De Tweede Ronde. Jaargang 19
(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermdEphim FogelGa naar voetnoot*Het laatste semester dat Nabokov hier was, gaf hij de befaamde cursus over de Europese roman in wat nu het Kaufmann Auditorium is en toen het Goldwin Smith B. was. Ik doceerde Shakespeare, een serie hoorcolleges, van 11:00 tot 11:50. Hij kwam dan binnen, altijd stipt op tijd zodat we nog even een paar minuten met elkaar konden praten. Het was 1958, en in die tijd was ik gewoon een quiz te houden over weetjes uit de toneelstukken, een quiz van vijf minuten voor ik aan een nieuw stuk begon. Nabokov kwam binnen en zei: ‘Ik zie dat je een quiz hebt gehouden over King Lear.’ Ik zei: ‘Ja.’ Hij zei: ‘Heb je ook de namen gevraagd van de honden van Lear?’ Ik haalde diep adem en citeerde die passage om te laten zien dat ik hem kende. Zelfverdediging. The little dogs and all, Tray, Blanch and Sweetheart, see, they bark at me. Hij zei: ‘De meest gelezen negentiende-eeuwse Russische versie van dit gedeelte, weet je hoe die gaat?’ Ik zei: ‘Nee, ik weet niet hoe die gaat.’ Hij zei: ‘Die gaat zo: “De honden huilen bij mijn hielen!”’ Hij haalde zijn schouders op en keek me aan alsof hij wilde zeggen: ‘Vertalers!’ Ik dacht eigenlijk dat ik dat stuk van voren naar achteren kende. Maar ik heb echt een heel belangrijke les geleerd van Nabokov, want ik ging nadenken over die namen. Ze zijn ten dele traditioneel - ‘Tray’ is een traditionele naam voor een hond; er is een liedje van Stephen Foster, Old Dog Tray. Er zijn drie honden: Lear heeft drie dochters. De jongste, maar niet de minst belangrijke, is Cordelia. De laatstgenoemde, maar niet de minst belangrijke, van de honden is Sweetheart. En het zijn kleine honden. Tegen- | |
[pagina 236]
| |
woordig zouden het pekinezen of chihuahua's zijn, maar in de tijd van Shakespeare was een kleine hond doorgaans een spaniël. En je vindt een hele serie beelden bij Shakespeare waarin spaniëls ondankbaarheid symboliseren. Ze likken je hand voor wat lekkers en vervolgens keren ze zich tegen je. Hoe meer ik nadacht over de honden van Lear, hoe meer ik onder de indruk kwam van Shakespeare's vernuftigheid, inclusief de ironie - want Cordelia, de dochter tegen wie Lear zo wreed was, heeft zich immers niet tegen hem gekeerd. Al deze wijsheid kreeg ik van Nabokov, dankzij een vraag over de namen van de drie honden. En als ik nu colleges over Shakespeare geef, haal ik bij het eerste college Nabokovs vraag aan en zeg ik: ‘Tenzij je de namen kent van King Lears schoothondjes, begrijp je het stuk niet.’ Ik denk dat dat een heel belangrijk aspect van Nabokov is. In dat opzicht is hij echt heel Shakespeariaans. Bijna elk detail in ongeacht welk van zijn verhalen telt. Hij noemde zijn laatste bundel verhalen naar het eerste verhaal uit een bundel van begin 1924. De titel luidde, in het Russisch, ‘Katastrofa,’ hetgeen katastrofe kan betekenen, net als ons woord, maar ook een ernstig ongeluk. Hij veranderde de titel in Details of a Sunset. En als je kijkt naar de finesses van een zonsondergang - heel kleine details - ontdek je iets heel belangrijks over het verhaal. Ik denk dat bijna al zijn werk zo is. De kleinste details kunnen belangrijk zijn, en je moet bepalen welke dat zijn. Hij zei altijd dat de grootste schrijver, de schrijver met het grootste expressieve vermogen dat ooit bestaan heeft op deze planeet, Shakespeare was. En ik denk dat hij misschien wel heel wat van zijn techniek geleerd heeft van Shakespeare. Een van onze postdoctoraal-studenten had in het leger Russisch geleerd en het leek hem een aardig idee om een dissertatie te schrijven over Engels-Russisch proza. Hij ging naar Nabokov toe. Hij voelde ervoor om iets met Dostojevski te doen. Ik vroeg hem: ‘Wat gebeurde er toen, Ed? Wat zei Nabokov?’ Ed antwoordde: ‘Nou, ik zei tegen hem dat ik Dostojevski interessant vond, en toen zei hij: ‘Dostojevski? Dostojevski is een heel slechte schrijver.’ Ed zei toen: ‘Heeft hij Leonov [de Sovjetrussische schrijver] niet beïnvloed?’ En Nabokov hief zijn handen ten hemel en zei: ‘Arme Leonov! Arme Leonov!’ Einde gesprek. |
|