De Tweede Ronde. Jaargang 22(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Twee gedichten Gé van den Bovenkamp Kwak Des winters, als het hevig vriest, vindt men vaak bij de laatste wakken een troep geheel verzwakte kwakken. Wat ogen zulke vogels triest! Een kniesoor, die daarover kniest, sleept brood aan in hardhouten bakken. Toch zal een kwak dat brood nooit pakken, want brood vindt hij het allermiest. En bovendien, last but not least: reeds stinkend naar die houten fusten ligt dan dat brood ook nog aan kusten waar net een rotgans heeft gepiest. Soms denkt zo'n kwak, à l'improviste: ‘Een mens zou er geen brood van lusten!’ [pagina 91] [p. 91] Ral Er schreeuwt een ral diep in de uiterwaarden. Een rellerig geluid: de schrille roep van Feyenoordsupporters die als troep inhakken op gezinnen en bejaarden. Een rally kan met zo'n geluid ontaarden: gillend verzeilt een auto op de stoep, boort zich in journalist of actiegroep en 's avonds hoort men tot de doodverklaarden. Doch schalt, in tijden van mobilisatie, zo'n oerkreet over kazemat en dal, dan lette men op binnensmonds gelal als teken van geslaagde zelf-fellatie. Een mooi geluid, dat schreeuwen van een ral. Zo komen dichters nou aan inspiratie. Vorige Volgende