Nana, ga aan je werk. Ik word niet goed. Ze kijken allemaal op.
Ze zien hoe ik van tafel ren. Ik haal net de wc niet. Ik kots voor de deur de hele bende eruit.
Nana naar de keuken. Stilte in de kroeg. Ik naar buiten. Voor het open keukenraam staat Nana met de kroegbaas. Als ik haar zie, kwak ik nog een half vermalen lap pens op de rijweg.
Ik maak hier in de omgeving vaak lange wandelingen. Door de bergen, over de heuvels, waar Nana ooit met haar man op jacht ging, want ik loop in de buurt van haar dorp waar ze die kerel heeft doodgeschoten. De lucht betrekt snel. Gerommel in de bergen en de wind steekt op. Het weer kan hier plots omslaan. Er komt een behoorlijk onweer opzetten. Ik moet voortmaken. Ik krijg een lift naar het dorp. Het is een troosteloos, bijna verlaten oord met hier en daar ruïnes uit de tijd van de burgeroorlog die nooit zijn opgeruimd. Aan een doodstil marktpleintje bij een kerk waar ik om zijn lelijkheid niet naar binnen durf, is een winkeltje met achterin, in het duister, een bar. Ik vraag om bier en wat brood met droge ham. Als ik een eerste hap probeer te nemen, steekt Nana haar hoofd door de kralenketting in de deuropening. Ze heeft haar vrije dag. Wat een ontmoeting. Alsof ze een lang verloren minnaar heeft teruggevonden. Nana neemt de uitgedroogde bocadillo uit mijn handen en trekt me de winkel uit. Straatje op, straatje af: daar staat haar huis, hier woont ze. Een verwilderde tuin waaraan jaren niets is gedaan, hoe kan het ook anders? Man dood en zij jaren in de gevangenis.
Een zoete, weeë lucht komt uit de keuken. Het pruttelt en dampt op het fornuis. Een kraakheldere plavuizenvloer, waarop haar man lag nadat ze de kloten van zijn lijf had geknald. De hemel is nu pikzwart. Bliksemflitsen en het verwachte onweer kan losbarsten. Hoor maar, de eerste knetterende slagen dreunen al door het dal en weerkaatsen tegen de steile rotswanden.
Ze trekt me meteen op haar bed. Dat wordt een woeste vrijerij met Nana. Ik ben er niet op voorbereid. Het overvalt me hier allemaal. De vrouw met wie ik geen woord kan wisselen is niet in toom te houden. Ik ben toch niet de eerste kerel die ze sinds haar vrijlating zo'n beetje aan het verkrachten is? Stormachtig, oké, maar dit gaat wel heel erg de woeste kant op. Hoor dat onweer eens tekeer gaan. Die bovenarmen, die spierbundels over haar rug. Ze heeft zes jaar aan bodybuilding gedaan in het vrouwengevang,