Ze knikte, keek hem stralend aan en begon zonder op hem te wachten de trappen van het terras af te dansen. Vlak voordat ze beneden was stond ze stil, draaide zich om, wachtte tot hij bij haar was en schoof haar arm in de zijne. Haar ogen stonden weer ernstig.
Op het station hadden ze nog tien minuten. Normaal dronken ze hier nog even koffie in de Mitropa-restauratie; na drie keer was het al een kleine traditie geworden, maar nu was hij niet in de stemming voor gewoontes. Op het vertrekbord stonden treinen aangekondigd naar Krakow, Boedapest en Ljubljana en de hal was stampvol reizigers. Ineens was hij het gevoel van beklemming kwijt, de beklemming die hoort bij een winterse zondagmiddag in een Oost-Europese provinciestad. Op bijna alle sporen stonden treinen klaar om te vertrekken en voor het eerst na een weekend met Lotte verlangde hij ernaar om weer naar huis te gaan. Toch moest hij haar nog iets vragen.
‘Als je mij niet had ontmoet, zou je dan ook in het Westen willen wonen?’
‘Nee; voordat ik jou kende wist ik niet dat ik dat wilde.’
‘En de idealen waar we het over hadden aan de keukentafel in Berlijn?’
‘Dat was belangrijk, maar het leven is belangrijker. Daar ben ik achter gekomen door jou.’ Ze lachte melancholiek en Staes wist dat ze nooit zo zou lachen als ze in Amsterdam zou wonen.
‘Het leven? Is het belangrijkste van het leven dan dat je kunt kopen wat je wilt?’
‘Ja. Jij kunt je dat niet voorstellen juist omdat je alles kunt kopen. Je kiest er alleen voor om het niet te doen.’
‘De vrijheid van het westen en de gelijkheid van het oosten?’ Weer dacht hij aan Berlijn, en dit was het laatste argument dat hem nog restte.
‘Word nu eens wakker. Daarvoor zijn mensen toch veel te hebzuchtig. Of denk je dat iedereen is zoals jij?’
De conducteur blies op zijn fluitje.
‘Je moet instappen. Probeer me morgenavond te bellen over die assistentenplaats.’ Ze gaf hem een zoen die terecht kwam in de kraag van zijn jas. Staes stapte in en de deuren sloegen dicht. Het was harder gaan sneeuwen. Het laatste wat er van haar over bleef was de geur van L'air du temps.