Hij hoopt eerlijk gezegd volgens mij in het diepst van zijn hart dat de oorlog nog een paar maanden duurt, omdat hij dan kans maakt op een helm. Moet je dat geschut eens horen. Moet je eens nagaan hoeveel jongens aan flarden worden geschoten en dat zit hier bij de kachel zowat te janken om een krasje op zijn arm door zijn eigen stomme schuld.’
Buurvrouw moet zo spoedig mogelijk dood. Op zijn spoedigst. Als ze straks voor haar huis staat beneden, moet er een granaatscherf door het bovenste stuk van haar hoofd vliegen, dan kan iedereen met eigen ogen zien dat die kop leeg is omdat er geen hersens in aanwezig zijn.
Sirenes. Buurvrouw gauw naar beneden. Moeder veegt het wondje schoon met een stuk verband uit de rommella en drupt er flink wat jodium op. Een geluk dat buurvrouw weg is, want nu springen de tranen in mijn ogen, dat doet pas echt zeer. Verband erom. Aan het uiteinde knipt ze een strik. Klaar. Ze aait over mijn hoofd en zegt dat ik haar grote jongen ben.
Vader komt in zijn ondergoed met de piespot in zijn hand van boven. Hij kwakt hem leegt in de wc. Hij ziet niet eens dat ik een verband om mijn arm heb en dat ik misschien wel een liter bloed ben kwijtgeraakt. Bij alles wat er tegenwoordig gebeurt zegt hij prompt: ‘Ja, wat wil je, 't is oorlog, ik heb wel voor hetere vuren gestaan.’
‘Hé, hoe komt dat ruitje stuk, wie is daar weer zo stom doorheen gegaan? Dat glas moet eruit. Er zit nog bloed aan. Daar kan iemand zich lelijk aan bezeren.’
‘Paul heeft een hele jaap in zijn arm en kijk eens hoe hij bloedt, zelfs door het verband heen.’
Vader frunnikt aan het glas.
‘Straks doe jij je ook nog zeer,’ zegt moeder. ‘Moet je je niet eens gaan aankleden? Het is al één uur.’
Vader, in zijn lange jaegeronderbroek en op blote voeten, begint aan het kapotte ruitje te peuteren. Moet je die gele piesvlek zien, net zo geel als zijn kromme teennagels.
‘Het wordt tijd dat je je gaat wassen en aankleden, dat ruitje komt wel.’
Vader geeft niet op. Het ene stuk glas na het andere peutert hij los. ‘Au, verrek!’ Zie je wel, moeder heeft gelijk. Je mag het niet fijn vinden als je vader zich zeer doet, maar toch... Nu gaat hij ook nog met zijn voet in een glasscherf staan. Bloed aan zijn vinger