oeuvre hebben opgebouwd waarvan de reikwijdte de Palestijnse gemeenschap ver overstijgt. Emile Habiebi vestigde zijn reputatie als schrijver in 1974 met de roman De wonderlijke lotgevallen van Sa'ied de Pessoptimist, een vlijmscherpe, satirische analyse van de ongerijmdheden zowel in de Israëlische houding tegenover de Palestijnen, als in de officiële ideologie van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie. Hij bleef ook daarna een voorvechter van de Palestijnse gemeenschap in Israël, wat hem binnen de PLO niet altijd in dank werd afgenomen, omdat hij zich al vroegtijdig uitsprak voor pogingen om tot een vergelijk met Israël te komen. Ondanks zijn controversiële houding kreeg Habiebi in 1990 de literaire prijs van de PLO en in 1992 de Israëlische staatsprijs voor literatuur. Vanzelfsprekend waren beide prijzen zowel aan Israëlische als aan Palestijnse kant zeer omstreden.
Mahmoed Darwiesj is in de loop der jaren uitgegroeid tot een van de belangrijkste hedendaagse Arabische dichters. In zijn werk heeft hij altijd felle kritiek geleverd op de Israëlische politiek ten opzichte van de Palestijnen, hoewel hij persoonlijk vriendschapsbanden onderhield met Israëlische intellectuelen. In 1970 besloot hij Israël te verlaten onder druk van de repressieve maatregelen die hem in zijn dagelijkse leven en in zijn werk hinderden. Sindsdien woonde hij in Cairo, Beiroet en Parijs en was hij, tot 1993, werkzaam voor de PLO. Zijn werk is een indringend getuigenis van een volk dat als balling leeft in zijn eigen land en een poging om de Palestijnen een plaats te geven binnen de complexe conflicten.
De hier gekozen poëzie van Darwiesj, ‘Dagboek van een Palestijnse wond’, een cyclus die in 1967, na de Arabische nederlaag in de juni-oorlog, werd geschreven, is kenmerkend voor zijn werk. De symboliek van de reis, metafoor voor ontheemding en ballingschap, de beschrijving van de band met het land en de grond, en de motieven uit het klassieke erfgoed keren ook in zijn latere gedichten terug. Daarnaast verwijst hij naar de functie van de taal als wapen in de politieke, ideologische en gewapende strijd en becommentarieert hij zijn eigen taak als dichter. De verwerking van de nederlaag is slechts mogelijk als hij als een soort bevrijding wordt gezien, als de tranen om het verlies worden omgezet in tranen van vreugde. De gedichten zijn opgedragen aan de Palestijnse dichteres Fadwa Toekaan, de meest vooraanstaande vertegenwoordigster van de oudere generatie.
De toenadering tussen de Palestijnen en de Israëli's in de jaren