Manuel als president wilde opvolgen in 1946. Zijn tegenstanders beweerden dat hij niet zou aarzelen een militaire coup of broedermoord te plegen. Daarom kreeg deze ingewikkelde zaak onvermijdelijk een politieke lading: via een weekblad van de oppositie verspreidden zijn vijanden het gerucht dat don Maximino opdracht had gegeven Rafael te vermoorden om te voorkomen dat het kind ingenieur Andrade iets zou vertellen over de relatie tussen zijn beschermheer en Olga. De schrijver van dit infame bericht werd dood aangetroffen in de buurt van Topilejo, op de weg naar Cuernavaca. Tussen zijn kleren werd een afscheidsbrief van de zelfmoordenaar aangetroffen waarin de journalist zijn spijt betuigde, de loftrompet stak over Ávila Camacho en zijn excuses aanbood aan de familie Andrade. Deze lastercampagne had echter succes, aangezien don Maximino, een bijzonder mens, een spreekwoordelijke neiging tot zogenaamde avonturen had. Bovendien heb ik u nog niet verteld, uit discretie en omdat ik een professional ben en eerbied heb voor uw verdriet en uw inmiddels grijze haren, dat Olga in 1943 een beeldschone vrouw was, als een Hollywoodster maar zonder tussenkomst van grimeurs of plastisch chirurgen. Aan deze onverwachte uitweidingen moest een einde komen, tot hier en niet verder. Door middel van methodes waarvan het niet nodig is ze hier te beschrijven, tekenden de stierenvechtertjes een | |
[pagina 134]
| |
bekentenis en daarmee werden de twijfels verdreven en werd de vloek opgeheven. Zoals bij akte is vastgelegd, maakten de jongeren op 9 augustus 1943 om twee uur 's middags gebruik van het feit dat het park verlaten was en van Olga's bijziendheid om de farce van de grot en de geheimzinnige bewaker op te voeren. Omdat zij wisten dat de ingenieur rijk was, al had hij tot dan toe zijn uiterste best gedaan dit te verhullen, vatten zij het plan op het kind mee te nemen en een losgeld te eisen waarmee zij hun triomf in de arena's zouden kunnen kopen. Als de stierenvechtertjes later ontdekken dat ze daarmee op het terrein van de meedogenloze broer van de president zijn gekomen, worden ze gek van angst, vermoorden Rafael, snijden hem in stukken en gooien zijn resten in het Afwateringskanaal. De publieke opinie geloofde dit verhaal en eiste geen opheldering van bepaalde tegenstrijdigheden. Wat is er bijvoorbeeld gebeurd met de ondergrondse grot waarin Rafael was verdwenen? Wie was hun handlanger, die de rol van bewaker had gespeeld, en waar had hij zich verstopt? Waarom nam, zoals het verhaal van de moeder luidt, de kleine jongen zelf het initiatief om de gang in te gaan? En vooral, hoe laat hadden de stierenvechtertjes Rafael in stukken kunnen snijden en zijn resten in het kanaal met het zwarte water gooien - waarvan het meest nabijgelegen punt zich zo'n twintig kilometer van Chapultepec bevond - als de ene, zoals ik al eerder heb gemeld, de politie en ingenieur Andrade belde en de andere bij Olga bleef en zij allebei op de plaats des onheils waren toen de familie en de autoriteiten arriveerden? Maar in deze wereld is uiteindelijk alles een mysterie. Geen enkel feit kan op bevredigende wijze worden verklaard. Om de praatjes de kop in te drukken, werden er foto's gepubliceerd van het hoofd en het lichaam van een jongetje, zogenaamd resten die in het Afwateringskanaal waren gevonden. Ondanks de verregaande staat van ontbinding was het duidelijk dat het het lijk van een elf- of twaalfjarig jongetje was, en niet van een kind van zes, zoals Rafael. Dat is helemaal geen probleem: als je in Mexico naar een lijk zoekt, kom je altijd een heleboel andere tegen. De beste manier om iets te verbergen is het pal voor ieders neus te leggen. En daarom, en ook vanwege de opwinding over deze zaak en zijn onverwachte vertakkingen, zult u mij vergeven dat ik niet begin waar iedereen is begonnen: met het ondervragen van Olga over de man die haar zoon had ontvoerd. Het is een onver- | |
[pagina 135]
| |
geeflijke fout, dat geef ik toe, het normaal te vinden dat die man haar een bloem en een krant overhandigde, en er niet op te hebben aangedrongen dat deze voorwerpen verder werden onderzocht. Misschien kwam het door een voorgevoel over wat ik zou aantreffen dat ik de ware ondervraging tot het laatste moment uitstelde. Toen ik mij bij het huis op Tabasco 106 meldde, waren de stierenvechtertjes, die na een summier verhoor een volledige bekentenis hadden afgelegd, al op de vlucht neergeschoten: zij hadden in Mazatlán geprobeerd uit de groep kettinggangers te ontsnappen waarmee ze naar de Maria Eilanden werden vervoerd om daar een straf van dertig jaar uit te zitten wegens ontvoering en moord. En nu geloofde iedereen, behalve de ouders, dat de in het zwarte water gevonden lichaamsdelen de resten waren van het kind Rafael Andrade Martínez. Toen ik Olga terugzag, was ze er veel slechter aan toe, alsof ze in een paar weken een paar jaar ouder was geworden. Omdat ze nog hoop had haar zoon terug te krijgen, spande ze zich in om mij te antwoorden. Volgens mijn aantekeningen in steno verliep het gesprek als volgt: ‘Mevrouw Andrade, in de Mixcoac-kliniek vond ik het ongepast u naar bepaalde details te vragen, waarvan ik nu het gevoel heb dat ze onontbeerlijk zijn. In de eerste plaats: hoe was de man gekleed die uit de aarde opdook en Rafael heeft meegenomen?’ ‘In uniform.’ ‘Militair, agent of boswachter?’ ‘Nee, het is zo, weet u, ik zie niet goed zonder bril. Maar die wil ik niet opzetten in het openbaar. Daarom is het allemaal gebeurd daarom...’ ‘Kalm nou maar,’ kwam ingenieur Andrade tussenbeide toen zijn vrouw in tranen uitbarstte. ‘Neemt u me niet kwalijk, maar u heeft geen antwoord gegeven: hoe zag dat uniform eruit?’ ‘Blauw, met rode en goudkleurige versierselen. Het was erg verschoten.’ ‘Marineblauw?’ ‘Nee, eerder lichtblauw, bleekblauw.’ ‘Laten we doorgaan. Ik heb in mijn boekje de woorden opgeschreven die die man tegen u zei toen hij u de krant en de bloem gaf: “Hier heeft u iets om uit te spellen. Hier heeft u iets om op te | |
[pagina 136]
| |
spelden.” Vindt u dat niet erg vreemd klinken?’ ‘Ja, dat klinkt erg vreemd. Maar ik had het niet in de gaten. Het is zo stom van mij. Ik zal het mezelf nooit vergeven.’ ‘Heeft u nog een ander vreemd trekje bij die man opgemerkt?’ ‘Ik heb het gevoel dat ik hem nu hoor: hij sprak heel zacht en hij had een accent.’ ‘Een accent uit een andere streek of alsof Spaans niet zijn moedertaal was?’ ‘Precies: alsof Spaans niet zijn moedertaal was.’ ‘Maar hoe klonk het dan?’ ‘Ja, even denken... misschien... Duits?’ De ingenieur en ik keken elkaar aan. Er waren heel weinig Duitsers in Mexico. Het was oorlogstijd, vergeet u dat niet, en iedereen die niet in het Perote-kasteel was gelegerd, stond onder verdenking. Niemand zou zich in zo'n wespennest durven te steken. ‘Maar die man, hoe zag hij eruit?’ ‘Lang... kaal ... Hij rook heel sterk... naar vocht.’ ‘Neemt u mij niet kwalijk dat ik zo brutaal ben, mevrouw Olga, maar als hij zo'n zonderling type was, waarom liet u Rafaelito dan met hem de grot ingaan?’ ‘Ik weet het niet, ik weet het niet. Uit stommigheid, omdat Rafaelito het me zelf vroeg, omdat ik hem bijna altijd zijn zin gaf. Ik heb er nooit aan gedacht dat hem iets ergs kon overkomen... Wacht eens, er is nog iets: toen die man dichterbij kwam, zag ik dat hij heel bleek was... Hoe zal ik het zeggen? Kleurloos... Ja, zoals een slak... als een slak buiten zijn huis.’ ‘Goeie genade. Hoe kom je erbij!’ riep ingenieur Andrade. Ik verstijfde. Ik deed net of ik doodkalm was en begon aan een opsomming: ‘Goed, dus hij sprak ongebruikelijke woorden, hij had een Duits accent, hij droeg een bleekblauw uniform, hij stonk en hij was sponzig en slijmerig. Was hij dik en klein?’ ‘Nee meneer, integendeel: hij was heel lang en slank... O ja, hij had ook nog een baard.’ ‘Een baard? Tegenwoordig heeft niemand meer een baard,’ merkte ingenieur Andrade op. ‘Hij wel,’ zei Olga stellig. Ik waagde het haar te vragen: ‘Zo'n baard als Maximiliaan van Oostenrijk, in tweeën gesplitst vanaf de kin?’ ‘Nee, nee. ik weet precies hoe de baard van Maximiliaan eruit- | |
[pagina 137]
| |
ziet. Bij mijn moeder hangt een schilderij van hem en keizerin Charlotte... Nee meneer, hij leek niet op Maximiliaan. Die van hem was meer een snorrebaard of iets met bakkebaarden, iets grijzigs of wits... ik weet het niet.’ Mijn eigen ontzetting werd weerspiegeld op het gezicht van de ingenieur. Ik wilde weer een kalme indruk maken en zei zogenaamd onverschillig: ‘Mag ik het tijdschrift eens zien dat de man u gaf?’ ‘Het was geloof ik een krant. Ik heb de bloem en de speld ook in mijn tas gestopt. Rafael, weet je nog welke tas ik bij me had?’ ‘Ik heb hem uit Mixcoac mee naar huis genomen en hem in je klerenkast gelegd. Ik was zo in de war dat ik niet op het idee kwam hem open te maken.’ Meneer, ik heb in mijn werk dingen gezien waarvan bij iedereen de haren te berge zouden rijzen. Maar ik ben nog nooit zo bang geweest, toen niet en later ook niet, als op het moment dat ingenieur Andrade de tas opende en ons een verlepte zwarte roos (er bestaan geen zwarte rozen in deze wereld), een versleten, zuiver gouden speld en een vergeelde krant liet zien die bijna uit elkaar viel toen we hem opensloegen. Het was La Gaceta del Imperio van 2 oktober 1866. Later kwamen wij erachter dat er alleen nog een exemplaar is in de Hemerotheek. Ik heb tegenover ingenieur Andrade, God hebbe zijn ziel, moeten zweren dit geheim altijd te bewaren. Generaal Maximino Ávila Camacho heeft mij overdreven gehonoreerd en eiste dat ik de zaak zou vergeten. Nu we zoveel jaren verder zijn, vertrouw ik op u en waag ik het - ik heb nog nooit iemand een woord gezegd over dit alles - u de ware ontknoping te onthullen van wat de journalisten Het mysterie van Chapultepec noemden. (Korte tijd later zou de onverwachte dood van don Maximino een nieuw raadsel betekenen, de weg openen naar de burgerregering van Miguel Alemán en een eind maken aan de periode van de militairen aan de macht.) |
|