van lopen zien. Hij had een grote snor, zo'n snor waaraan hij dagelijks veel zorg besteedde. Hij lachte graag en vaak en vroeg natuurlijk ook of ik alle boeken in mijn huis ook gelezen had en daaraan verbond hij de vraag of ik na mijn zestigste ook nog boeken wilde kopen. In sommige kringen heet zo'n overgang een bruggetje. Ik begon me ontzettend te vervelen. Ik verveel me nooit in mijn leven, behalve als ik in gezelschap ben van mensen die over geld praten. Ik verveel me trouwens altijd maar heel even, ik ben gauw heel ver weg, in Florence bijvoorbeeld - ja, dat staat me bij van het bezoek van de man met de snor, dat ik naar Florence ging -, de ondergaande zon maakt goud van de rivier, de lucht is vol vlammen, op de brug staat een meisje saxofoon te spelen. Ik zag de man met de snor nog wel, ik zag zijn mond bewegen. Als hij lachte zag ik zijn grote gezonde tanden, maar ik hoorde niet wat hij zei. Hij moest geïnstrueerd zijn door de man die mij financieel op orde houdt, dus alles was wel goed. Ik pakte de pen die hij me aanreikte, ik zette mijn handtekening (‘Die pen mag u houden van ons’) en even later liet ik hem uit en maakte hij grapjes over het weer en ik dacht alleen maar: die man maakt werk van geld, hoe zou hij zijn wanneer hij niet over geld praat, onuitstaanbaar waarschijnlijk, misschien heeft hij wel een volière waarin hij rust zoekt.
Weer herinner ik me een zin van Camus: Al deze levens die zich handhaven in de hebzuchtige lucht van het absurde, zouden zich zonder een diepe en bestendige gedachte, die hun kracht geeft, niet staande kunnen houden.
Ik houd me zelden bezig met Mijn Oude Dag. Ook niet met het geld dat voor die periode is gereserveerd. Het heeft niks met weerstand te maken, maar ik heb wel iets anders aan mijn hoofd.
Als ik aan Mijn Oude Dag denk, zie ik een veranda voor me, voel ik de warmte van een hoogzomerse dag. Ik kijk uit over weilanden die tot aan de horizon doorlopen. Ik drink whisky. Af en toe sluit ik mijn ogen om iemand die ik bijna vergeten was, nog wat langer bij me te houden.
Graag zou ik hebben dat ik wat meer plezier beleef aan mijn spaargeld. Zoals je een postzegelalbum opent - je kunt immers ook postzegels sparen - en verzucht: leuk, al die postzegels. Ik kan me voorstellen dat je dat denkt, als spaarder van postzegels. Ik ken mensen die dat ook met geld hebben. Ik ken een schrijver, die als hij uit bed is gekomen, zich meteen door zijn computer laat informeren hoe het met zijn aandelen zit. Hij schrijft misdaadromans. Heel beroerde boeken zijn dat.