De Tweede Ronde. Jaargang 19(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Op een eiland Wim Reilingh Er steken vergane stronken, gitzwart van het vocht uit de grond. Als een donker kadaver vervaagt een beklinkerde straatweg in zanderigheid Boven het duin een verwaaide rij bomen met korstige stammen Doodstil is dit landschap, zo morsig verpakt in contourloze wolken Een donkere god overmeestert je starre gedachten en tovert ze groots van zinloosheid, mistig en grauw als de lucht Vraag je niet af wat je misschien zou ervaren wanneer je niet jaren, eeuwen geleden ook al eens hier had gestaan, in dezelfde neveligheid Maar anders: verloren in warmte Die eerste omhelzing, haar blik haar bevlogen aanhankelijkheid deed toen alle verten vergaan Haar luchtig vloeiende lijf voel je nog steeds, maar haar naam ben je al eeuwen vergeten Tegen de wolken zie je haar beeld gegraveerd. Je keek in het licht van haar ogen. Haar mond smaakte bitter Je streelde haar borsten. Glimlachend sloot ze haar ogen en huiverde even In je oude hoofd huivert dat leven nog na Zwaar en doorweekt viel haar warrige haar langs haar wangen. Op haar donkere pluizige trui glinsterden druppeltjes mist Vorige Volgende