De Tweede Ronde. Jaargang 19
(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermdAlison BishopGa naar voetnoot*Toen Morris na de Tweede Wereldoorlog terugkeerde naar Cornell, was er op de universiteit het een en ander in beweging en heerste er een zekere verwarring. Binnen een jaar of twee keerde Tom Bergin [Thomas Goddard Bergin], die door mijn man was overgehaald Yale voor Cornell te verruilen, terug naar Yale, zijn leerstoelen Italiaanse letterkunde en vergelijkende literatuurwetenschap leeg achterlatend. En Ernest Simmons liet zijn leerstoel Russische taal- en letterkunde in de steek. Morris was er, voor zover ik weet, niet van op de hoogte dat Vladimir Nabokov tijdens zijn afwezigheid een lezing bij ons had gegeven. We hoorden eigenlijk voor het eerst van Nabokov via een vriendin van Wellesley College. Ze was een beetje uit haar humeur omdat de New Yorker het steeds had over Cornell, en ze vroeg zich af waarom Morris Bishop niet iets deed voor haar universiteit. Hij moest de New Yorker aansporen om ook eens aandacht te besteden aan | |
[pagina 232]
| |
Wellesley, omdat zij iemand hadden die even goed of beter was dan E.B. White en Morris Bishop, en het was een Rus, een auteur die literatuur doceerde. Dus je kunt het mijn man nauwelijks kwalijk nemen dat hij ‘Aha!’ zei. Zo snel als hij kon, haalde hij hem hier naar toe. En natuurlijk raakten we meteen aan hem verknocht. Om de een of andere reden werd Russische letterkunde ondergebracht bij het instituut voor Romanistiek. Ik weet niet precies waarom. Hoe dan ook, we waren verrukt van de man en, toen we haar ontmoetten, van Véra. Deze twee moedige mensen konden ermee leven en er zelfs de humor van inzien en er plezier in hebben dat ze, om aan een woning te komen, zowat elk jaar van hun verblijf iemand moesten vinden die met sabbatsverlof ging. Ze genoten zelfs van de boeken van andere mensen. Alle zucht naar bezit en vastigheid leek te zijn verdwenen, samen met hun eigen wereld. Maar in plaats van te tobben, genoten ze juist met volle teugen van het heden. We kennen allemaal Vladimirs scherpe waarnemingsvermogen en we zijn krachtig wakker geschud door de geniale manier waarop hij het waargenomene in woorden wist te vangen. Door zijn kunst kon hij een veranderde wereld het hoofd bieden, en Véra kon al even goed uit de voeten met de materiële kant van het leven. Ze zorgde voor haar man en zoon. Zij reed, zij typte en redigeerde. Op elegante wijze ging ze om met de spanningen die creativiteit met zich meebrengt. En ondertussen zag ze er ook nog eens geweldig uit. Ze fascineerde iedereen. Onze vriendschap hield stand onder maandenlange druk. Vladimir voelde zich beledigd toen Morris tegen hem zei dat hij, Morris, Lolita niet kon lezen. Dat Humbert Humbert gewoon te walgelijk was. En Vladimir zei: ‘Dat boek is het beste wat ik ooit heb geschreven.’ Ik weet nog hoe verontwaardigd hij was. Morris bleef bij zijn mening. Bovendien was hij doodsbenauwd dat de autoriteiten de man zouden wegsturen die hij het minst graag zag vertrekken. Ik vraag me af wat mijn man ervan zou vinden als hij wist dat onze kleindochter van vijftien net Lolita heeft gelezen als opdracht voor Engels. Het is natuurlijk Nabokovs humor die ons zo bekoort, en ons hardop doet lachen vanwege de nauwkeurigheid waarmee hij denkt, kijkt en zich uitdrukt. Maar Nabokov karakteriseerde Lolita tegenover ons als een tragedie. Ik denk dat Pnin, duidelijk een van zijn luchthartigste boeken, ook als tragedie bedoeld is. De onder- | |
[pagina 233]
| |
stroom van droefheid komt naar boven, net als in Pale Fire en nog een heleboel andere werken. Trouwens hoe zou de humor anders zo aangrijpend kunnen zijn? Morris zei een keer tegen me: ‘Dit zijn waarschijnlijk de twee interessantste mensen die we ooit hebben gekend.’ Daar ben ik het mee eens. En ik heb meer bewondering voor hen dan voor wie ook. Afgezien van de roem, bestond hun succes alleen al uit hun manier van leven, hun moed en hun wederzijdse toewijding. Véra woont nog steeds in Montreux, waar ze het lot tart. Ik weet dat Dmitri vaak bij haar is en haar heel veel helpt. Hij was nog bij haar, vlak voordat ik haar de laatste keer zag. En dat was zo'n vijf jaar geleden. Ze vertelde me toen dat ze altijd van plan waren geweest om terug te keren naar de Verenigde Staten, maar dat Vladimir altijd net druk bezig was met een nieuw boek, zodat er nooit een geschikt moment was om te verhuizen. Ze konden nooit het juiste moment vinden. Waarschijnlijk zal ik Véra nooit meer zien, maar zolang ik leef, zal ik de herinnering aan de Nabokovs koesteren als een kostbare schat. |
|