De Tweede Ronde. Jaargang 19

[p. 44]

(Vertaling Meindert Burger)

Ik moet nog zwijgen

Ik moet nog zwijgen; deze stilte geeft mij kracht.
Zoals een bergtop in de nevels van de morgen
houdt mijn toekomstig werk zijn bovenwolkse pracht
nog in het schemerduister van mijn ziel verborgen.

Ik heet je welkom, onvermijdelijke dag!
Waar verten wijder zijn en geschakeerder blinken,
waar ik de allereerste tree bestijgen mag,
vol euforie en angsten, zal mijn stap weerklinken.

Krim, 1919

[Еще безмолвствую и крепну я в тиши.]

Еще безмолвствую и крепну я в тиши.
Созданий будущих заоблачные грани
еще скрываются во мгле моей души,
как выси горные - в предутреннем тумане.

Приветствую тебя, мой неизбежный день!
Все шире, шире даль - светлей, разнообразней;
и на звенящую, на первую ступень
всхожу, исполненный блаженства и боязни.