[Nummer 2]
Voorwoord
Dit nummer biedt, zoals elke zomer, een rijkgevulde mengelmoes van literaire ingrediënten, maar geheel zonder thema is het niet. In Nederlands proza zijn alle verhalen de vrucht van reislust en fascinatie voor vreemde kusten. Jaap Kranenburg voert de lezer mee naar een verweesd stukje Turkije uit de tijd van de Koude Oorlog, Wim Reilingh pelgrimeerde naar Goethes Weimar, Henk Romijn Meijer schetst een weemoedig beeld van beschaafde aftakeling in Zuid-Frankrijk, Jan Schotte beschrijft een picareske confrontatie aan de Spaanse kust en Atie Vogelenzang laat haar hoofdpersoon stranden in een Bretons vissersdorp, temidden van een mosseloproer.
Voor Nederlandse poëzie lagen veel gedichten klaar die in voorgaande themanummers niet pasten. Bij de eenentwintig opgenomen dichters - een veelzijdige staalkaart van Tweede Rondepoëzie - zijn vele bekenden, maar ook verwelkomen wij drie nieuwkomers: Leo Dooper, Jan J.B. Kuipers en Gerrit Massier. Ook in Light Verse zijn drie nieuwe namen te signaleren: Diederik Burgersdijk, Quirien van Haelen en Ton Peters. Erik Coenen en Drs. P pakken speciaal uit, de eerste met een nieuwe aflevering van zijn wereldhistorische epos ‘Antropiade’, de tweede met een reeks ollekebollekes die een synthese geven van beroemde boeken uit de wereldliteratuur.
In Vertaald proza figureren twee onbekenden die de thematiek van de reislust voortzetten, de in Nederland wonende auteur-vertaler Eric Dickens en de jonge Noor M.H. Olsen; daarnaast geeft de rubriek een eerste indruk van Euclides da Cunha's Braziliaanse meesterwerk ‘De binnenlanden’; Aleksander Koeprin en Joseph Roth zijn elk vertegenwoordigd met een sterk verhaal. Vertaalde poëzie bevat werk van elf dichters, van wie er een voor het eerst is vertaald: Salah Hassan; voorts nieuw-vertaalde poëzie van Moniza Alvi, Blok, Enzensberger, Larisa Miller, Nabokov, Pessoa, Sjalamov, Theocritus, en werk van twee Engelse klassieken, in beide gevallen gewijd aan de betovering van een aardse lusthof: Marvell's ‘De tuin’ en een fragment uit Milton's ‘Verloren Paradijs’. Marvell's gedicht wordt toegelicht in Essay, de rubriek die bovendien L.H. Wiener van een geheel nieuwe kant laat zien.
Redactie