De Tweede Ronde. Jaargang 22
(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 69]
| |
Vijf gedichten
| |
[pagina 70]
| |
OtrobandaSteegjes overschaduwd door ruïnes.
Vergeelde echo's van Generaal Piar en Admiraal Brion.
Schepen gaan in en uit.
De roem is voor Bolivar, de poen voor Punda
en voor jou Otrobanda blijft het scheepsroet.
| |
Midnight bluesIn gebroken akkoorden
sijpelen herinneringen,
verwaterde woorden.
Cactusnaalden,
eens was je huid
een zoetgeurige mango.
Glasscherven,
eens waren je ogen
twee kristallen kroonluchters.
En in een bliksemflits
schitteren je tanden,
je venijnige, ijskoude tanden.
| |
[pagina 71]
| |
Voor de stormGolfslag verstomt.
Als een rattenval
kalm de zee.
Hemel strak betrokken.
Als haan en trekker
gespannen de lucht.
Passaat paraat.
Als een kaaiman
stil de wind.
Straks steekt wind op,
grommen de golven,
klapt de kaak dicht.
| |
AvondmuziekDe nacht
heeft stad en land
omvat in fluwelen,
naar jasmijn geurende,
met sterren besprenkelde
handschoen.
Zacht en goedmoedig
strekt de nacht
zich uit, gunt
mij al datgene
wat de dag mij ontzegt:
rust, dromen
| |
[pagina 72]
| |
en koelte.
Amper
geslonken de zon,
roept op de nacht
wit gezang van
nonnen van Roosendaal.
Bij het klooster
bewieroken serene en
gestage melodieën
uit Rome en Roosendaal
de nog maagdelijke
zwarte nacht.
En tijdens het
hemelse gezang
bedank ik God
dat de helse
rode hitte is
gaan liggen.
Als de nonnen
na het Lof,
gedrapeerd in hun
eten en gebeden
prevelend gaan slapen,
zeilt de avondmuziek
door de straten,
krijgt het
de gedaante
van een Antilliaanse
wals: het weeë ritme
van hemels gezang
vervangen door de
sensuele syncope.
| |
[pagina 73]
| |
En naarmate de
nacht vordert,
dwaalt de avondmuziek
steeds verder af,
neemt het
in de rosse buurt
de gedaante aan van
een vlammende tumba:
als uit een tuba
spuiten omhoog
zwarte klanken
van strakgespannen
drums, gretig likkend
aan ronde maan, dansend
op zwoele, zwangere ritmes
uit Ghana en Guinee...
En Rome, Roosendaal,
Ghana, Guinee en
Curaçao
zijn takken
van één boom,
woorden
op één pagina,
vijf vingers
van één hand,
de fluwelen
handschoen van
de nacht.
|
|