De Tweede Ronde. Jaargang 22(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Light Verse [pagina 87] [p. 87] Drie gedichten Hendrik Jan Bosman Ondraaglijke lichtheid Ik dicht u toe in lege regels In verzen zonder doel of zin Plavei mijn weg met gouden tegels Maar sla daarbij geen richting in Een blanco brief met zware zegels Een kunstig web, maar zonder spin Een huis van ijskristallen pegels Een toverlamp, maar zonder djinn Wie weet, het zou wel kunnen wezen Dat wie mijn verzen goed gaat lezen Wat meer ziet dan gedegen vorm: Het stille knagen van een worm Een wond, slechts bovenhuids genezen U ziet maar. Ik geniet enorm [pagina 88] [p. 88] Aporie De poëzie van peuken op een bord Van korsten brood, verschimmeld in een hoek Van stapels oud papier, haast ingestort Dat is wat ik in dit gedicht niet zoek Het beeld van noodweer, kletterend maar kort Van een nog uren klamme spijkerbroek Van schoenen waar het nooit meer droog in wordt Dat is wat ik niet schilder op mijn doek Maar lammetjes, geboren in april Een rode roos zojuist in volle bloei De blauwe lucht, een spelend kind, een lied Dat is toch ook weer de bedoeling niet U ziet: ik raak behoorlijk in de knoei Nu ik wel dicht, maar niet veel zeggen wil [pagina 89] [p. 89] Ga toch een vak leren... Al ben ik dan als dichter doorgebroken Het leven valt me lang niet altijd licht Mijn neus is nog niet uit de deur gestoken Of iemand klampt mij aan om een gedicht En waar ik kom, herkent men mijn gezicht In winkel, tram of urinoir: er spoken Aanbidders, fans. Ja, wat ik ook verricht Aan rotzooi, er wordt gretig op gedoken Al heb ik dan de roem waarom ik vroeg Mijn leegte zij een afschrikwekkend voorbeeld (Wat moet een mens met tonnen prijzengeld?) Dus had u op uw dichten hoop gesteld Dan hoop ik dat u nu wel anders oordeelt Mijn afzetmarkt is toch al krap genoeg Vorige Volgende