De Tweede Ronde. Jaargang 19
(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
(Vertaling Kees Jiskoot)Onvoltooid kladDe dichter, handelaar in treurnis,
herhaalt aan Schoonheids oor: vaarwel!
Hij zegt dat Leven maar een vel
papier met tekst (waaruit gescheurd?) is,
van straat geraapt (maar alle woorden
zijn vreemd, dus gooi je 't in de gracht),
of 't scheren van een vogel door een
verlichte zaal, van nacht naar nacht.
Zo'n ZoïlusGa naar voetnoot* (pedante smeerlap,
slechts hebzucht zet hem aan het werk)
en Publicus, die platte klerk
(een bang beroemdheid hurend heerschap):
zij vrezen mij, en dat terecht,
omdat ik slecht en onbewogen
en vrolijk ben, en niemands knecht,
mijn eer en leven heb gewogen
op Poesjkins schaal, en boven 't leven
aan eer de voorkeur durf te geven.
Berlijn, 1931
| |
Неоконченный черновикПоэт, печалью промышляя,
твердит Прекрасному: прости!
Он говорит, что жизнь земная -
слова на поднятой в пути -
откуда вырванной? - странице
(не знаем и швыряем прочь)
или пролет мгновенный птицы
чрез светлый зал из ночи в ночь.
Зоил (пройдоха величавый,
корыстью занятый одной)
и литератор площадной
(тревожный арендатор славы)
меня страшатся потому,
что зол я. холоден и весел,
что не служу я никому,
что жизнь и честь мою я взвесил
на пушкинских весах и честь
осмеливаюсь предпочесть.
|
|