De Tweede Ronde. Jaargang 19(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] (Vertaling Anne Stoffel) Aan de muze Zo was je komst: een groot geluid begon, een huiver, onbekend aan deze aarde. De maan bescheen door takken het balkon; het was alsof ik daar een lier ontwaarde. De jambe leek mij toen ik was nog jong - te grof een kleed voor jouw zo tere lijnen. Mijn vers was onbeholpen, maar het zong en lachte gul met roodgelipte rijmen. Ik was gelukkig. En een kaars van was legde op tafel bevende reflecties. Ik droomde van een bladzij onder glas, onsterfelijk, met schichten van correcties. Nu is het anders. Voor de morgenster zal ik mijn ochtendsluimer niet verzaken. Te zwaar ook vind ik vele soorten werk - vooral de moeite van het indruk maken. Ik ben ervaren, sober, prikkelbaar. Mijn verzen blinken van het vele schuren. Slechts zelden spreken jij en ik elkaar over het hek heen, als twee oude buren. Ik geef het toe, rijpheid is pittoresk: een druivenblad, een peer. Niet dat diffuse, maar helder licht - de meester op zijn best. Ik heb het koud. Want het is herfst, o muze! Berlijn, 1929 К музе Я помню твой приход: растущий звон, волнение, неведомое миру. Луна сквозь ветки тронула балкон, и пала тень, похожая па лиру. Мне. юному, для неги плеч твоих казался ямб одеждой слишком грубой. Но был певуч неправильный мой стих и улыбался рифмой красногубой. Я счастлив был. Над гаснувшим столом огонь дрожал, вылущивал огарок; и снилось мне: страница под стеклом, бессмертная, вся в молниях помарок. Теперь не то. Для утренней звезды Не откажусь от утренней дремоты. Мне не под силу многие труды особенно - тщеславия заботы. Я опытен, я скуп и нетерпим. Натертый стих блистает чище меди. Мы изредка с тобою говорим через забор, как старые соседи. Да, зрелость живописна, спору нет: лист виноградный, груша, пол-арбуза: и - мастерства предел - прозрачный св[ет] Мне холодно. Ведь это осень, муза! Vorige Volgende