De Tweede Ronde. Jaargang 19
(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 25]
| |
Postscriptum bij de Russische uitgave van ‘Lolita’Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 26]
| |
mode, sport, de natuurwetenschappen en de tegennatuurlijke hartstochten, dat wordt in het Russisch lomp, omslachtig en vaak afschuwelijk van ritme en stijl. Die discrepantie weerspiegelt het essentiële verschil op historisch niveau tussen de jonge Russische literaire taal en de rijpe Engelse taal (zo rijp als een vijg die uit zijn voegen barst): tussen een geniale, maar nog onvoldoende ontwikkelde en soms tamelijk smakeloze jongeling en een eerbiedwaardig genie, dat een schat aan bonte kennis verenigt met volledige vrijheid van geest. Vrijheid van geest! De hele adem van de mensheid gaat schuil in die woordcombinatie. De bibliografische gegevens die worden vermeld in het voorwoord bij de Amerikaanse uitgave (Putnam, 1958) kunnen nu aangevuld worden. De eerste uitgave, die, overvloedig voorzien van drukfouten in Parijs (Olympia Press, 1955) verscheen, werd in een tamelijk traag tempo gekocht door Engelse toeristen, totdat het boek onder de ogen kwam van Graham Greene, die zich er in een Londense krant lovend over uitliet. Hij en ‘Lolita’ werden in een andere Londense krant onder vuur genomen door een reactionaire columnist, een zekere John Gordon, en diens deugdzame verontwaardiging bracht ‘Lolita’ onder de algemene aandacht. Wat haar lot in de Verenigde Staten betreft, dient vastgesteld te worden dat het boek daar nooit verboden is geweest (wat het tot op de dag van vandaag in sommige landen wel is). De eerste exemplaren van de Parijse uitgave van ‘Lolita’ die besteld waren door particulieren, werden vastgehouden en gelezen door de Amerikaanse douane, maar een onbekende lezer en vriend die daar werkzaam was, erkende mijn ‘Lolita’ als legale literatuur en de exemplaren werden verstuurd naar de adressen. Dat maakte een einde aan de twijfel van de voorzichtige Amerikaanse uitgevers, en ik kon onder hen al degene kiezen die me het meest aanstond. Het succes van de Putnam-uitgave (1958) overtrof alle verwachtingen, zoals dat heet. Paradoxalerwijze echter bleek de eerste Engelse uitgave, die reeds in 1955 in Parijs was verschenen, plotseling verboden te zijn. Ik vraag me vaak af hoe ik in de periode waarin de besprekingen met Olympia Press begonnen, gehandeld zou hebben als ik toen geweten had dat deze uitgever naast het drukken van talentvolle, zij het vrijmoedige werken zijn voornaamste inkomsten ontving uit de door hem bij geldbeluste nullen bestelde platte boekjes van precies hetzelfde soort als de foto's die in donkere hoekjes worden aangeboden van een non met een Sint-Bernardshond of van een | |
[pagina 27]
| |
matroos met een matroos. Hoe dit ook zij, de Engelse douane nam, in de strenge en nuchtere atmosfeer van de terugkeer van vacantie, deze pornografische rotzooi - die dezelfde graskleurige omslagen had als mijn ‘Lolita’ - sinds lang in beslag. En nu verzocht de Engelse minister van binnenlandse zaken zijn Franse collega, die even onwetend als gedienstig was, om de verkoop van de hele uitgavenlijst van Olympia te verbieden; en gedurende enige tijd deelde ‘Lolita’ in Parijs het lot van de pornografische uitgaven van Olympia. Ondertussen had zich een Londense uitgever gemeld die het boek wel wilde drukken. De zaak viel samen met de behandeling van een nieuwe wet op de censuur (1958-59) waarbij zowel de liberalen als de conservatieven zich op ‘Lolita’ beriepen. Het parlement bestelde uit Amerika een aantal exemplaren en de afgevaardigden namen kennis van het boek. De wet werd aangenoomen en ‘Lolita’ verscheen in Londen bij uitgeverij Weidenfeld en Nicholson in 1959. Tegelijkertijd bereidde Gallimard in Parijs de Franse uitgave voor - en de ongelukkige eerste Engelse uitgave van Olympia Press, die zakelijk en verontwaardigd opnieuw de kop opstak, verscheen weer in de kiosken. Sindsdien is ‘Lolita’ in vele talen vertaald, het verscheen met afzonderlijke uitgaven in de Arabische landen, Argentinië, Brazilië, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland. India, Israël. Italië, Japan, Mexico, Nederland, Noorwegen, Turkije, Uruguay en Zweden. Het boek is sinds kort vrijgegeven voor de verkoop in Australië, maar is nog steeds verboden in Spanje en Zuid-Afrika. Het is evenmin verschenen in de puriteinse landen achter het Ijzeren Gordijn. Van al deze vertalingen sta ik wat precisie en volledigheid betreft alleen in voor de Franse die ik, voor ze gedrukt werd, zelf heb nagezien. Ik kan me voorstellen wat de Egyptenaren en Chinezen met het arme kind hebben gedaan. Ik kan me nog beter voorstellen wat, indien ik dat had toegestaan, een zekere ‘ontheemde dame’ die net Engels had geleerd, met haar had uitgevoerd, of de Amerikaan die Russisch op de universiteit had ‘gedaan’. De vraag echter voor wie ‘Lolita’ eigenlijk vertaald wordt, behoort tot het gebied van de metafysica en de humor. Ik kan me moeilijk een regime voorstellen in mijn strenge vaderland, liberaal dan wel totalitair, waarbij de censuur ‘Lolita’ door zou laten. Ik weet trouwens niet eens wie ze tegenwoordig waarderen in Rusland - naar het schijnt Hemingway, die moderne plaatsvervanger van Mayne-Reid, en de waar- | |
[pagina 28]
| |
deloze Faulkner en Sartre, die troetelkinderen van de bourgeoisie. De Russen in de emigratie lezen echter in een adem de Sovjetromans uit, laten zich meeslepen door kartonnen Stille Dons op kartonnen onderzetters, of door die lyrische dokterGa naar voetnoot** met zijn mystieke centsprentwaarheden, zijn burgerlijke zinswendingen en een tovenares uit Tsjarskaja, die de Sovjetregering zoveel waardevolle buitenlandse valuta heeft bezorgd. Mijn bedoeling met deze Russische uitgave van ‘Lolita’ is heel simpel: ik wil dat mijn beste Engelse boek - of laten we het nog bescheidener zeggen: een van mijn beste Engelse boeken - wordt vertaald in mijn moedertaal. Als schrijver ben ik er te zeer aan gewend dat er nu al bijna een halve eeuw een blinde vlek gaapt in het oosten van mijn bewustzijn - een sovjetuitgave van ‘Lolita’ is in geen velden of wegen te bekennen! Als vertaler ben ik niet erg ijdel en onverschillig voor de correcties van kenners; ik ben er alleen trots op dat ik met ijzeren hand de demonen beteugeld heb die me probeerden aan te zetten tot weglatingen en aanvullingen. Als lezer ben ik in staat me eindeloos te vermenigvuldigen en kan makkelijk een enorme meelevende zaal vullen met mijn dubbelgangers, vertegenwoordigers, figuranten en die makkelijk in te huren heren die zonder een seconde te aarzelen vanuit verschillende rijen het toneel opkomen, zodra de tovenaar het publiek voorstek om zich te vergewissen van de afwezigheid van bedrog. Maar wat moet ik zeggen aangaande de andere, normale lezers? In mijn kristallen bol spelen regenbogen, wordt mijn bril schuin weerkaatst, tekent zich een miniatuur illuminatie af - maar veel mensen toont ze me niet: een paar oude vrienden, een groep emigrés (die overigens de voorkeur geven aan Leskov), een rondreizende dichter uit Sovjetland, de grimeur van een reizende toneelgroep, drie Poolse of Servische afgezanten in een royaal van spiegels voorzien café en helemaal op de achtergrond - het begin van een vage beweging, tekens van enthousiasme, de naderende gestalten van jonge mensen die met hun armen zwaaien... maar daarmee vragen ze me opzij te gaan - dadelijk gaan ze de aankomst van een of andere president in Moskou filmen.
Palermo, 7 november 1965 |
|