De Tweede Ronde. Jaargang 19
(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 90]
| |
Vier gedichten
| |
[Hebreeuws] | |
[pagina 91]
| |
[Vervolg Nederlands]ze denkt niet aan mij, weet ik zeker. Ineens doe ik de deuren van
de werkkamer, haar sterfkamer, open en ik zeg tegen mijn moeder:
‘Lees dit boek maar, mama, begin maar te lezen,
het is een te gek boek, mama! Je leest het in een keer uit.’
‘Ik wil nu slapen, ik ben moe,
doe alsjeblieft de deur achter je dicht.’
Ze klinkt vreemd, de stem die ik me herinner is niet de stem op het bandje.
Ik schrijf dit gedicht niet om te onthouden. Ik heb een bandje.
Ik schrijf dit gedicht om niet te onthouden. Ik heb haar dood al verfraaid
met de vogels die echt zongen. Haar stem staat ver van mijn hart.
De cocker-spaniel, zaliger gedachtenis, draaft op mijn moeders bed af,
op het bandje hoor je zijn liefdesgehijg, dat ook dood is.
| |
[Vervolg Hebreeuws] | |
[pagina 92]
| |
De geur van citroen en de geur van zweetzout doen me aan de liefde denkenAan de tachtigjarige vrouw met wie ik bij de ingang van de
ziekenfondskliniek een wedstrijd deed wie het eerste zijn naam
zou zetten op de gescheurde lijst die er sinds gisteravond hing
vroeg ik: Pardon, mevrouw, neemt u me niet kwalijk,
maar waar rook uw liefde naar?
Er waren er meer, zegt ze.
Die het lekkerst rook, zeg ik met vlinders in mijn buik. Zij
denkt na, stil en geconcentreerd,
krabt aan de bruine ouderdomsvlekken op haar rechterhand.
Ze ruiken naar mottenballen, die vlekken, maar ik ben kalm.
Ik weet dat ze het zich zal herinneren. Bij het trappenhuis
probeerde ik haar in te halen, maar zij ging sneller lopen
en zei al doorstappend: Mij haal je niet in!
En toen, vol energie en zelfvertrouwen: Naar een amandel-boomgaard.
En jij, waar heb jij last van?
| |
[Hebreeuws] | |
[pagina 93]
| |
Ik versta geen Russisch, en toch vertaal ikWe liepen dus, er viel 's avonds bij ons in de buurt niets te doen,
van de totokiosk naar de speelautomatenhal in het oude winkelcentrum,
ik had geen vriendin en Dedde ook niet en die van Jochai was ervandoor,
terug naar het tehuis. We kwamen een Russin tegen, die had ook niets te doen,
dus gingen we naar de Hout, we staken een sigaret voor haar op, zij sprak
Russisch en wij maar knikken.
Ik ken Russisch, zei ik, ik zal vertalen,
en toen vertelde ik dus dat zij in Rusland een generaal had gekend
die haar het goede leven beloofd had.
Waarom is ze dan niet bij die man gebleven? vroeg Dedde.
Dat is een heel triest verhaal, wacht, ze vertelt dat...
dat ze elke week met de generaal sliep, ze ging mee naar de zee in het westen,
ze ging mee in een vliegtuig, mee naar Brezjnev, ze hoefde niet in de rij te staan
om Lenins lichaam te zien, maar toen nam hij haar op een dag mee
naar Babi Jar, hij zei, laten we in het bos vrijen, toen zei ze,
dat kan ik niet, en hij gaf haar een mep, omdat ze gezegd had, ik ben
joods, hier liggen mijn volksgenoten, wat een smeerlap, ging Jochai
tekeer, wat een lul! Wat denkt ie wel, een joods meisje slaan,
ho maar, wacht even, wacht! Maar hij luisterde niet,
de Russin zei da da, zo met haar hoofd, en hij trok zijn mes en zei:
Kom! Die hoerenzoon krijgt nog spijt van zijn Babi Jar!
| |
[Hebreeuws] | |
[pagina 94]
| |
Wat ik wilIk wou dat mijn gedichten werden aangeplakt op de reclameborden
voor film en toneel, dat mensen midden op een trottoir zouden
blijven staan en staande mijn laatste gedicht zouden lezen,
dat ze zouden debatteren, discussiëren, vloeken en af en toe zelfs
ruzie maken vanwege de woorden of de verstikkende hitte,
en dat er in de winter een oude man zou omkijken, en een oude vrijster
vanuit een voorbijrijdend busje, in een flits van vermoeidheid en verveling,
haar blik op het reclamebord zou laten vallen, naar de
natte woorden zou turen, een gedicht in de regen zou lezen,
dat er een dichtersoorlog op het bord zou woeden, dat tienermeisjes
de meest romantische gedichten van het bord zouden afscheuren,
dat ambtenaren hen door de straten achterna zouden hollen, dat er midden
in een korte lente van twee weken een man voor het bord zou staan,
voor het eerst met korte mouwen en sandalen, dat hij zou bukken om
de onderste regel te lezen of
zich tegen de woorden aan zou drukken, en dat iedereen zou denken
dat hij een seksmaniak was die zich aftrok, of een wildplasser,
of dat een stuk in minirok zich naar de onderste regel zou buigen,
en dat ik haar de woorden zou helpen lezen en begrijpen,
want ik ben de dichter! Ja! Kom, ik zal je uitleggen waar ik heen wil,
en kinderen op weg van school zouden stoppen en het gedicht naar believen
van komma's voorzien, en mij eigenhandig vermoorden.
| |
[Hebreeuws] |
|